Cases

We doen dagelijks ervaring op in de aanpak van omgevingsvraagstukken: van lokale pilot tot grote gebiedsontwikkeling. Hier lees je over de uitdagingen en ervaringen van experimenten. Meer weten? Neem contact op met de persoon in het artikel of filmpje.

Foto leefbaarheid
Natuur
Wonen
Limburgse Leefbaarheidsaanpak van start

30 oktober jl. zijn drie subsidieregelingen, bedoeld voor initiatieven op het gebied van leefbaarheid, opengesteld: één voor kleinschalige (inwoners)initiatieven, één voor initiatieven van verengingen, stichtingen en coöperaties en één voor gebiedsgerichte publieke initiatieven. Hiermee start de Limburgse Leefbaarheidsaanpak. Projecten, zoals het aanleggen van een speelveld, moestuin of het bouwen van een buurtkeuken komen in aanmerking voor deze subsidie, maar ook de kookworkshop die gegeven wordt in de buurtkeuken.

Michael Theuns, gedeputeerde Provincie Limburg: “Met deze regelingen willen we zo veel mogelijk mensen stimuleren met initiatieven te komen die bijdragen aan de leefbaarheid in hun straat of buurt. Want het zijn juist de inwoners die weten waar behoefte aan is en niet de overheden. Laten we samen zorgen dat de leefbaarheid in onze Limburgse steden en dorpen in stand blijft en zelfs verbetert.”

De subsidieregelingen

Kleinschalige (inwoners)initiatieven
Met deze regeling wordt mogelijk gemaakt dat (een aantal) burgers, eigenaarschap nemen voor de leefbaarheid in hun straat of buurt. Een van de uitgangspunten van de Leefbaarheidsaanpak is immers dat de burger zelf het beste weet waar behoefte aan is in zijn of haar buurt. Hierbij kan gedacht worden aan inzaaien met bloemen, meubilair in publieke ruimtes en sport- en spelelementen, waarbij het subsidiebedrag tussen de €2.500 en €5.000 ligt.

Initiatieven verenigingen, stichtingen en corporaties
Leefbaarheid kan niet zonder sociale interactie. In steden en dorpen zijn vaak meerdere verenigingen, stichtingen en coöperaties actief, die sterk bijdragen aan het organiseren, behouden en versterken van het sociaal weefsel. Zij hebben een thuisbasis in gemeenschapsvoorzieningen en ontmoetingsplekken. Denk aan initiatieven, zoals een gemeenschapstuin, het inrichten van een repaircafé of kookworkshops voor gezinnen in geldzorgen. Het subsidiebedrag bedraagt tussen de € 5.000 – € 120.000,-.

Gebiedsgerichte publieke initiatieven
Met deze gebiedsgerichte aanpak wordt ingezet op de verbetering van de leefbaarheid in dorpen en steden. Dan gaat het om meerdere initiatieven met een langere doorlooptijd. Gemeenten, corporaties en maatschappelijke organisaties zijn op dit schaalniveau het beste bekend met de leefbaarheidsbehoefte van het betreffend gebied. Bij deze initiatieven is de gemeente de contractpartner die een Leefbaarheidsakkoord met de Provincie sluit. Denk hierbij aan het opwaarderen van de publieke ruimte of het klimaatbestendig maken van straten en pleinen. Hierbij is per gemeente maximaal €1.000.000 beschikbaar, vanuit een maximaal budget van €20.000.000.

Meer informatie
Meer informatie over deze subsidieregelingen is te vinden via Limburgse Leefbaarheidsaanpak(verwijst naar een andere website)(opent externe website).

Elke Limburger telt
Leefbaarheid is een centraal thema in het coalitieakkoord ‘Elke Limburger telt’. Het is belangrijk dat we als overheid midden in de samenleving staan en per gebied bekijken wat nodig is om de leefbaarheid in stand te houden en zelfs te verbeteren.

Foto Michael Theuns plenaire deel kick-off sessie
Kick-off POVI 4 oktober 2024: een terugblik

Vrijdag 4 oktober jl. vond de kick-off plaats van de aanscherping van de Provinciale Omgevingsvisie (POVI). In Roermond kwamen in de ochtend ambtenaren en in de middag bestuurders samen om met elkaar te kijken naar het proces voor de komende maanden en welke keuzes er gemaakt moeten worden. De denkkracht en kennis van eenieder is nodig om tot de juiste keuzes te komen. Dat bleek wel tijdens deze kick-off.

Na vaststelling van de POVI 2021 hebben Provinciale Staten (PS) aangegeven dat er scherpere keuzes gemaakt moeten worden in een volgende provinciale Omgevingsvisie. Eind 2025 moet deze aangescherpte POVI worden vastgesteld door PS en dat betekent dat in april 2025 de concept POVI gereed moet zijn. Dat brengt met zich mee dat we in hoog tempo met elkaar dit moeten realiseren. Om het tempo er in te houden, maken we zoveel mogelijk gebruik van bestaande ambtelijke en bestuurlijke overleggen.

Omgevingsverordening

We beginnen niet van begin af aan, maar de huidige POVI en Ontwerpende Onderzoeken vormen de basis voor de aangescherpte POVI. Als deze is vastgesteld, wordt ook de Omgevingsverordening Limburg aangepast en deze zal in de loop van 2026 worden vastgesteld.

Deelsessies

Na het algemene deel was het tijd om in groepen uit elkaar te gaan en de keuzevraagstukken met elkaar te bespreken. Eerst per regio en daarna thematisch. Voor de drie regio’s is gekeken wat er in de Ontwerpende Onderzoeken staat en hoe dit kan landen in de aangescherpte POVI. Tijdens deze sessies bleek al dat er veel functies zijn en weinig ruimte. Het maken van keuzes op de juiste plek is dan ook echt noodzakelijk. Ook in de thematische sessies kwam dit naar voren. Er ligt een grote opgave rondom de energietransitie en circulaire economie en de bewustwording bij eenieder moet hier nog voor komen.

Bestuurlijk deel

Na de lunch was er een wrap-up van wat er deze ochtend was besproken en volgde een algemene presentatie van het proces van de komende maanden. De bestuurders konden vragen stellen over het proces en er werd verteld hoe we iedereen het komende half jaar betrekken bij dit proces om te komen tot de juiste keuzes. Daarna gingen ook de bestuurders in vier groepen uit elkaar om te sparren over de thema’s energie, water- en bodemsturend, provinciale regie en landbouw.

Het vervolg

In november vindt met de andere stakeholders, niet zijnde gemeentelijke bestuurders, ook een sessie plaats om het over de keuzes te hebben. In januari worden Provinciale Staten tussentijds sonderend geïnformeerd over wat er dan al ligt en begin 2025 vindt de volgende grote ambtelijk en bestuurlijke sessie plaats. In de tussentijd wordt in de lopende ambtelijke werkgroepen die al langer bestaan rondom wonen, natuur, mobiliteit en alle andere thema’s verder over de inhoud gesproken ter voorbereiding op die grote integrale sessie.

Ideeën of vragen

Heb je nog suggesties, zijn er zaken die we zeker moeten meenemen mail ons dan op: omgevingsvisie@prvlimburg.nl

Wil je op de hoogte blijven, abonneer je dan op de nieuwsbrief Expeditie Ruimte door deze aan te vinken op deze webpagina: https://www.limburg.nl/actueel/nieuwsbrief-0/

De PowerPoint van deze dag kun je hier  vinden.

Foto sessie straatje erbij
Wonen
Terugblik sessies Straatje Erbij

Straatje Erbij is de naam voor kleinschalige woningbouwprojecten aan de randen van de bebouwing in dorpen en steden. De afgelopen maanden is geïnventariseerd welke locaties kansrijk zijn. Ter voorbereiding op de Woonkeuken op 14 oktober zijn alle gemeenten in deelsessies uitgenodigd om met elkaar terug te blikken op het proces Straatje Erbij.

In oktober zijn er twee bestuurlijke sessies geweest en heeft ook een expertmeeting plaatsgevonden. Ook tijdens de Woonkeuken van 14 oktober is een toelichting gegeven op Straatje Erbij.

Sessies

1 oktober jl. vond de deelsessie met woon- en RO ambtenaren van de Zuid-Limburgse gemeenten plaats en op 8 oktober met de gemeenten uit Midden- en Noord Limburg. Tijdens deze sessies is het proces ‘Straatje Erbij’ en de resultaten tot nu toe getoond die we tijdens alle werksessies hebben opgehaald. Een aantal gemeenten zijn bereid geweest om hun proces toe te lichten aan de zaal; hoe zijn zij met het traject ‘Straatje erbij’ omgegaan? En waar liepen zij tegenaan?

Leren van elkaar

Iedere gemeente is bezig om het wiel opnieuw uit te vinden, maar van elkaar leren is nét zo belangrijk. We staan samen aan de lat om de afspraken die in de Woondeal gemaakt zijn waar te maken. De deelnemers waren enthousiast over de manier waarop dit gefaciliteerd werd om nader tot elkaar te komen met Provincie en andere gemeenten. De knelpunten die we benoemd hebben, waren voor alle deelnemers herkenbaar en daardoor fijn om deze in deze setting met elkaar te bespreken. De discussies gingen voornamelijk over de VAB problematiek, capaciteitstekort en de betaalbaarheid van woningbouwplannen.

Experts

Op 8 oktober zijn een aantal gerenommeerde experts uit het vakgebied van buiten onze organisatie bereid geweest om feedback te geven op ons proces en resultaat. Denk aan vastgoed deskundigen, stedenbouwkundigen, corporaties, en het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Hierbij waren ook gedeputeerde Michael Theuns en wethouder Rob Wanten van de gemeente Peel en Maas aanwezig.
Naast de keuzevraagstukken die gemeenten noemden, zijn nog aanvullende punten benoemd die met name aanhaken op de onrendabele top. Het was een goede, informele sessie met goede en bruikbare feedback.

Vervolgproces

Rond januari verwachten wij een rapport op te leveren dat gedeeld kan worden met alle deelnemende partijen. Zodra dit door GS is goedgekeurd, melden we dit in de nieuwsbrief Expeditie Ruimte.

  • #StraatjeErbij
OW Logo
Aankondiging aanscherping Omgevingsvisie Limburg

Het proces is gestart

Gedeputeerde Staten van Limburg zijn voornemens de Omgevingsvisie Limburg 2021 aan te scherpen.

Als bouwsteen voor deze aanscherping stellen Gedeputeerde Staten onder meer een Milieu Effect Rapport (MER) op. In de Nota Reikwijdte en Detailniveau (NRD) geven Gedeputeerde Staten aan over welke onderwerpen dat MER wordt opgesteld (reikwijdte) en met welk detailniveau die onderwerpen worden uitgewerkt (detailniveau). Tegelijkertijd voeren zij in de MER ook een zogenaamde Passende Beoordeling uit. Deze kennisgeving en de publicatie van de concept-NRD betekenen feitelijk de start van de procedure om te komen tot aanscherping van de Omgevingsvisie Limburg.

Notitie Reikwijdte en Detailniveau

De eerste stap in de m.e.r.-procedure is het opstellen van de Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD). Deze NRD is door Gedeputeerde Staten op 6 juli 2024 als concept-NRD vastgesteld. De concept-NRD beschrijft in hoofdlijnen wat in het planMER wordt onderzocht (reikwijdte) en op welk(e) wijze en niveau dit onderzoek wordt uitgevoerd (detailniveau). De NRD vormt daarmee de basis voor het nieuwe planMER. De resultaten van het planMER worden door Gedeputeerde Staten meegenomen bij de besluitvorming over de aanscherping van de Omgevingsvisie Limburg.

Waar en wanneer kunt u de concept-NRD inzien?

Een schriftelijk exemplaar van de concept-NRD ligt voor een ieder ter inzage vanaf dinsdag 20 augustus 2024 tot en met maandag 16 september 2024 (vier weken) bij:

  • de gemeentehuizen van de Limburgse gemeenten op de daar gebruikelijke wijze en openingstijden;
  • het Provinciehuis (Gouvernement), Limburglaan 10, te Maastricht, op werkdagen van 7.30-18.30 uur.

De concept-NRD is ook digitaal te raadplegen via https://www.limburg.nl/publish/pages/5389/concept_nrd_aanscherping_povi_01.pdf.

De kennisgeving vindt u achter deze link: https://www.limburg.nl/publish/pages/5389/kennisgevingpublicatieconceptnrdtbvomgevingsvisielimburg.pdf

Algemene informatie over de Omgevingsvisie Limburg is vinden bij www.limburg.nl/omgevingsvisie

Hoe kunt u reageren?

U kunt van 20 augustus 2024 tot en met 16 september 2024 reageren op de concept-NRD. U kunt daarbij op de volgende manieren reageren:

  • Per post: u kunt uw reactie toezenden aan Gedeputeerde Staten van Limburg, t.a.v. Cluster Ruimte, Postbus 5700, 6202 MA, MAASTRICHT, onder vermelding van ‘Reactie concept-NRD Aanscherping Omgevingsvisie Limburg’. Vermeld daarbij ook uw naam, adres en contactgegevens;
  • Mondeling: u kunt uw reactie telefonisch kenbaar maken op werkdagen tijdens kantooruren via telefoonnummer 06-29 54 36 08 (de heer Thijs Arts). Via dit telefoonnummer kunt u een afspraak maken voor het geven van uw reactie;
  • Digitaal: via postbus@prvlimburg.nl t.a.v. Cluster Ruimte en onder vermelding van ‘Reactie concept-NRD Aanscherping Omgevingsvisie Limburg’. U moet uw reactie (als bijlage bij uw mail) ondertekenen en daarbij ook uw adres vermelden.

Vervolgtraject NRD/MER

De ingekomen reacties worden verwerkt in een reactienota met daarin het standpunt van Gedeputeerde Staten. Gedeputeerde Staten betrekken de ingekomen reacties en adviezen bij hun verdere besluitvorming over de vaststelling van de definitieve NRD. Iedereen die gereageerd heeft ontvangt afzonderlijk bericht over het besluit van Gedeputeerde Staten. Dit gebeurt naar verwachting in het vierde kwartaal 2024. Op basis van de NRD wordt in de periode november 2024 – februari 2025 het planMER opgesteld.

Meer informatie

Voor eventuele vragen over de inhoud van deze kennisgeving kunt u contact opnemen met de heer Thijs Arts via telefoonnr. 06-29 54 36 08 of per e-mail via mgpi.arts@prvlimburg.nl.

Digitale hulp nodig?

Provincie Limburg vindt het belangrijk dat iedereen mee kan doen. Niet iedereen is echter even handig met computers. Daarom zijn er Informatiepunten Digitale Overheid. Deze informatiepunten vindt u in de bibliotheken. U kunt er makkelijk binnenlopen om uw vragen over websites van de overheid te stellen. Bijvoorbeeld voor het op de computer bekijken van documenten die bij dit project horen. Vraag ernaar bij de bibliotheek bij u in de buurt.

Waarom publiceert de Provincie Limburg dit bericht?

Besluiten van de Provincie Limburg inzake bijvoorbeeld vergunningen en regelgeving kunnen van invloed zijn op uw leefomgeving. Door het publiceren van dit bericht laten wij u weten welke besluiten wij hebben genomen of van plan zijn te nemen.

 

  • #Omgevingsvisie Limburg
Foto kaft Omgevingsvisie met puzzelstukjes
OW Logo
Wijziging Omgevingsverordening Limburg ter inzage

Van 29 mei tot en met 9 juli 2024 ligt het ontwerp van de Wijzigingsverordening 2024 Omgevingsverordening Limburg ter inzage.

Van 29 mei tot en met 9 juli 2024 ligt het ontwerp van de Wijzigingsverordening 2024 Omgevingsverordening Limburg ter inzage. In die periode kan iedereen een zienswijze over dit ontwerp indienen.

De wijzigingen hebben betrekking op de volgende onderwerpen:

  1. Diverse aanpassingen normeringskaarten wateroverlast;
  2. Wijziging instructieregels grote bedrijfskavels;
  3. Wijziging instructieregels zonneparken;
  4. Vrijstelling onderzoeksboringen in het Beschermingsgebied Einstein Telescope.

Tegelijkertijd ligt het ontwerp van de Beleidsregel regionale meerwaarde grote bedrijfskavels Limburg ter inzage. Daarover vindt u meer informatie op deze website.

In de kennisgeving vindt u meer informatie over hoe u de documenten kunt u inzien en hoe u een zienswijze kunt indienen.

Via onderstaande links komt u rechtstreeks bij beide ontwerpteksten.

Kijk voor de meest actuele informatie op de website van Provincie Limburg.

 

Contact

Bij vragen kunt u contact opnemen met de Provincie Limburg. Stuur hiervoor een e-mail naar  omgevingsverordening@prvlimburg.nl.

  • #Omgevingsverordening
Wonen
Netwerkevent Spil in de Wijk

Op donderdag 27 juni vindt het netwerkevent van Spil in de wijk plaats in kloosterdorp Steyl nabij Venlo. Het thema van dit jaar is “De kracht van de vrijwilliger”. Er zijn diverse interactieve sessies waar je je voor kunt inschrijven en natuurlijk is er voldoende gelegenheid tot netwerken.

Spil in de wijk is een project van initiatiefnemers en Mogelijkmakers uit verschillende Limburgse organisaties, bottom up en breed georganiseerd door een (jaarlijks wisselend) kernteam en ondersteunende werkgroepen. Met de evenementen die zij organiseren brengen zij Spillen (professionals en vrijwilligers die zich inzetten voor de leefbaarheid van woon- en werkomgeving) uit alle hoeken van de provincie Limburg bij elkaar.

Doel
Spil in de Wijk (afgekort SIDW) heeft als doel het vormen van een sterk, actief en open netwerk van Spillen binnen Limburg. Een netwerk waarbinnen kennis, ervaring en inspiratie wordt gedeeld, tussen mensen die dagelijks volop in de Limburgse wijken en buurten aan de slag zijn.

Evenement 27 juni
Ben je werkzaam in het ruimtelijk domein en heb je affiniteit met de leefbaarheids- of sociale kant in jouw gemeente of bij jouw organisatie, dan ben je zeker welkom om mee te denken. Aanmelden voor dit evenement kan via deze website.

  • #Leefbaarheid
OW Logo
Ruimtelijk Voorstel aangeboden aan Rijk

8 februari heeft Provincie Limburg het Ruimtelijk Voorstel aan minister Hugo de Jonge aangeboden. Vanuit Limburg deden we dit in de vorm van een puzzel, waarop een kaartbeeld uit ons Ruimtelijk Voorstel stond afgebeeld.

  • #Ruimtelijk Voorstel
Wonen
Hoe gebruik je de creativiteit van inwoners?

Leefbaarheid in Heerlen-Noord

GMS is één van de oudere buurten van Heerlen en staat voor Grasbroek, Musschemig en Schandelen. De wijk heeft zo’n 5.000 bewoners en ligt in Heerlen-Noord, tegen het trein- en busstation aan. Met een prima woningaanbod en voldoende buurtactiviteiten is het hier best goed toeven, maar er zijn ook problemen met de leefbaarheid.

Gemeente Heerlen, Stadsregio Parkstad Limburg en de woningcorporaties Wonen Limburg, Weller, Vincio Wonen en Wonen Zuid werken samen aan een sterkere en socialere buurt. Ze gebruiken hiervoor de creativiteit en ideeën van de inwoners en ondernemers zelf. Zuyd Hogeschool en welzijnswerk zijn ook aangehaakt. Wonen Limburg is de kartrekker. Lars Rompen is Manager Publieke Waarde bij deze woningcorporatie en vertelt meer over hun aanpak.

Welke problemen spelen in GMS?
“De wijk heeft te maken met lage inkomens. Er wonen relatief veel werkzoekenden die vaak een lage opleiding hebben gehad. Ook zijn de mensen minder gezond dan in de rest van Limburg en Nederland. Er zijn relatief veel kleine en goedkope woningen, zowel in de particuliere als in de sociale sector. Vooral in dat aanbod van goedkope huurwoningen zien we mensen in een kwetsbare situatie met de nodige hulpvragen. Verder ervaren bewoners een gebrek aan binding. Vooral in de vergeten buurt Hoppersgraaf. Dat is het gedeelte dat grenst aan het station. De wijk bestaat uit vier buurten, maar de naam ‘GMS’ verwijst alleen naar de eerste drie buurten. Hoppersgraaf komt daar niet in voor. Die naam is minder goed bekend. Hier is veel verloop. Binnen tien jaar woont 75% van de bewoners er niet meer. Dat heeft impact op hoe de wijk functioneert.”

Wat is de reden dat jullie als Wonen Limburg de kartrekker zijn in deze aanpak?
“GMS is een van de drie focuswijken binnen het Nationaal Programma Heerlen-Noord, waar wij aan deelnemen. We willen in een wijk aanwezig zijn. Positieve impact maken. Wij zijn er niet voor het leveren van een huis, maar van een thuis. In GMS hebben we ongeveer 400 eenheden. Dat is ongeveer éénvijfde van de woningen in GMS. Doordat wij best veel woningen bezitten, kunnen we veel impact maken. Vandaar dat we hebben gezegd: wij nemen de kartrekkersrol om een verbeterslag te maken.”

Op welke manieren zijn jullie met inwoners en ondernemers in de wijk gaan kijken naar oplossingen?
“We zijn actief de wijk in gegaan om verhalen op te halen en mensen te spreken. We zijn in 2021 begonnen, midden in coronatijd, dus het was lastig om bijeenkomsten te organiseren. Samen met bureau Braining the Future hebben we het project ‘GMS on Tour’ opgezet. Een maand lang toerden we met een Citroën HY-bus door de wijk. Dat deden we twee dagen per week. Compleet met koffie en kaarten van de buurt. Bewoners, ondernemers en andere belangstellenden konden langs lopen om hun visie op de wijk te geven. Soms kwamen er veertig tot vijftig mensen op een dag langs. Op andere dagen een handvol mensen. Ook hielden we zes workshops om de ideeën en wensen van specifieke stakeholders op te halen, waaronder inwoners en ondernemers. In samenwerking met Basisschool de Horizon hebben we zes kinderen vlogs laten maken met hun visie op de wijk. Via het burgerpanel van de gemeente Heerlen hebben we een enquête gehouden. En we hebben toch wat avonden op kleine schaal georganiseerd. Als aanvulling hebben we zo’n tien interviews gehouden met partijen zoals de BOA en de wijkagent, de moskee, een historicus en de basisschool.”

Wat hebben jullie met deze input gedaan?
“Aan de hand van alle input hebben we het Wijkontwikkelingsplan GMS opgesteld. Ook hebben we een coalitie gevormd met alle betrokken partijen. In deze buurtcoalitie zitten gemiddeld zo’n twintig mensen: buurtbewoners, ondernemers en professionals van de GGD, gemeente en woningcorporaties. Daarnaast hebben we een coördinatiegroep opgezet met twee medewerkers van woningcorporaties, waaronder ikzelf, iemand van de gemeente en iemand van het Nationaal Programma Heerlen-Noord. Ook maatschappelijke organisaties zijn vertegenwoordigd. Zo bewaken we de integrale aanpak, door de ruimtelijke vraagstukken op de lange termijn te koppelen aan de bewonersinitiatieven van morgen.”

Hoe blijven de inwoners en ondernemers betrokken?
“De buurtcoalitie komt elke maand bij elkaar. Hierin komt alles wat in de wijk gebeurt samen, doordat we met elkaar blijven afstemmen. Maandelijks lichten alle partijen toe wat gaande is in de wijk. Ik licht bijvoorbeeld toe hoe ver we zijn met de plannen voor gebiedsontwikkeling in het Willemskwartier. In dit overleg gaat het er vooral om dat we met elkaar de verantwoordelijkheid voelen. Daarnaast houden we vier keer per jaar het GMS Café in het Cultuurhuis. Dat zijn avonden waarop iedereen welkom is. We houden drie gespreksrondes over verschillende thema’s. Ondertussen krijgen de deelnemers een gratis driegangendiner. Na elke gang wisselen ze van tafel. Zo komen ze in gesprek met verschillende mensen. Deze avonden zijn vooral bedoeld om nieuwe belangstellenden erbij te betrekken. Ze worden heel goed bezocht. Er komen steeds tachtig tot honderd deelnemers op af.”

Als het gaat om ruimtelijke ontwikkeling en het toevoegen van nieuwe woningen, wat gaat Wonen Limburg nu als eerste aanpakken?
“De problematiek concentreert zich in Hoppersgraaf. Daarom krijgt eerst het Willemskwartier een nieuwe impuls. Dat is het hele gebied rondom de Willemstraat, Spoorsingel en Kempkesweg. We zijn nu bezig met visievorming. We streven naar een goede mix van sociale huur en middenhuur. In de volgende fase gaan we het gebied rondom de Aurora-flat, de moskee en het Lange Jan Park aanpakken. Bij de Aurora-flat hebben we al een grote slag geslagen door de woningen te verduurzamen, door meer groen te planten en door samen met bewoners een groot schilderproject te doen. Maar de omgeving heeft nog een gesloten karakter. We willen in dit gebied meer openheid en toegankelijkheid creëren, zodat mensen zich veilig voelen. Ook willen we een betere verbinding maken met het Maankwartier en het centrum, want die aansluiting missen de bewoners nu.”

Welke tips wil je meegeven aan andere partijen die wijken willen verbeteren?
“Wat ik zelf belangrijk vind: begin. Kom bij elkaar en maak niet te veel plannen vooraf. De plannen ontstaan gedurende het proces. Zodra je begint, krijg je opeens allerlei nieuwe inzichten en pas je dingen aan. Het gaat niet altijd even snel, maar je krijgt wel een beter resultaat. Wij hadden bijvoorbeeld eerst de buurtcoalitie-bijeenkomsten op woensdagochtend, maar daar kwamen bijvoorbeeld weinig werkenden naartoe. Nu houden we die ’s avonds en hebben we een betere mix van betrokkenen. Zoiets merk je gaandeweg. Begin dus met coalitievorming. Blijf niet hangen in planmakerij. En zorg dat dingen concreet worden, zodat mensen datgene wat jij bij hen ophaalt gaan tegenkomen in hun eigen leefomgeving.”

  • #Wonen Limburg
Bedrijven en kantoorterreinen
Provincie Limburg sluit koopovereenkomst Groeve Mourik in Brunssum voor economische versterking van de regio

Provincie Limburg en de firma Mourik hebben een koopovereenkomst gesloten voor de groeve aan de Oostflank van Brunssum. Het sluiten van de koopovereenkomst is de eerste stap om uiteindelijk op deze plek, samen met de regio, te komen tot de realisatie van een duurzaam bedrijvenpark.

Bekijk de video over Panorama Zuid-Limburg
Terug van nooit weggeweest

Enkele maanden is er geen nieuwsbrief Expeditie Ruimte verschenen. We waren echter niet uit de lucht, maar achter de schermen hard aan het werk. In de tussentijd hebben we de website www.expeditieruimte.nl aangepast aan de toegankelijkheidseisen waar overheidswebsites aan moeten voldoen. Ook de nieuwsbrief heeft een restyling gekregen, zodat deze voor iedereen (visueel) toegankelijk is.

Vanaf nu gaan we weer nieuws brengen uit het ruimtelijk domein en aanverwante zaken. Zijn er goede voorbeeldprojecten of initiatieven die spelen in jouw gemeente die het verdienen om onder de aandacht gebracht te worden, tip ons dan. Wij maken hier dan een artikel over en delen dat in deze nieuwsbrief.

Hier alvast twee nieuwsitems. Het proces rondom het Ruimtelijk Voorstel en de oplevering van de eindversie van Panorama Zuid-Limburg. Veel leesplezier!

Tips kun je mailen naar: expeditieruimte@prvlimburg.nl

  • #Expeditie Ruimte
OW Logo
Panorama Zuid-Limburg afgerond

In september is Panorama Zuid-Limburg afgerond en door het Bestuurlijk Kernoverleg Zuid-Limburg aangeboden aan alle colleges in Zuid-Limburg. Het afgelopen jaar is samen met stakeholders en inwoners van Zuid-Limburg gekeken hoe dit deel van de provincie er in de toekomst uit kan komen te zien. Wat we zeker moeten behouden en waar het beter kan.

Er is voor Zuid-Limburg een sterke behoefte om voor al deze transities en opgaven te onderzoeken welke ruimtelijke impact zij hebben, hoe dit mogelijk samen past en waar de ruimtelijke impact mogelijk botst. Daarom hebben de Provincie Limburg, het Rijk, de Stadsregio Parkstad Limburg en diverse Zuid-Limburgse gemeenten, samen gewerkt aan een ontwerpend onderzoek met als titel ‘Panorama Zuid-Limburg’. Het einddocument van dit ontwerpend onderzoek is hier te vinden.

Meer informatie over het hele proces rondom Panorama Zuid-Limburg? Kijk dan op de website.

  • #Panorama Zuid-Limburg
OW Logo
Proces Ruimtelijk Voorstel Provincie Limburg

Via het Programma NOVEX heeft het Rijk aangegeven meer regie te willen voeren op de ruimtelijke ordening. Dit gelet op de grote transities waar Nederland voor staat en ruimteclaims die hieruit voortvloeien. Daarin wordt aan alle provincies gevraagd om een gebiedsdekkend provinciaal Ruimtelijk Voorstel te maken (december 2023). Dat voorstel dient dan als basis voor een Ruimtelijk Arrangement tussen Provincie en Rijk (naar verwachting 2024). In dat Ruimtelijk Arrangement komen afspraken over de ruimtelijke ontwikkeling van onze provincie en het realiseren van Rijksdoelstellingen.

We zien het Ruimtelijk Voorstel als onderdeel van een doorlopend proces. Voor nu willen wij in dat Voorstel de belangrijkste vraagstukken en dilemma’s rond alle ruimteclaims benoemen: “Op deze plek zitten beoogde ruimtelijke maatregelen uit diverse thema’s elkaar in de weg, zijn zij van elkaar afhankelijk of ontstaan er juist kansen waardoor we zaken in samenhang kunnen oppakken”.

De basis voor het Ruimtelijk Voorstel bestaat in belangrijke mate uit onderstaande bouwstenen:
1. De Omgevingsvisie en Omgevingsverordening Limburg.
2. De trajecten van belangrijke sectorale programma’s voor de fysieke omgeving. Veel daarvan zijn parallel in voorbereiding, deels ook al in uitvoering. Zie ook het startpakket waar het Rijk een overzicht biedt van 26 nationale programma’s.
3. Coalitieakkoord Limburg – Elke Limburger telt!
4. Gebiedsgerichte ontwerpende onderzoeken.

Contourennotitie Ruimtelijk Voorstel

Afgelopen tijd is er gewerkt aan een Contourennotitie Ruimte Voorstel. Het voorstel heeft geen formele status onder de Omgevingswet, maar zien wij wel als een waardevolle, aanvullende stap binnen de beleidscyclus.

In de Contourennotitie identificeren we drie typen vraagstukken:

  • Keuzevraagstukken: Waar liggen er schuurpunten tussen opgaven die om een keuze vragen?
    Veel van die keuzes kunnen en willen we binnen de regio oplossen. Bij sommige keuzevraagstukken
    heeft het Rijk een rol. In dit Ruimtelijk Voorstel worden de keuzevraagstukken benoemd, het daadwerkelijk maken van keuzes gebeurt vaak op een later moment, bijvoorbeeld door PS in het kader van de Omgevingsvisie Limburg (veelal mede op basis van een breed participatietraject en een planMER);
  • Verkenningsvraagstukken: Waar zijn nadere verkenningen nodig zijn om meer zicht te krijgen
    op de ruimtelijke impact van opgaven of consequenties voor de omgevingskwaliteit?;
  • Uitvoeringsvraagstukken: Wat is er nodig (randvoorwaarden) voor een doelgerichte, effectieve
    uitvoering van de beoogde maatregelen? Denk hierbij aan (wettelijke) instrumenten en financiële middelen.

Planning

Dit is de planning voor de tweede helft van 2023 voor het Ruimtelijk Voorstel:

  • September – oktober: sondering contourennotitie ruimtelijk voorstel.
  • November: vaststelling Ruimtelijk Voorstel door Gedeputeerde Staten.
  • December: sondering Ruimtelijk Voorstel.
  • Eind december: aanbieden Ruimtelijk Voorstel aan het Rijk.

 

Vragen over het Ruimtelijk Voorstel? Neem contact op via omgevingsvisie@prvlimburg.nl.

  • #Ruimtelijk Voorstel
OW Logo
BE­STUUR­DERS­CON­FE­REN­TIE 2022

Terugblik

Zo’n 70 bestuurders van provincie, waterschap en Zuid-Limburgse gemeenten en enkele vertegenwoordigers van het Rijk, kwamen op 9 december samen in De Reusch in Schimmert. Een toepasselijke locatie voor het belangrijkste onderwerp op de agenda: Panorama Zuid-Limburg. Onder leiding van dagvoorzitter Simone van Trier worden de aanwezigen bijgepraat over de stand van zaken van Panorama Zuid-Limburg en uitgenodigd mee te denken.

Gedeputeerde Lia Roefs heet de aanwezigen welkom en gaat kort in op het belang van een gezamenlijk ontwikkelperspectief. Rijk en regio die samenwerken aan de grote opgaven in de regio, met als fundament de al lopende initiatieven. “Panorama Zuid-Limburg is het toekomstperspectief voor Zuid-Limburg. Ik nodig iedereen uit om er vol energie samen de schouders onder te zetten.”

Van NOVI naar NOVEX

Begin 2021 heeft Zuid-Limburg de status NOVI-gebied gekregen. In NOVI Zuid-Limburg werken de Rijksoverheid, Provincie Limburg, 16 gemeenten, de Euregio en triple-helix organisaties samen met burgers aan een gezonde en duurzame toekomst van de regio. Yvonne van der Laan (Ruimte en Leefomgeving BZK) legt uit: “Na het aantreden van minister Hugo de Jonge, is de naam NOVI gewijzigd in NOVEX. De gedachte blijft hetzelfde: Rijk en regionale partners werken samen langjarig aan de (ruimtelijke) opgaven van de regio. De ‘EX’ is te lezen als: daadkracht in de uitvoering (executie). Verder kijken dan mooie visies, maar samen de schouders zetten onder (o.a.) waterveiligheid, transitie landbouw, volkshuisvesting, het circulaire actieplan Chemelot, energietransitie, klimaatadaptatie en de Einstein Telescoop. Alles vraagt ruimte, maar die ruimte is beperkt. Panorama Zuid-Limburg brengt alle thema’s en de gevolgen daarvan in kaart.” Staatssecretaris Vivianne Heijnen is benoemd als bestuurlijk kartrekker van NOVEX Zuid-Limburg.

Panorama Zuid-Limburg, hoe zat het ook alweer?

Rik Lebouille, planoloog bij de gemeente Maastricht, en Joey Hogenboom, beleidsmedewerker Ruimtelijke Ordening bij de Provincie Limburg lichten de aanpak en stand van zaken van Panorama Zuid-Limburg uitvoerig toe. Joey Hogenboom: “Doel van Panorama Zuid-Limburg is het in kaart brengen van ruimtelijke keuzes aan de hand van toekomstperspectieven. Panorama Zuid-Limburg levert bouwstenen voor een ruimtelijke ontwikkelstrategie voor Zuid-Limburg op basis waarvan afspraken met het Rijk worden gemaakt. Het afgelopen jaar is beleid geïnventariseerd op basis waarvan zes thema’s zijn geïdentificeerd. Op basis van talloze gesprekken en sessie met experts op de diverse thema’s, gesprekken dwars door sectoren en hiërarchie heen is gezocht naar overkoepelende oplossingen en de effecten daarvan. Dit heeft geleid tot drie toekomstperspectieven: Europolis, Belevingsregio en Lokale Ketens. Deze drie perspectieven zijn op diverse plekken in Zuid-Limburg via een reizende tentoonstelling gepresenteerd. Belanghebbenden, geïnteresseerden en toevallige voorbijgangers zijn uitgenodigd hun reactie te geven. Ook is er ronde gemaakt langs diverse colleges en belangengroepen.”

Reacties

“Er blijkt geen duidelijke voorkeur voor een van toekomstscenario’s. Wel is duidelijk dat iedereen de combinatie van dynamiek en rust als zeer positief ervaart. Behoud en bescherming van groen tussen de steden, in het Heuvelland en tussen de stedelijke gebieden wordt als belangrijk gezien. Hetzelfde geldt voor het behoud van voorzieningen in dorpen en stadswijken. Experts geven aan dat alleen in Europolis de wateropgave voldoende ruimte en prioriteit krijgt. Ook is er twijfel over het verdienvermogen van de regio als niet wordt ingezet op een (Euregionale) kennisregio.

Alle reacties zijn verwerkt, aanvullende verdiepingssessies hebben nieuwe inzichten opgeleverd, er is een effectenanalyse uitgevoerd en alles is samengekomen in de synthese die vandaag wordt gepresenteerd.”

Zuid-Limburg in twee snelheden

De synthese heeft de titel ‘Zuid-Limburg in twee snelheden’ gekregen. Zuid-Limburg bestaat uit twee complementaire gebieden: het middengebied en daaromheen een stedelijke band. In het groene middengebied bevinden zich hoofddorpen met voldoende voorzieningen, worden water en natuur beschermd en komen er geen uitbreidingen buiten de bestaande bouwcontouren. Economische activiteiten zoals toerisme en landbouw dragen bij aan het landschap. De stedelijke band biedt voldoende betaalbare woningen, groei vormt een hefboom voor nieuwe, aantrekkelijke en gemengde wijken. Nieuwe ruimtevragen zoals voor de opwekking van energie worden beantwoord in de stedelijke band. Daarnaast wordt ingezet op toenemende vervlechting met de Euregio op het gebied van groen en water, energie en mobiliteit, kennis en arbeidsmarkt. Aan de hand van de zogenaamde lagenbenadering met een Ondergrond-, Netwerken- en Occupatielaag is de synthese uitgewerkt. Bij ondergrond gaat het om fysieke ondergrond, natuur en landschap, water en klimaat, netwerken zijn onder meer wegen, spoorlijnen, waterwegen en energie infrastructuur. Occupatie is het gebruik van de ruimte voor wonen, werken en recreëren. Door de lagen te combineren wordt duidelijk waar ruimtevragen schuren en waar keuzes noodzakelijk zijn. Over dit synthesemodel gaan de bestuurders in kleine groepen met elkaar in gesprek. Wat vinden ze waardevol aan de synthese? Welk onderdeel ontbreekt? Welke hobbels zijn er te nemen? In februari 2023 is Panorama Zuid-Limburg gereed en wordt het breed gedeeld.

Hoe nu verder?

“In de groepsgesprekken ging het vooral over ‘en hoe dan?’”, zegt Simone van Trier. “Er zijn ook zorgen of wensen van gemeenten, bijvoorbeeld op het gebied van wonen, wel voldoende kunnen worden meegenomen.” Pieter Díez (Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat), drukte de aanwezigen op het hart om niet op alle paarden te wedden. “Geef NOVEX een smoel door keuzes te maken. Zoek een slimme hefboom door waar mogelijk aan te sluiten bij de nationale agenda en grijp de transities aan om te werken aan de uitdagingen van de regio.”

De tentoonstelling over Panorama Zuid-Limburg is nog te zien van 10 t/m 16 januari in de HUB in Kerkrade.

  • #Panorama Zuid-Limburg
OW Logo
WE VIEREN DE SAMENWERKING

Week van de Omgevingswet 2022

Was jij in oktober ook bij de ‘Week van de Omgevingswet 2022’? Een week waarin partners kennis deelden over alle aspecten van de wet. Van het omgevingsplan tot het vergunningsproces, en van participatie tot het digitaal stelsel. Organisatoren Chantal Jeuriens van Waterschap Limburg en Marijke Besselink van de VNG blikken samen met Thijs Arts van de Provincie Limburg terug én vooruit.

Waarom hebben jullie gezamenlijk de Week van de Omgevingswet georganiseerd?

“We werken al een tijdje samen met gemeenten, Waterschap Limburg, de Veiligheidsregio en Provincie Limburg om zaken te regelen voor de komst van de Omgevingswet”, vertelt Chantal. “We hebben meerdere werkgroepen waarin we voor verschillende onderwerpen bekijken hoe we het werken met de Omgevingswet kunnen vormgeven en elkaar kunnen helpen. Nu vonden we het tijd om stil te staan bij wat onze samenwerking al heeft opgeleverd en wat de wet betekent voor de nieuwe manier van (samen)werken. De werktitel was dan ook ‘We vieren de samenwerking’. We wilden onze kennis en ervaringen breder delen, met collega’s die niet in de werkgroepen zitten, maar wel met de Omgevingswet aan de slag gaan.”

Hoe zag het programma eruit?

“Je kon digitale sessies volgen over hoe je samen met collega-overheden een omgevingsplan maakt, over het vergunningsproces en over de tijdelijke instrumenten die je kunt gebruiken bij invoering van de wet. Daarnaast waren er fysieke bijeenkomsten in Heel. Rijkswaterstaat en Waterschap gingen samen met enkele gemeenten in gesprek over de omgevingsvergunningen voor wateractiviteiten. De gemeente Leudal deelde hoe zij omgaan met participatie. We hebben geoefend aan een omgevingstafel: Hoe kijk je samen naar een initiatief? Ook gaven we een toelichting op het digitaal stelsel: ‘DSO voor Dummies’. Verder hadden we een bestuurdersdag georganiseerd, maar op die datum waren ook andere activiteiten voor bestuurders in Limburg gepland. Bovendien werd vlak ervoor de Omgevingswet weer uitgesteld. Dat speelde ons parten. Je merkt dat de urgentie lager wordt.”

“De week werd afgesloten met een online paneldiscussie met de gemeentesecretaris van Beesel, een bestuurder van Waterschap Limburg, een clustermanager van Provincie Limburg en mijzelf”, vervolgt Marijke. “Daarin blikten we terug op wat we in die week hadden gedaan en wat we in de afgelopen jaren in de werkgroepen al hebben gerealiseerd. Waar staan we? Hoe ver zijn we? En wat doet het uitstel?”

Goede vraag: Wat betekent het uitstel van de Omgevingswet voor ambtenaren?

“Het is de vraag of je het elastiek weer zo gespannen krijgt als het was”, zegt Thijs. “Het gevoel van urgentie zakt weg. Dat is lastig. Aan de andere kant is er nu een half jaar extra om alle collega’s er nog beter bij te betrekken. Er is een grote groep mensen die nog geen tijd heeft gehad om zich voor te bereiden. Dat is een van de grootste opgaven: zorgen dat de hele organisatie meegaat en ermee gaat werken. Collega’s hebben nu extra tijd gekregen om een opleiding te volgen en om te oefenen. En ja, de ‘andere manier van werken onder de Omgevingswet’, dat ‘opgavegericht werken’: tja, dat was al een aandachtspunt bij de start van Expeditie Ruimte. Wat ons betreft een reden te meer om de Omgevingswet in werking te laten treden. De praktijk zal daarin een belangrijke leermeester gaan worden. Met alle technische vraagpunten die er zeker nog zijn.”

“Dan moeten ze wel de zekerheid krijgen over wat er gaat komen”, vult Marijke aan. “Daarom hebben we vanuit de VNG tegen de minister gezegd: ‘Kom met een datum’. Je kunt gemeenten niet aan het lijntje blijven houden. Gemeenten kunnen hun geld maar één keer uitgeven. Als ze nu moeten kiezen, terwijl ze niet weten of die wet over een half jaar wel ingaat, dan is het begrijpelijk dat ze kiezen voor andere prioriteiten. Zou die wet ingaan, dan wordt die erg belangrijk. Gelukkig hoor ik vanuit de Limburgse gemeenten het geluid: ‘We hoeven niet te wachten tot de Omgevingswet in werking treedt, we kunnen vandaag al beginnen met de nieuwe manier van samenwerken en participatie’.”

Is de Week van de Omgevingswet terug te kijken?

“Ja, alle online sessies en presentaties zijn opgenomen en te bekijken in de besloten Teams-omgeving voor Limburg. Heb je nog geen toegang, stuur mij dan een mail via marijke.besselink@vng.nl. Ook vind je daar de checklist die we hebben gemaakt: ‘Wie moet je uitnodigen aan de omgevingstafel?’”

Hoe willen jullie nu verder?

“We merkten dat er meer behoefte is aan uitleg over het digitaal stelsel, dus we gaan webinars opnemen over het DSO, op verschillende niveaus, specifieker voor  verschillende doelgroepen”, zegt Chantal. “Die sturen we naar de gemeenten en delen we in Teams. En zodra de datum van inwerkingtreding bekend is, houden we een nieuwe gezamenlijke dag voor bestuurders, om het programma van de Week van de Omgevingswet nogmaals te doen. De deelnemers gaven aan dat het een waardevolle week was.”

“Het is belangrijk dat we elkaar blijven vasthouden en verder gaan met wat we hebben opgebouwd. Dit was ook een mooie conclusie van de paneldiscussie op de vrijdag. Dat we ervaringen en mooie voorbeelden met elkaar blijven delen en vaker realistische casussen doen. Daarom zouden we het fijn vinden als de gemeenten vaker hun ervaringen delen. Je kunt wel naar een cursus gaan over de omgevingstafel, maar het gaat uiteindelijk om hoe we het hier in Limburg hebben afgesproken. We moeten nu oppakken en doorpakken. Elkaar veel vaker zien en opzoeken. Het is belangrijk dat we elkaar leren kennen, dat verlaagt de drempel om elkaar op te zoeken. Een Teams-omgeving is fijn, maar je wint veel als je elkaar iedere maand of om de zoveel weken fysiek ziet en daar een interessante agenda voor maakt.”

Meedoen of meer weten?

Word dan lid van de besloten Teams-omgeving voor Limburg; aanmelden kan bij marijke.besselink@vng.nl.

  • #Kennisdelen
  • #Omgevingswet
  • #Ruimtelijke ordening
Bedrijven en kantoorterreinen
Wonen
WONING BOUWEN?

Alleen maar in bestaand bebouwd gebied

Aangezet door de landelijke roep om meer woningbouw en de alsmaar stijgende huizenprijzen zien we dat het aantal bouwplannen toeneemt. We zien daarbij dat de randen van de beleidskaders worden opgezocht wat betreft het bouwen buiten het bestaand bebouwd gebied, van zowel nieuwbouw als functieveranderingen. Zie bijgevoegde Flyer Bouwen bestaand bebouwd gebied voor meer informatie.

  • #wonen in Limburg
Bedrijven en kantoorterreinen
Ondergrond
Wonen
PANORAMA ZUID-LIMBURG KOMT NAAR JE TOE

Vrije inloop

Met verschillende overheden samen werken we met Panorama Zuid-Limburg aan drie concept toekomstbeelden voor Zuid-Limburg in het jaar 2050. Hoe combineren we dan een goed woon- en werkklimaat, bereikbaarheid en ruimte om te recreëren? En op welke manieren kunnen we mogelijk omgaan met opgaven op het gebied van water, natuur en landschap?

De drie concept toekomstperspectieven zijn uiteraard nog niet af. We willen de concepten wel graag met je delen om hier samen verder aan te werken. In een expositie laten we de concept toekomstperspectieven zien. Tijdens diverse inloopmomenten kunnen geïnteresseerden binnenlopen en hier hun eigen ideeën op geven om zo hun visie te geven op de toekomst van Zuid-Limburg.

Vrije inloop

Op vier verschillende locaties in Zuid-Limburg vinden inloopmomenten plaats. Geïnteresseerden kunnen met of zonder afspraak binnen lopen. Op de locaties tonen we een korte introductiefilm met een toelichting op Panorama Zuid-Limburg. Ook hangen er op de locaties posters die de drie concept toekomstperspectieven laten zien aan de hand van uiteenlopende beelden. De onderdelen (oftewel bouwstenen) waaruit de concept toekomstperspectieven zijn opgebouwd, zijn ook te zien. Iedereen kan zelf extra bouwstenen toevoegen (schetsen, tekenen of verwoorden) en de bestaande bouwstenen aanvullen of van commentaar voorzien. 

Kom naar ons toe!

 Vrije inloop is tijdens de openingstijden van de verschillende locaties altijd mogelijk. Op bepaalde tijden zullen we ook met een vertegenwoordiging van de projectgroep Panorama Zuid-Limburg aanwezig zijn. Op www.panoramazuidlimburg.nl staan de locaties, data en tijden dat Panorama Zuid-Limburg te zien is.

Online kan ook

Naast de fysieke inloopmogelijkheden is het ook mogelijk de concept toekomstbeelden online te bekijken en hier op te reageren. Ga naar www.panoramazuidlimburg.nl (vanaf vrijdag online!) en geef hier je reactie. Hier zie je ook wanneer we zelf aanwezig zijn om een toelichting te geven samen met de meest actuele agenda en openingstijden van de verschillende locaties.

  • #Panorama Zuid-Limburg
Wonen
LUUJ MAKE GE­LAEN-ZUID

Ambitiedocument voor de wijk Geleen-Zuid

Geleen-Zuid is een kwetsbare wijk in Sittard-Geleen. Om de vele uitdagingen en kansen op te pakken, is het ambitiedocument ‘Luuj make Gelaen-Zuid’ opgesteld voor de wijk.

Dit is tot stand gekomen in samenwerking tussen de gemeente Sittard-Geleen, woningcorporatie ZOwonen, maatschappelijke organisaties en bewoners en ondernemers in de wijk. Het ambitiedocument legt de basis voor een langjarige aanpak die onder meer tot doel heeft de leefbaarheid en gezondheid van de bewoners te vergroten, overlast te beperken, de werkloosheid te verlagen en woningen kwalitatief te verbeteren en verduurzamen. Om deze doelstellingen te realiseren, is via NOVI geld beschikbaar gesteld vanuit het Volkshuisvestingsfonds van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Kijk hier voor een filmpje over het ambitiedocument.

uid’ opgesteld voor de wijk.

  • #Duurzaamheid
OW Logo
STRATEGISCHE GEBIEDSVISIE OMGEVING CHEMELOT

Samen aan de slag voor integrale toekomst

Hoe ontwikkel je met zes grote partijen gezamenlijk een gebiedsvisie voor de omgeving van Chemelot, en hoe doe je dat samen met inwoners en andere belanghebbenden? Hoe ziet dat proces eruit en in welke vorm giet je de participatie? De vertegenwoordigers van drie van deze partijen vertellen hier meer over: Eve Philips namens DSM, Cas Denissen van de gemeente Sittard-Geleen en Maarten Wilbers van de Provincie Limburg.

De andere drie grote partijen zijn de gemeente Stein, Brightlands Chemelot Campus en Chemelot zelf. Alle zes organisaties waren vertegenwoordigd in het ontwerpteam, waarin een kernteam het proces begeleidde. Maarten: “Ik vormde samen met Eve, Cas en Lian Fuchs van de gemeente Stein het kernteam dat het proces begeleidde en de uitkomsten noteerde in een rapport.”

Wat was de aanleiding voor deze strategische gebiedsvisie?

“In het gebied zijn verschillende grote ontwikkelingen, waarvan de circulaire transitie van Chemelot en de versterking van het leefklimaat de belangrijkste zijn”, antwoordt Cas. “Ook hebben verschillende partijen heel andere ideeën over de inrichting van het gebied. Daardoor ontbrak de samenhang in de ontwikkelingen in het gebied. Er was een noodzaak om met elkaar keuzes te maken om verder te komen.”

“We hebben de ambities die al lange tijd leven in de omgeving samengebracht in de strategische gebiedsvisie”, vertelt Eve. “Daarin geven we gezamenlijk antwoord op vragen als:

– Hoe zorgen we er samen voor dat we ook in de toekomst in de omgeving van Chemelot op een veilige, gezonde én duurzame manier kunnen wonen, werken, recreëren, ondernemen en innoveren?
– Hoe gaan we om met de beschikbare ruimte?
– En hoe houden we de economie vitaal terwijl we rekening houden met mens en milieu?”

Hoe is het proces om te komen tot deze gebiedsvisie verlopen?

“Het is een uniek proces geweest”, laat Maarten weten. “Niet alleen vanwege de zes opdrachtgevers met soms uiteenlopende belangen, maar ook omdat we vanaf het begin hebben gewerkt in een open dialoog met omwonenden en andere stakeholders. We hebben de visie in anderhalf jaar samen ontwikkeld met inwoners uit beide gemeenten, belangengroepen, Waterschap Limburg en de gemeente Beek. Ook vonden wij dat het goed zou zijn als de omgeving vertegenwoordigd was in het ontwerpteam, dus we hebben twee inwoners bereid gevonden om mee te werken. Dit was de eerste keer dat ik meemaakte dat inwoners participeren in het ontwerpteam zelf.”

“Het proces bestond uit een aantal stappen: analyse, verkenning, integratie en besluitvorming. Eerst hebben we de ambities geïnventariseerd. We hebben gekeken naar de verschillende bouwstenen van de fysieke leefomgeving: leefbaarheid en leefomgeving, landschap en natuur, cultuurhistorie en identiteit, economie, mobiliteit en logistiek, en duurzaamheid en energie. Wat zijn de ambities op dat vlak? Daarna zijn we gaan kijken hoe we in de beperkte ruimte ambities kunnen combineren en meerwaarde kunnen creëren. Een voorwaarde was dat een ambitie meerwaarde heeft voor andere partijen, en niet ten koste gaat van anderen. Zo hebben we steeds de ambities tegen elkaar afgewogen en gezocht naar een goede balans tussen verschillende belangen. Dit hebben we vertaald in mogelijke ruimtelijke toekomstbeelden voor 2040: Hoe kan de omgeving van Chemelot er dan uitzien en welke keuzes zijn daarbij gemaakt? Ook hebben we daarbij de opgaven en acties beschreven. Het is mooi om een visie te maken, maar het is beter om met elkaar aan de slag te gaan om die ambities te realiseren.”

“Nu zitten we in de laatste stap: besluitvorming. De gebiedsvisie is begin november geaccordeerd door het college van Gedeputeerde Staten en door de colleges van B&W van de gemeenten Sittard-Geleen en Stein en aangeboden aan de raden. Naar verwachting nemen de gemeenteraden op 16 december 2021 een besluit.”

Hoe hebben jullie de participatie verder vormgegeven?

Eve: “We hebben drie dialoogsessies gehouden met brede vertegenwoordigers van belangen. Naast de partijen die Maarten al noemde, waren dat de agrariërs die actief zijn in het gebied, onder andere LLTB, IVN, Natuurmonumenten, Natuur en Milieufederatie Limburg, het Graetheide comité, L’Ortye, ZOwonen en Parkmanagement Westelijke Mijnstreek. Verder kon iedereen opmerkingen achterlaten via de projectwebsite. In de eerste dialoogsessie hebben we feedback gevraagd op de inventarisatie van ambities. Tijdens de tweede sessie kwamen de concepten van de toekomstbeelden aan bod. En in de derde sessie hebben we de uitgewerkte toekomstbeelden besproken. Verder waren er themasessies met de gemeenteraden.”

“Bij de derde dialoogsessie waren ook mensen van woningcoöperaties, omliggende bedrijventerreinen en ondernemers uit het centrum van Geleen aanwezig”, vult Cas aan.

“We hebben dankbaar gebruikgemaakt van parallel lopende processen. Tegelijk met de gebiedsvisie werd onder andere gewerkt aan de Mobiliteitsverkenning Westelijke Mijnstreek, de RES Zuid-Limburg en de Veiligheidsvisie Chemelot. Ook vanuit daar is input geleverd. Alle opbrengst van deze dialogen heeft geleid tot de gebiedsvisie die er nu ligt en hopelijk heel compleet is als het gaat om de fysieke leefomgeving.”

Wat was een van de leerpunten?

“Van tevoren hadden we bij de dialoogsessie het beeld van volle zalen, met tekeningen op tafels en mensen die aan de slag gaan”, vertelt Maarten. “Toen kwam corona en moesten we de dialoog en alle overleggen digitaal doen. Dat was even zoeken: Hoe doe je dat goed? Hoe geef je iedereen de ruimte? Hoe begeleid je een digitale sessie goed en welke middelen gebruik je daarbij? Na de eerste sessie leerden we bijvoorbeeld dat het goed is om onafhankelijke gespreksleiders in te zetten en de groep op te delen.”

Welke tips hebben jullie voor andere mensen die een vergelijkbaar participatietraject willen starten?

Cas: “Zet zo vroeg mogelijk alle partijen aan tafel en voer een echt gesprek met elkaar. De dialoog is belangrijk. Betrek niet alleen overheden en bedrijven, maar alle mensen die een belang hebben bij dat gebied. Bij alle partijen moet een gevoel van eigenaarschap ontstaan en het gevoel dat het een gezamenlijk toekomstbeeld is. Anders ontstaat er geen gelijkwaardigheid en kun je geen volgende stappen gaan zetten.”

Eve: “Plan voldoende tijd in om de belangen van verschillende partijen af te pellen. Mensen moeten zich eerst veilig en vertrouwd voelen voordat ze zeggen waarom ze iets vinden. Verwachtingsmanagement is ook belangrijk. Denk eerst na wat je wil van andere partijen en hoe je dat ophaalt. En maak duidelijk welke rol zij hebben.”

Maarten: “Dit was een heel complexe opgave en corona was de handicap. De volgende keer zou ik vooraf nog beter stilstaan bij hoe we de participatie willen vormgeven. Hoe betrek je de omgeving zo veel mogelijk? Wat zijn de mogelijkheden? En ik zou nog uitdrukkelijker overleggen met de mensen zelf over hoe zij het willen doen. Dan kom je wellicht tot nog betere en andere vormen van participatie.”

Meer informatie

Wil je meer weten over het proces van deze Strategische Gebiedsvisie Omgeving Chemelot? Ga dan naar de pagina Proces op de projectwebsite:
www.limburg.nl/onderwerpen/economie/chemelot/strategische/

Weten hoe de omgeving van Chemelot er in 2040 mogelijk uitziet? Ga dan naar de projectpagina:
www.limburg.nl/onderwerpen/economie/chemelot/integratie/

  • #Chemelot
  • #gebiedsvisie
  • #participatie
Ondergrond
EINSTEIN TELESCOPE

Een unieke kans voor Nederland!

Nederland heeft een unieke kans om zich kandidaat te stellen voor de Einstein Telescope: een ondergronds observatorium voor het meten van zwaartekrachtsgolven, dat ons land een wereldwijde leiderschapspositie op een baanbrekend wetenschapsgebied kan opleveren.

Internationale spin-off

De Einstein Telescope wordt een unieke Europese onderzoeksfaciliteit én een mondiaal knooppunt voor onderzoek naar zwaartekrachtgolven. Nederland kan enorm profiteren van de impact van de komst van de Telescope en van de innovatieve technologieontwikkeling die daarvoor nodig is. Ook voor de werkgelegenheid en voor het profiel van ons land als internationaal leidende onderzoek-hot spot is de komst van de Einstein Telescope een impuls.

Baanbrekend onderzoekscentrum

Met de eerste waarneming van zwaartekrachtsgolven in 2015 kunnen we het heelal op een geheel nieuwe wijze bestuderen. Tot die tijd konden natuur- en sterrenkundigen het heelal alleen bekijken door naar radiogolven, licht of straling te kijken. Maar met zwaartekrachtsgolven kunnen we de trillingen in de ruimte en tijd zelf waarnemen. Zo kunnen we meer leren over de onontdekte donkere delen van het heelal, en zelfs voor het eerst terugkijken tot vlak na de oerknal.

De Einstein Telescope is het initiatief van meer dan 750 wetenschappers tot het realiseren van een Europees centrum voor onderzoek naar zwaartekrachtsgolven. Provincie Limburg heeft hierin met Nikhef (Nationaal instituut voor subatomaire fysica) een leidende wetenschappelijke positie. Volop kansen voor de wetenschap, de technologiesector én het bedrijfsleven dus.

Locatiekeuze in 2025: Zuid-Limburg kandidaat

De definitieve locatiekeuze is rond 2025 voorzien. Zuid-Limburg is in beeld als één van de mogelijke vestigingslocaties vanwege de unieke bodemsamenstelling en rust. De andere kandidaat is Sicilië. Er is inmiddels een krachtig samenwerkingsverband van instituten en een onderzoeksprogramma opgebouwd. Met ETpathfinder is een Europees leidend onderzoekscentrum in Maastricht gevestigd. Provincie Limburg ondersteunt Nikhef sinds 2016 bij de stappen tot een kandidatuur. In 2018 heeft het kabinet-Rutte III aangekondigd een beslissing te nemen over deze kandidatuur. Voorts heeft het kabinet zich volop ingezet door het ondersteunen van projecten en overleg met de regeringen in België en Duitsland om te komen tot een gezamenlijke kandidatuur. Het is nu aan een volgend kabinet om daarover spoedig een knoop door te hakken.

Grensoverschrijdende planologische haalbaarheidsstudie

Universiteit Luik neemt namens de wetenschappelijke instituten het initiatief tot een grensoverschrijdende planologische haalbaarheidsstudie. Dat wordt ondersteund door overheden aan weerszijden van de grens. Oplevering van deze studie is voorzien voor medio 2022.

  • #ondergrond
OW Logo
PANORAMA ZUID-LIMBURG

Door prikkelende toekomstbeelden keuzemogelijkheden inzichtelijker

Verschillende opgaven en transities in Zuid-Limburg hebben grote invloed op het ruimtegebruik, zijn vaak vervlochten met elkaar of concurreren om ruimte. Er is daarom een sterke behoefte om deze alle voor Zuid-Limburg relevante ontwikkelingen en opgaven te vertalen in ruimtelijke claims en in een samenhangend en consistent toekomstbeeld te combineren.

Door een ontwerpend onderzoek, dat we Panorama Zuid-Limburg (Panorama ZL) noemen, wordt vanuit de specifieke kwaliteiten van Zuid-Limburg gezocht naar kansrijke combinaties van functies en thema’s. Zo proberen we te komen tot een aantal prikkelende toekomstbeelden voor een aantrekkelijk woon- en leefklimaat in een (grensoverschrijdende) regio. Panorama ZL laat in deze toekomstbeelden zien waar keuzes gemaakt moeten worden en vormt de basis voor een later op te stellen gezamenlijke ruimtelijke ontwikkelstrategie.

Panorama ZL voorziet in meerdere behoeftes:

1) Het concretiseert de Rijksinzet vanuit de NOVI voor Zuid-Limburg door deze uit te werken en te versnellen volgens de prioriteiten en afwegingsprincipes uit de NOVI.

2) Panorama ZL is een wezenlijke (en spannende) sleutel in de NOVI-aanpak. In de Startagenda NOVI-gebied Zuid-Limburg 2022 (BKO Zuid-Limburg heeft in december 2021 ingestemd met deze Startagenda) wordt Panorama Zuid-Limburg genoemd als een van de drie onderdelen waar vanuit het NOVI-gebied Zuid-Limburg op wordt gefocust. De Startagenda is hier te vinden.

3) Het vertaalt de doelstellingen in de POVI gebiedsgericht tot toekomstscenario’s met keuzemogelijkheden, waarmee tevens invulling wordt gegeven aan toezegging 8980 aan PS bij vaststelling van de POVI op 1/10/2021.

Het eindproduct van Panorama ZL bestaat uit twee onderdelen:

1. Een tussentijds discussiestuk met drie samenhangende toekomstscenario’s voor Zuid-Limburg waarin de breedte van de keuzemogelijkheden wordt gepresenteerd.

2. Een einddocument dat de aanzet vormt voor een gezamenlijke ruimtelijke ontwikkelstrategie.

Deze eindproducten maken de belangrijkste keuzes scherp en vormen zo een goede basis voor een gezamenlijke ruimtelijke ontwikkelstrategie, die in een vervolg op Panorama ZL zal worden opgesteld.

Aanpak en organisatie

Panorama ZL wordt opgesteld in het jaar 2022. In 7 stappen via analyses werken we naar scenario’s als basis voor debat:

1) Plan van aanpak: concretisering Plan van Aanpak

2) Inventarisatie: inventariseren geldende beleidskaders, wet- en regelgeving

3) Onderzoek: onderzoeken ruimteclaims, koppelkansen en (on)mogelijkheden van verschillende thema’s op kaart door middel van werksessies

4) Analyse: ontwerpbureau analyseert opgehaalde informatie, kijkt naar eventuele dilemma’s, conflicten en combinaties en verwerkt dit in kaartmateriaal.

5) Ontwerp: ontwerpbureau voert ontwerpend onderzoek uit om te komen tot drie  toekomstscenario’s

6) Reflectie & discussie: toekomstscenario’s vormen de basis voor een publiek debat

7) Synthese: op basis van het debat worden de toekomstscenario’s uitgewerkt in een synthese waarin de sterke punten van alle scenario’s worden meegenomen

Panorama ZL komt tot stand in een samenwerking tussen Rijk en regio (gemeenten en provincie). Het ontwerpend onderzoek wordt uitgevoerd samen met ontwerpbureau PosadMaxwan.

Participatie en inbreng in het proces van Panorama Zuid-Limburg

Panorama ZL komt tot stand middels een participatief proces in samenwerking met diverse belanghebbenden. Een belangrijke stap in het proces is daarmee ook de discussie over de toekomstscenario’s (zie stap 6). In deze stap wordt uitdrukkelijk het gesprek met de omgeving gevoerd. Ook bestuurlijke betrokkenheid is in deze stap van belang. De uitkomsten van deze stap, worden ook meegegeven voor het vervolg in de vorm van de ruimtelijke ontwikkelstrategie. Tijdens stap 6 zullen laagdrempelige bijeenkomsten plaatsvinden waarbij de toekomstscenario’s onderdeel vormen van de discussie. We zullen je onder meer via Expeditie Ruimte op de hoogte houden over de voortgang van Panorama Zuid-Limburg inclusief de nadere informatie over stap 6.

  • #Panorama Zuid-Limburg
OW Logo
NIEUWSBRIEF NOVI ZUID-LIMBURG

Schrijf je in!

In NOVI Zuid-Limburg werken de Rijksoverheid, Provincie Limburg, 16 gemeenten, de euregio, triple-helix organisaties én de burger samen aan de grote regionale opgaven. NOVI Zuid-Limburg biedt de beste kansen om samen te komen tot duurzame oplossingen.

Gelukkig beginnen we niet bij nul. Er gebeurt al heel veel goeds; de (eu)regio staat bol van de initiatieven, plannen en projecten. In NOVI Zuid-Limburg draait het om het verbinden van die initiatieven, het vormen van allianties en samen versnellen. Via de nieuwsbrief word je bijgepraat over een aantal bestaande initiatieven die perfect aansluiten bij het NOVI-gedachtengoed en die de kracht van Zuid-Limburg én de euregio versterken.

Kijk hier voor de tweede nieuwsbrief alweer. Wil je je inschrijven? Dat kan via deze pagina door te kiezen voor Nieuwsbrief NOVI Zuid-Limburg.

  • #omgevingsvisie
Energie
OPEN OPROEP RUIMTE VOOR KLIMAAT EN ENERGIE

Het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie wil ruimtelijk beleid op alle schaalniveaus met elkaar verbinden en versterken en lanceert hiervoor de nieuwe Voucherregeling Ruimtelijk Ontwerp. De regeling heeft een looptijd van een jaar en sluit inhoudelijk aan bij de grote opgaven uit de Nationale Omgevingsvisie (NOVI). Het biedt ruimte aan circa 200 innovatievouchers, waarmee decentrale overheden en semipublieke organisaties extra ontwerpkracht kunnen inschakelen bij het verkennen en het versterken van hun beleid. Met de vouchers kunnen zij aan ruimtelijke ontwerpers en onderzoekers een opdracht verstrekken voor een ontwerpend onderzoek naar de lokale consequenties van die grote opgaven. Voor de selectie van vouchervoorstellen schrijft het fonds in 2021 acht open oproepen uit. De Open Oproep Ruimte voor klimaat en energie #2 is de zevende in die reeks.

De Open Oproep Ruimte voor klimaat en energie #2 richt zich op de ruimtelijke implicaties van lokale en regionale klimaat en energiemaatregelen. Bij de inrichting van onze fysieke leefomgeving zullen wij als gevolg van klimaatverandering in toenemende mate rekening moeten houden met extreme weersomstandigheden. Tegelijkertijd moeten wij onze energievoorziening duurzamer organiseren om die gevolgen zoveel mogelijk te beperken. Beide opgaven hebben een enorme ruimtelijke impact en dat leidt regelmatig tot schurende belangen. Om het maatschappelijk draagvlak voor fysieke ingrepen te vergroten, is het belangrijk de omgeving beter bij het ontwikkelen van nieuwe plannen te betrekken. Ontwerpend onderzoek kan daarbij helpen. Het biedt de mogelijkheid om voorbij de geijkte kaders te denken, opgaven – via een gebiedsgerichte aanpak – met elkaar in verband te brengen, betrokken actoren en hun belangen inzichtelijk te maken en samen tot meer integrale en breed gedragen oplossingen te komen.

Open Oproep Ruimte voor klimaat en energie #2

– budget € 500.000

– doorlopend indienen vanaf 1 oktober t/m 30 november 2021

– uitslag volgt uiterlijk binnen vier weken na einde indientermijn

– startdatum project binnen een maand na toekenning

– looptijd project is 1 tot 3 maanden

– € 10.000 tot € 30.000 incl. btw per innovatievoucher

– circa 25 voorstellen worden geselecteerd

Voor wie is deze oproep?

Geïnteresseerde (semi)publieke organisaties, zoals gemeenten, provincies, waterschappen, corporaties, uitvoeringsorganisaties en overkoepelende regionale samenwerkingsverbanden, kunnen samen met ruimtelijk ontwerpers en onderzoekers, en vice versa, een aanvraag voor een innovatievoucher indienen.

Kijk voor alle informatie rondom deze regeling op deze website.

  • #Klimaat
Foto kaft Omgevingsvisie met puzzelstukjes
OW Logo
OMGEVINGSVISIE LIMBURG VASTGESTELD

Ter inzage t/m 6 december 2021

Na een uitgebreid participatief proces is de Omgevingsvisie 15 december 2020 vastgesteld door Gedeputeerde Staten. Vervolgens hebben Provinciale Staten op 1 oktober 2021 de Omgevingsvisie vastgesteld. De Omgevingsvisie Limburg treedt op 25 oktober 2021 in werking.

De Omgevingsvisie Limburg 2021 is te raadplegen via de link onder aan deze pagina en via ruimtelijkeplannen.nl.  Via www.polviewer.nl is de Omgevingsvisie ook te raadplegen aan de hand van indicatieve kaartbeelden. De Omgevingsvisie de bijbehorende stukken liggen daarnaast van 25 oktober t/m 6 december 2021 voor een ieder ter inzage in: het Provinciehuis (Gouvernement), Limburglaan 10, te Maastricht, op werkdagen van 7.30-18.30 uur. U kunt zich hiervoor melden bij de receptie en aangeven dat u de Omgevingsvisie Limburg wilt inzien. Ook liggen de stukken ter inzage in alle gemeentehuizen in de provincie. Tegen de vastgestelde Omgevingsvisie is geen bezwaar en geen beroep mogelijk.

Wat is de omgevingsvisie?

De Omgevingsvisie is een strategische en lange termijn (2030-2050) visie op de fysieke leefomgeving en beschrijft onderwerpen zoals wonen, infrastructuur, milieu, water, natuur, landschap, bodem, ruimtelijke economie, luchtkwaliteit en cultureel erfgoed. Daarnaast worden ook de aspecten gezondheid, veiligheid en een gezonde leefomgeving in de Omgevingsvisie meegenomen. In de Omgevingsverordening legt de Provincie regels vast voor onder meer natuur, milieu, (grond-)water, ontgronding, wegen, ruimte (verstedelijking, woon- en werklocaties, agrarische bedrijven).

Milieueffectrapportage

De Omgevingsvisie stelt op strategisch niveau de kaders voor het provinciaal handelen bij toekomstige ontwikkelingen en activiteiten. De Omgevingsvisie bevat daarmee belangrijke keuzes ten aanzien van het te voeren beleid en vormt de basis voor verdere uitwerkingen en plannen en programma’s. Om bij deze keuzes het milieubelang / belang van de leefomgeving volwaardig mee te laten wegen is ten behoeve van het opstellen van de Omgevingsvisie een milieueffectrapportage (m.e.r.) uitgevoerd en een plan-Milieueffectrapport (MER) opgesteld. Interactie heeft plaatsgevonden tussen het m.e.r. en de zich ontwikkelende inhoud van de ontwerp-Omgevingsvisie. Dit is wettelijk verplicht. De rol van de m.e.r. is gericht op:

– het agenderen van opgaven aan de hand van de foto’s (portret) van de leefomgeving;

– het beoordelen van (spanningen tussen) het voorgenomen beleid in de ontwerp-Omgevingsvisie;

– het beoordelen op doelbereik;

– het in beeld brengen van mogelijke positieve en negatieve effecten (kansen en risico’s voor het milieu / leefomgeving) voor de beleidskeuzes in de ontwerp-Omgevingsvisie.

De resultaten hiervan zijn vastgelegd in een milieueffectrapport; het zogenaamde plan-MER.

Via deze link zijn de Omgevingsvisie met bijbehorende stukken te vinden. 

  • #omgevingsvisie
OW Logo
EEN SPOORBOEKJE ALS WEGWIJZER

Je weg vinden in de Omgevingswet

Per 1 juli 2022 treedt naar verwachting de Omgevingswet in werking. Hoewel de Provincie Limburg al in lijn met de Omgevingswet werkt door “omgevingsvraagstukken in hun samenhang te bezien”, was er toch behoefte aan meer inzicht in wat de Omgevingswet voor haar rol en werkprocessen betekent. De werkprocessen gaan immers behoorlijk op de schop. Dat komt bijvoorbeeld door het wijzigen van het bevoegd gezag, zoals bij onder andere de bodemtaken, maar ook door een kortere doorlooptijd voor een aanvraag omgevingsvergunning.

Aan de hand van een overzicht worden de regels uit het nieuwe stelsel van de Omgevingswet geordend. Hierbij wordt ook de huidige juridische grondslag benoemd. Hierdoor ontstaat een soort “was-wordt” overzicht. Veel mensen moeten hun weg nog gaan vinden in de Omgevingswet. Een overzicht per thema met alle relevante regels uit de wet, AMvB’s en regeling helpt daarbij. Je kunt het zien als een spoorboekje. Een boekje dat je helpt om per thema je weg te vinden in die honderden artikelen.

In bijgevoegde PDF’s is het advies te lezen. Een spoorboekje waar de Provincie mee aan de slag kan en het thema Gezondheid is verder uitgewerkt als voorbeeldcasus. Het Overzicht verandering taakveld Provincie Limburg is op aanvraag te verkrijgen. Voor meer informatie over het rapport kijk hier.

  • #Omgevingswet
OW Logo
BAEK TO THE FUTURE: EIGENTIJDS IN GESPREK OVER TOEKOMSTVISIE BEEK

Participatie via online platform en sessies

Baek to the Future. Dat is de passende naam van het platform waarop inwoners van Beek in februari 2021 konden meepraten over de toekomstvisie van de gemeente. In digitale 360-graden-ruimtes gaven zij hun mening via stellingen en lieten ze ideeën achter op het prikbord. Ook gingen ze op drie avonden digitaal in gesprek met bestuurders. Deze aanpak van participatie was een succes en smaakt naar meer, zowel voor de inwoners als de gemeente.

“Meer dan duizend inwoners, ondernemers en andere geïnteresseerden bezochten ons platform Baek to the Future”, vertelt directiesecretaris Paul de Jonge. “Ze konden binnen de drie belangrijkste beleidsthema’s meepraten over de toekomst van Beek: wonen en werken, samenleven en duurzaamheid. Daarna gingen zo’n 70 tot 80 mensen via Zoom in gesprek met de burgemeester, wethouders en elkaar.”

Waarom wilden jullie inwoners betrekken bij de toekomst van Beek?

“We zijn onze strategische toekomstvisie uit 2010 aan het herijken tot een toekomstvisie voor 2030”, vertelt burgemeester Christine van Basten-Boddin. “We willen ervoor zorgen dat mensen ook dan nog prettig wonen, werken en recreëren in Beek. Daarom vinden we het belangrijk om de mening van inwoners en andere stakeholders te horen. Hoe ziet Beek er in 2030 uit? Wat is dan veranderd? En wat zijn de onderwerpen waarover we het nu al met elkaar moeten hebben?”

Waarom kozen jullie voor deze aanpak?

“Een visie is zo breed, daar kun je alles mee ondervangen. Wij wilden een methode die alle stakeholders erbij betrekt én ervoor zorgt dat we met de opgehaalde input scherpe keuzes kunnen maken. Als je de ruimte en samenleving wilt indelen, is dat belangrijk. In 2019 begonnen we met de voorbereidingen voor fysieke bijeenkomsten. De komst van corona was een koude douche. Alle mooie plannen vielen in het water. Toen na het zomerreces van 2020 onduidelijk bleef hoe de pandemie zich zou ontwikkelen, kozen we voor de zekerheid voor volledig digitale bijeenkomsten.”

“In het platform hebben we geprobeerd om het fysieke gevoel te creëren, met 360-graden-ruimtes waar je kunt verblijven en informatie kunt ophalen. Met filmpjes, prikborden en speciaal ingerichte plekjes voor de jongste jeugd. Om ook fysiek aanwezig te zijn en de minder digitaalvaardige burgers te bereiken, hebben we gecommuniceerd via een lokale krant en een folder die huis-aan-huis is bezorgd.”

Hoe beviel het platform Baek to the Future?

“Meer dan duizend unieke bezoekers bezochten het platform. Met nog geen 16.000 inwoners was het een enorme hit. En de gemiddelde verblijfsduur was 6 minuten. Dat zijn goede scores waar ik als burgemeester blij van word. Ze laten zien dat burgers betrokken zijn. Dit platform is ook ontworpen met het oog op de toekomst. Zo kunnen we het straks opnieuw inrichten en gebruiken voor de omgevingsvisie.”

Hoe reageerden de inwoners op de online sessies met bestuurders?

Christine: “We hebben veel positieve feedback gehad. Mensen waardeerden het om met elkaar in gesprek te gaan. Ik denk dat mensen die normaal niet naar een fysieke avond komen, makkelijker aanhaken bij een online sessie van een uur. En ik heb de indruk dat mensen vrijer spreken dankzij de veiligheid van het scherm.”

“Ze hebben ons opgeroepen om dit vaker te doen”, vertelt Paul. “Dit was de eerste keer, dus het moet ook groeien. Als we dit één tot twee keer per jaar gaan doen, raken mensen eraan gewend. Uiteraard houden we zo gauw dat kan ook weer fysieke bijeenkomsten. De deelnemers gaven aan dat ze voorstander zijn van een hybride vorm: soms fysiek en soms digitaal.”

Welke tips hebben jullie voor andere gemeenten die een vergelijkbaar participatietraject willen starten?

“Besteed aandacht aan de vormgeving. Ik denk dat de gekozen vorm van Baek to the Future, met de 360-graden-ruimtes, mensen enthousiast maakte”, antwoordt Paul. “Een tip voor online sessies: Van tevoren vroegen we ons af of inwoners de Zoomsessies wel leuk zouden vinden. We hebben het gewoon geprobeerd en het werd een succes. Dus ik zou zeggen: Gewoon doen. Burgers vinden het prettig om een korte lijn te hebben met de gemeente.”

“En heb er vooral plezier in”, vult Christine aan. “Organiseer het op een leuke manier, dan krijg je waar voor je geld. Wees niet bang dat het saai is of dat je je eigen verhaal niet voor de bühne krijgt, maar sta open voor de burger. Gun jezelf flexibiliteit om bij te sturen en neem de tijd, zodat je niets forceert. Neem ook de tijd om digitale bijeenkomsten goed voor te bereiden. Onze ambtenaren die de sessie begeleidden zijn bijvoorbeeld vooraf getraind. Wat kan er gebeuren tijdens een Zoomsessie? Hoe grijp je in?”

“Voor de interactie tijdens de sessies hebben we de online tool Mentimeter ingezet”, laat Paul weten. “Daardoor bleven mensen actief, maar het kostte relatief veel tijd. Bij speelse elementen is het goed om je vooraf af te vragen of ze meerwaarde hebben.”

Meer weten? Het platform Baek to the Future is nog te bezoeken via www.toekomstvisiebeek.nl.

  • #participatie
  • #toekomstvisie
  • #wonen in Limburg
Wonen
SUBSIDIEREGELING VOOR GEMEENTEN IN VOORFASE WONINGBOUW

Uit nieuwsbrief Wonen en Leefomgeving

Gemeenten in Limburg kunnen gebruikmaken van een nieuwe provinciale subsidieregeling om de voorfase van woningbouwprojecten te versnellen. Met deze financiële ondersteuning kunnen gemeenten op een flexibele manier extra capaciteit en/of expertise inzetten. Gedeputeerde Staten hebben op 9 maart besloten tot het openstellen van de subsidieregeling ‘Flexibele inzet ondersteuning woningbouw’. Per gemeente kan maximaal € 40.000,- aan subsidie worden aangevraagd.

In woningbouwprojecten ontstaat vertraging doordat gemeenten beperkte capaciteit en/of expertise hebben om werkzaamheden in de voorfase uit te voeren. Met deze subsidie kunnen Nederlands-Limburgse gemeenten extra capaciteit en expertise flexibel inzetten om de snelheid in de voorfase te verhogen.

Per gemeente kan een subsidie van maximaal € 40.000,- worden aangevraagd voor woningbouwprojecten die in een te versnellen segment zitten, zoals opgenomen in de Limburgse Agenda Wonen 2020-2023. Gemeenten kunnen een extra bijdrage van maximaal € 40.000,- aanvragen als de extra capaciteit en/of expertise is bedoeld voor een stedelijk vernieuwingsgebied of project dat een bijdrage ontvangt uit de Woningbouwimpuls.

Meer informatie over de regeling is vanaf week 11 te vinden op de Provinciale website bij het onderwerp Wonen.

De regeling is pas officieel vastgesteld na publicatie in week 11 in het Provinciaal Blad.

Dit artikel komt oorspronkelijk uit de Nieuwsbrief Wonen en Leefomgevings 11 maart 2021. Inschrijven voor deze nieuwsbrief? Dat kan hier!

  • #wonen in Limburg
OW Logo
“WE ZIJN GEGROEID DOOR TE OEFENEN MET DE INSTRUMENTEN VAN DE OMGEVINGSWET”

Sittard-Geleen vernieuwt haar gemeentelijke omgevingsvisie

De gemeente Sittard-Geleen maakte in 2016 haar eerste gemeentelijke omgevingsvisie (GOVI). Nu zijn ze deze GOVI aan het actualiseren. Wat zijn leerpunten uit 2016? En wat doen ze nu anders? Strategisch beleidsadviseur Marion Nieuwenhuijzen (ruimtelijke ontwikkeling) en wethouder Andries Houtakkers (omgevingsbeleid, ruimtelijke ordening en inrichting) blikken terug en vooruit.

Waarom begonnen jullie al in 2016 aan de eerste omgevingsvisie?

“Toen begon de Omgevingswet op te komen, met de intentie ‘ruimte waar het kan, sturen waar het moet’. Die intentie sprak ons aan”, antwoordt Marion Nieuwenhuijzen. “Dit was een mooie richting om te gaan kijken welke ontwikkelingen we wilden faciliteren en welke doelen we wilden bereiken. Daarom gingen we voor een gemeentelijke omgevingsvisie in plaats van een structuurvisie. Het was ook een goed moment om te starten. We hadden net het nieuwe Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL) en waren met de regio bezig om op een andere manier te gaan denken. Meer integraal en met mensen samen. Kijken wanneer je als overheid je sturende rol pakt en waar je ruimte kunt geven.”

Hoe zag dat proces eruit?

“We hebben een kort en krachtig proces doorlopen, waarbij we de raad, ondernemers, inwoners en andere partners hebben betrokken”, vervolgt Marion. “Voordat we startten, hielden we wijkgesprekken met burgers. Andere partijen, zoals Chemelot en de centra en bedrijventerreinen, spreken we doorlopend, dus met hen zaten we al aan tafel. Dat was het startpunt. Daarna voerden we gesprekken met het college. We lieten schetsen zien: Als we alle informatie bundelen, welk beeld ontstaat dan door de oogharen? Welke ontwikkelingen willen we en hoe kunnen die het beste gebeuren? Zo stuurden we steeds meer in de gewenste richting. Het boekwerk hebben we pas laat geschreven, wat toen een nieuwe werkwijze was. Het college was gewend om stukken te krijgen om te accorderen. Dat was het begin van een andere aanpak met meer betrokkenheid tijdens het proces.”

Wethouder Andries Houtakkers had in 2016 de rol van raadslid. “Wat ik destijds ervaarde, merken we nu ook: Raadsleden worstelen met de omgevingsvisie. Wat kunnen we ermee, wat is de status? Voor velen was het een momentopname. De kunst is om de nieuwe GOVI een dragend verhaal te maken.”

Wat zijn leerpunten uit 2016? En wat doen jullie nu anders?

“Wat Andries benoemt, is een van onze leerpunten”, vertelt Marion. “De raad droeg de visie wel, maar het was lastig om die te blijven interpreteren. Hoe zorg je dat het blijft leven en echt wordt gebruikt? Daarom zorgen we nu voor een beter vervolgtraject, door de omgevingsvisie te vertalen naar omgevingsprogramma’s en een omgevingsplan. Een ander leerpunt is dat het belangrijk is om uit te leggen waarom we bepaalde besluiten nemen.”

“De afgelopen jaren zijn we gegroeid door steeds te oefenen met instrumenten uit de Omgevingswet. Ook hebben we geleerd van het proces rondom onze Toekomstvisie 2030, die we samen met onze partners hebben opgesteld. We zijn op de goede weg qua houding en werkwijze.”

“We gaan de toekomstvisie en de aanpak van het NOVI-gebied Zuid-Limburg verankeren in onze gemeentelijke omgevingsvisie. Ook willen we parallel aan dit traject een verbrede PlanMER/MKBA maken, een maatschappelijke kosten-batenanalyse. Hiermee kunnen we zien wat een bepaalde keuze ons als maatschappij oplevert. We willen steeds een stukje beleid uitwerken en kijken welk scenario betere effecten heeft, om daarna een afweging te kunnen maken.”

“De raad is al vroeg meegenomen in de Toekomstvisie 2030 en ook in de aanpak van het NOVI-gebied Zuid-Limburg”, vult Andries aan. “Door deze 2 stukken op een goede manier te laten landen in de omgevingsvisie, heeft de raad een handboek voor de toekomst waar wij als college op kunnen steunen.”

  • #omgevingsvisie
  • #participatie
  • #Ruimtelijke orderning
OW Logo
PILOTS ONDERGROND STIMULEREN 3D-ORDENINGSAANPAK

Inspiratiedocumenten

In navolging van Maastricht en Venlo is met de gemeenten Sittard-Geleen, Roerdalen, Maasgouw en Echt-Susteren een pilot uitgevoerd om medewerkers uit het ruimtelijk en sociaal domein en gebiedspartners, zoals waterschap, drinkwatermaatschappij, landbouworganisatie en GGD, het 3D-denken eigen te laten maken.

Provincie Limburg had als opdrachtgever het doel om gemeenten de winst van een samenhangende aanpak van boven- en ondergrond in hun praktijk te laten ervaren. H2Ruimte trad op als organisator en facilitator van het proces met bijbehorende werksessies. Ook was H2Ruimte de opsteller van de documenten die de pilots hebben opgeleverd. De centrale vraag in de pilots is telkens geweest: Hoe kan de ondergrond helpen bij maatschappelijke opgaven.

3D-ordeningsaanpak

De integrale aanpak, die de Omgevingswet nastreeft en stimuleert, vraagt om een zogenoemde “3D-ordeningsaanpak”. Dit is een aanpak van planvorming en projectontwikkeling waarbij boven- en ondergrond van start tot finish op elkaar betrokken zijn. De meeste opgaven voor de leefomgeving spelen vooral in de bovengrond; in toenemende mate kan de ondergrond bijdragen aan het ontwikkelen van maatschappelijke opgaven (denk bijvoorbeeld aan de energietransitie). Om zorgvuldig en duurzaam met het gebruik van de ondergrond om te gaan is het van belang om een evenwicht te zoeken tussen benutten van kansen en beschermen van de kwaliteit van de ondergrond. Dit vraagt om een samenhangende aanpak van de ondergrond én van onder- en bovengrond vanaf de start van het planproces of project tot en met de fase van gebruik en beheer.

Pilots en inspiratiedocumenten

De deelnemers aan de pilots kwamen uit alle disciplines die betrokken zijn bij de opstelling van een omgevingsvisie of -plan. Denk aan mensen werkzaam op het gebied van erfgoed; verkeer en vervoer; kabels en leidingen; civiele techniek; groenbeheer; planologie; recreatie en sport; ecologie; waterbeheer; volkshuisvesting; gezondheid; stedenbouw; landschapsontwerp en economie. Ook mensen werkzaam in uitvoering en beheer namen deel. Naast de waarde van het interactieve proces hebben de pilots dus ook fraaie documenten voor de gemeenten opgeleverd. Deze kunnen als naslagwerk en instrumentenkoffer worden gehanteerd bij het nemen van beslissingen, die van invloed zijn op de bescherming en het gebruik van de ondergrond. Behandel de ondergrond zoals de bovengrond is een veel gehoord adagium bij de noodzaak om tot meer geïntegreerde afwegingen te komen.

Via onderstaande links kan kennisgenomen worden van de verschillende inspiratiedocumenten:

VenloMaastrichtRoerdalenEcht-SusterenMaasgouw. Sittard-Geleen kan via onderstaande button gelezen worden.

  • #ondergrond
Mobiliteit
SOCIAL DESIGN

De route richting succes kent geen shortcuts

Groeit de economie, dan groeit de mobiliteit. En omdat niemand graag stilstaat, wordt er dan al snel om méér asfalt geroepen. Toch zijn er ook andere, slimmere oplossingen te bedenken. Binnen SmartwayZ.NL wordt rond acht deelopgaven gewerkt aan slimmere mobiliteit. Goed communiceren met alle betrokkenen en goed samenwerken staat daarbij centraal. Marc Smits, senior beleidsmedewerker bij de Provincie Limburg en Strategisch Omgevingsmanager SmartwayZ.NL, vertelt hoe social design helpt om met alle partijen in verbinding te blijven.

Een goede en vlotte bereikbaarheid is belangrijk voor de economie én de leefbaarheid. Rond en naar Eindhoven kwam die bereikbaarheid onder druk te staan. Daarom werken overheid, bedrijfsleven, kennisinstellingen en de gebruikers binnen SmartwayZ.NL samen om de doorstroming van het verkeer in Zuid-Nederland te verbeteren en om het ontwikkelen van innovatieve mobiliteitsoplossingen te stimuleren. Marc: “SmartwayZ.NL bundelt zeven infraprojecten in Noord-Brabant en Limburg. Al snel kwam ik erachter dat één stakeholder soms wel met vijf projecten of deelprojecten te maken kan hebben. Dat geldt dus ook voor de omwonenden en gebruikers. In elke fase van een project hebben zij met een ander team te maken. Je snapt wel dat het dan een uitdaging is om op een consistente manier te blijven communiceren. En je wilt voorkomen dat betrokkenen daardoor denken dat de overheid niet functioneert. Dat iedereen langs elkaar heen werkt. Want dat is niet zo.”

Hoe betrekken we de omgeving continue bij het proces?

Als je bovendien op zoek gaat naar nieuwe vormen van mobiliteit en je efficiënter gebruik wilt maken van de infrastructuur die er al is, dan moet je met elkaar in gesprek blijven. Marc: “Het unieke aan SmartwayZ.NL is dat je met verschillende projecten bijeen zit. Dan kun je vergelijken en blijkt al snel dat dezelfde dingen steeds terugkomen. Daar kun je handvaten voor ontwikkelen, zodat je de communicatie en samenwerking beter kunt borgen. Met behulp van design thinking zijn we onder begeleiding van VanBerlo aan de slag gegaan. ‘Hoe betrekken we de omgeving continue bij het proces?’, dat was de vraag die we wilden beantwoorden.”

Een heldere aanpak voor het hele proces

Om dit antwoord te vinden, rafelde het SmartwayZ.NL-team het proces van het begin tot het eind uit. Wat moet er gebeuren? Met wie? Hoe? Marc: “Zo ontwikkelden we een social design aanpak; een werkwijze waarbij we betrokkenen meenemen in onze projecten. Van probleemanalyse tot realisatie hebben we nu één heldere aanpak om tot onderbouwde oplossingen of keuzes te komen. Omdat je de omgeving zo echt bij het proces betrekt, kun je dillema’s bespreken, ontdek je waar weerstand zit en bereik je dat mensen zich gehoord voelen. Zo kom je tot oplossingen die gedragen worden door de omgeving. Als je social design inzet, vraag je je bij elke fase in het proces af wie je moet betrekken. Je maakt een tijdlijn met herkenbare procedurestappen, je managet de verwachtingen en je zorgt steeds voor een heldere communicatie. Hoe je dit doet, hebben we per fase van het project vastgelegd. Daarnaast hebben we een toolkit ontwikkeld met verschillende werkvormen. Het mooie is dat social design bruikbaar is voor allerlei soorten projecten”

Omdenken valt niet altijd mee

“Door aan de hand van social design te werken, ben je met wat groters bezig dan alleen je eigen stukje. Je kunt niet meer in zuilen denken. Net als de omgevingswet helpt social design je om grenzen te slechten. Dat klinkt gemakkelijker dan het is. Omdenken valt in de praktijk niet altijd mee. Je moet afscheid nemen van je vertrouwde spreadsheets. Naadloos plannen wordt moeilijker omdat je rekening moet houden met onzekerheden waarop je pas gedurende het proces uitsluitsel over krijgt. Het is ook verleidelijk om sneller te willen gaan en stukjes over te slaan. Aanvankelijk lijkt social design misschien omslachtig en tijdrovend, onder de streep levert het meer op. Omdat je de omgeving meeneemt, krijg je meer begrip en minder weerstand. Dat leidt tot een vlotter proces en een tevredenere omgeving. En dat is pure winst. De route richting succes kent immers geen shortcuts.”

  • #Innovatie
  • #Mobiliteit
  • #Social design
Detailhandel
KUNST EN CREATIVITEIT VULLEN LEEGSTAANDE WINKELPANDEN

Pop Up Galerie Nederweert

Twee betrokken Nederweertenaren toveren sinds 2015 leegstaande winkelpanden om tot pop-up galerieën. “Zo kunnen vastgoedeigenaren of verhuurders hun panden op een andere manier onder de aandacht brengen bij potentiële huurders en kopers. Terwijl kunstenaars en creatieve mensen de kans krijgen om hun werk laagdrempelig te exposeren”, vertelt Francis Bruekers.

Francis Bruekers en Francoise Creemers runnen het project Pop Up Galerie Nederweert samen met een aantal vrijwilligers. “Francoise en ik kenden elkaar al. Zij heeft een bloemenzaak in de kern van Nederweert, waar enkele winkelpanden langdurig leeg kwamen te staan. In 2015 stelde Francoise voor om een andere invulling te vinden voor een pand, zodat het op een originele manier onder de aandacht zou komen. Ze vroeg mij om mee te doen. Ze wist dat ik een groot netwerk heb in de kunst- en cultuursector, doordat ik naast mijn freelancewerk als tekstschrijver en communicatieadviseur jarenlang exposities heb georganiseerd. Ik ben altijd in voor iets nieuws, dus ik zei ja.”

Al meerdere panden verhuurd of verkocht

Hun aanpak werkt. Inmiddels zijn ze de 27e expositie aan het organiseren en zijn 3 panden verkocht of verhuurd. Contact leggen met de eigenaar of verhuurder van een leegstaand pand is redelijk eenvoudig. “We zoeken op wie dat is en bellen of mailen. Als diegene meerwaarde ziet in een creatieve invulling, zetten we de afspraken duidelijk op papier. Wij zijn geen huurders, maar gebruikers. We zorgen voor een tijdelijke invulling, totdat het pand is verkocht of verhuurd. Het enige wat wij van de eigenaar of verhuurder vragen, is gebruik van nutsvoorzieningen. Wij zorgen voor de inrichting, de schoonmaak, het sleutelbeheer en de PR voor het pand.”

Samenwerking met gemeente Nederweert

“Ook met de gemeente Nederweert hebben we goede contacten. We zijn begonnen met vrijwilligers van welzijnsorganisatie Vorkmeer, die samenwerkte met de gemeente. Nu hebben we hulp van 5 mensen die zich op eigen initiatief hebben aangemeld. Voor de thema-expositie en voorstelling over dementie hebben we bij de gemeente aangeklopt, omdat het aansloot bij het beleidsthema ‘dementie’. Karin van Diesen, Beleidsmedewerker Samenleving, bracht ons in contact met Steunpunt Mantelzorg Nederweert. Het steunpunt ontvangt subsidie van de gemeente en wilde graag bijdragen. De gemeente denkt dus goed mee. Het college van B&W is op bezoek geweest en de wethouder is positief over ons concept. Nu zijn we in overleg om te kijken hoe we op een meer structurele manier kunnen samenwerken, zodat we een stevigere basis krijgen.”

Beleidsmedewerker Karin van Diesen is sinds het begin betrokken bij Pop Up Galerie Nederweert. Zij vertelt: “Francis en Francoise hebben een ontzettend mooi concept neergezet waarmee kunstenaars hun werk kunnen laten zien aan veel andere mensen. Mijn rol is vooral die van verbinder. Ik denk met ze mee, vertel waar ik mogelijkheden zie en breng ze in contact met anderen waarvan ik denk dat ze iets kunnen betekenen.”

Tips

Francis: “Pop Up Galerie Nederweert is een goede manier om panden onder de aandacht te brengen, kunstenaars een podium te bieden en kunst en cultuur op een laagdrempelige manier toegankelijk te maken.”

Op de vraag of dit concept ook in andere gemeenten kan werken, antwoordt Francis volmondig “ja”. Ze heeft een aantal tips om er een succes van te maken:

• Zorg dat de voortgang en openstelling zijn geborgd met vrijwilligers.

• Zorg dat er een continue stroom aan exposities is.

• Communiceer aan pandeigenaren en -verhuurders duidelijk over je doelstellingen en over je bereidheid om flexibel te zijn. Maak duidelijk dat je een tijdelijke gebruiker bent.

• Houd vol en zet door.

Meer informatie over Pop Up Galerie Nederweert vind je op www.popup-galerie.nl.

  • #Centrumvisie
  • #Vastgoed
  • #Vraagstukken
OW Logo
Ondergrond
GROND VOOR INSPIRATIE

Een inspiratiedocument voor het benutten en beschermen van de Venlose ondergrond

Bij plannenmakerij is er vaak méér aandacht voor wat er bovengronds gebeurt, dan voor de ondergrond. Toch kunnen ingrepen in de ondergrond onherstelbare gevolgen hebben. Bovendien wordt het steeds drukker onder de grond. Tel daar de komst van de Omgevingswet bij op, en je snapt dat er alle aanleiding is om extra aandacht te hebben voor de ondergrond. Net als eerder in Maastricht, deed de Provincie Limburg daarom in Venlo de pilot Ondergrond in Beeld. Het inspiratiedocument ‘Grond voor Inspiratie’ is het mooie resultaat.

“De ondergrond biedt kansen, ruimte voor oplossingen. We kunnen hem benutten in dienst van de energietransitie of de klimaatadaptatie. Tegelijkertijd is het belangrijk om de natuurlijke kwaliteiten van de ondergrond te beschermen. Denk bijvoorbeeld aan ons grondwater. Het is dus essentieel om bij alles wat je doet de balans te zoeken tussen benutten en beschermen. Daar gaat het in de pilot Ondergrond in Beeld om”, vertelt projectleider en coördinator Bodem en Ondergrond bij de Provincie Limburg Frank Lonnee.  Zijn collega Ingrid Dupuits, beleidsmedewerker Bodem en Ondergrond begeleidde samen met Frank de pilot in Venlo.

Ondergrond én bovengrond zijn één geheel

Ingrid: “Alle overheden spelen een rol als het gaat over de ondergrond. Ze werken in elkaars verlengde. De Nationale Omgevingsvisie, de provinciale en de gemeentelijke zijn complementair. Bert Senden, projectmanager implementatie Omgevingswet bij de gemeente Venlo, zag de pilot daarom als één van de bouwstenen voor de Omgevingsvisie van de gemeente Venlo. Hij nodigde samen met Micha Brouns, beleidsadviseur bodem bij de gemeente Venlo, alle mogelijke disciplines uit om deel te nemen aan de bijeenkomsten. Mensen van Ruimtelijke Ordening, archeologen, maar ook medewerkers die binnen het Sociaal Domein werken.” Frank: “Het was heel mooi om te zien wat er gebeurt als zo’n gevarieerd gezelschap samen aan het werk gaat. Als een van de eerste opdrachten werd er gekeken naar de ondergrondkwaliteiten van Venlo. Iedereen kon aangeven welke van de 24 kwaliteiten een rol speelde bij zijn werk. Archeologische waarden, bijvoorbeeld, of wortelruimte voor bomen, geothermie, drinkwatervoorraad, landschappelijke en ecologische diversiteit. Die variatie aan kwaliteiten maakte meteen duidelijk dat je de verbinding moet zoeken als je plannen gaat maken. Het was voor velen een eye opener, die tot veel enthousiasme leidde.” Ingrid: “Je ontdekt dat de ondergrond een samenhangend systeem is. En dat je de ondergrond én de bovengrond als één geheel moet zien.”

De kracht zit in de eenvoud

Frank en Ingrid hadden tijdens het hele proces alleen een faciliterende rol. Frank: “De mensen van de gemeente zijn vanuit de maatschappelijke opgaven van Venlo aan de slag gegaan. Ze maakten daarmee echt maatwerk voor hun eigen gemeente. ‘Grond voor Inspiratie’ laat zien waar Venlo voor staat. Het is een inspiratieboek dat uitnodigt om de verbinding te zoeken. Om mensen met specifieke kennis te bevragen. Daarnaast biedt het tools om projecten te begeleiden zodat je tot een integraal product kunt komen.” Ingrid: “De kracht zit in de eenvoud. Je kijkt naar de maatschappelijke opgaven, naar de ondergrondkwaliteiten en de kansen en vervolgens ga je aan de slag met acties om je ambities voor elkaar te krijgen.”

Bert en Micha kijken met een positief gevoel terug op het proces en het eindresultaat! 

De taak- en rolverdeling tussen ons, de provincie en het externe adviesbureau was vanaf het begin helder. Iedereen pakte z’n rol goed op. Wij waren blij verrast met de grote opkomst van beleids- en uitvoerende medewerkers bij de eerste plenaire sessie. Samen brachten ze de relevantie van de ondergrond voor onze leefomgeving in kaart. Het resultaat mag er wezen. Vrijwel alle aspecten die je je maar kunt bedenken zijn in het inspiratiedocument omschreven. ‘Grond voor Inspiratie’ is een prima inhoudelijke bouwsteen voor de Omgevingsvisie en het Omgevingsplan Venlo

De Provincie Limburg heeft de pilot Ondergrond in Beeld afgerond in de gemeenten Maastricht en Venlo. In Sittard en de MER-gemeenten Maasgouw, Echt-Susteren en Roerdalen wordt de pilot binnenkort afgerond.

  • #Omgevingswet
  • #ondergrond
OW Logo
EÉN APPLICATIE VOOR VERGUNNINGVERLENING, TOEZICHT EN HANDHAVING

Limburgse overheden gaan 1 informatievoorziening gebruiken

Veel Limburgse overheidsorganisaties gaan 1 informatievoorziening gebruiken voor Vergunningen, Toezicht & Handhaving (VTH) in Limburg. “Dankzij die applicatie wordt de ketensamenwerking duidelijker, gemakkelijker en efficiënter”, vertellen Roger Nijsten (Projectleider) en Denise Op den Kamp (Communicatieadviseur) van Provincie Limburg.

Roger en Denise nemen deel aan het project ‘Eén voor Allen’ (EVA). “In dit project gaan we de gemeenschappelijke applicatie gedurende 2020 inrichten en implementeren bij de deelnemers. Daarnaast gaan we afspraken maken over werkprocessen en de ketensamenwerking vormgeven. Veel Limburgse overheidsorganisaties zijn al bij het project aangesloten, zoals gemeenten, beide omgevingsdiensten, beide Veiligheidsregio’s en de Provincie. Organisaties die nog niet meedoen, zijn welkom om aan te sluiten. Zij kunnen contact met ons opnemen via info-sgiv@prvlimburg.nl.”

Voorafgaand aan het project EVA hebben gemeenten uit heel Limburg, beide RUD’s, beide Veiligheidsregio’s en Provincie Limburg een aanbestedingstraject uitgevoerd. Daarbij is de keuze gevallen op de applicatie Squit 20/20 als pakket voor de gemeenschappelijke informatievoorziening.

Grote voordelen

“Het werken met Squit 20/20 heeft grote voordelen. Zodra een overheidsorganisatie de applicatie heeft geïmplementeerd, kan ze het al gebruiken. Nu nog voor de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en later voor de nieuwe Omgevingswet. Squit 20/20 ondersteunt de bestaande processen en straks ook de nieuwe processen. In de huidige werkwijze heeft iedereen kleine stukjes informatie die bijvoorbeeld per post of e-mail worden gedeeld. Straks staat alles op 1 plek. Via Squit 20/20 kan een organisatie de verzoeken vanuit het Digitaal Stelsel Omgevingswet Landelijke Voorziening ontvangen én vanuit daar doorsturen naar andere organisaties. Ook wordt het makkelijk om de bijbehorende documentatie van een verzoek op te halen. Zo kan iedereen in hetzelfde dossier kijken en dezelfde informatie zien.”

Werkprocessen

“Met Squit 20/20 is dus een uniforme samenwerking mogelijk voor vergunningverlening, toezicht en handhaving. Omdat je met zo veel organisaties hetzelfde systeem gebruikt, kun je gemakkelijker processen efficiënter organiseren. Zelfs dit jaar al, vooruitlopend op de Omgevingswet. Daarvoor moeten we wel afspraken maken over de werkprocessen, zodat die meer gericht zijn op de ketensamenwerking. Hiervoor maken we gebruik van de landelijke Producten- en Dienstencatalogus (PDC) en de Zaaktypencatalogus (ZTC) die zijn ontwikkeld door ‘Aan de slag met de Omgevingswet’.”

Tip

“Meer informatie over de PDC en ZTC is te vinden op omgevingswet.wiki. Organisaties doen er goed aan om zich daar van tevoren in te verdiepen. Dan sluiten ze gemakkelijker aan bij de nieuwe applicatie. Daarnaast heeft de VNG al enkele omgevingswetprocessen uitgewerkt. Het is belangrijk om op de hoogte te zijn van deze uitwerkingen. Meer informatie over de toolkits en modellen is te vinden op:

vng.nl/artikelen/werkende-processen

vng.nl/artikelen/bedrijfsprocessen

www.gemmaonline.nl

Als iedereen zich hier vooraf in verdiept, hebben we met zijn allen dezelfde uitgangspunten.”

  • #Digitalisering
  • #Omgevingswet
  • #Vergunningen
OW Logo
DILEMMA’S VOOR DE FYSIEKE LIMBURGSE LEEFOMGEVING

Welke keuzes moeten we maken?

Vanaf september 2018 werkt Provincie Limburg samen met partners en andere belanghebbenden aan de Omgevingsvisie Limburg. In dit proces zien we waar kansen en spanningen in de fysieke leefomgeving liggen. Dit is op het gebied van onder andere energie, leefbaarheid, economie, mobiliteit, landbouw, landschap en natuur. In de Limburgse Nota Omgevingsdilemma’s worden de vragen en de te maken keuzes inzichtelijk gemaakt. Zo kan samen worden toegewerkt naar een gedragen Limburgse Omgevingsvisie.

Vanaf 2018 wordt gewerkt aan thematische bouwstenen voor de Omgevingsvisie. We nemen de trends en maatschappelijke ontwikkelingen hierin mee. Soms leidt dit tot het maken en beschrijven van andere beleidskeuzes.

Voor het maken van deze keuzes moet een aantal belangrijke vragen worden beantwoord. Die vragen brengen wij in beeld in de Nota Omgevingsdilemma’s. Na de laatste aanscherping tijdens twee bestuurlijke sessies op 6 en 7 november jl. wordt de definitieve nota ingezet om in een relatief korte periode de keuzemogelijkheden voor de Limburgse visie te beschrijven. Uiteraard in samenspraak met de partners en andere belanghebbenden in onze provincie. Zo kunnen de antwoorden op de vragen een plek krijgen in de Ontwerp Omgevingsvisie Limburg.

Sommige dilemma’s/vragen kunnen we pas later beantwoorden, omdat de antwoorden nu nog niet duidelijk zijn. Daarnaast willen we focus aanbrengen in de te voeren dialoog. Vraagstukken die niet in deze nota benoemd zijn, worden opgepakt in de al lopende processen ter voorbereiding van de (concept-) Omgevingsvisie.

Benieuwd naar de Nota Omgevingssdilemma’s? 

De volledige Nota Omgevingsdilemma’s inclusief toelichting en vragen is te vinden op de website van de Provincie Limburg. Mocht je zelf vragen hebben dan kun je deze altijd stellen door een bericht te sturen naar omgevingsvisie@prvlimburg.nl Daarnaast houdt de Provincie je graag op de hoogte op de speciaal daarvoor ingerichte pagina van Expeditie Ruimte.

  • #omgevingsvisie
Erfgoed
OW Logo
ERFGOEDKAART LIMBURG

Van dataproject tot kennisnetwerk

Betrouwbare en volledige info. Goede, actuele data. Met de komst van de Omgevingswet zijn ze belangrijker dan ooit. Op veel gebieden kun je dat als gemeente prima zelf regelen. Met erfgoed wordt dat lastiger. Want erfgoed houdt zich niet aan grenzen. Een gezamenlijke aanpak was de oplossing. En dus ontwikkelen uiteindelijk 24 Limburgse gemeenten samen de Erfgoedkaart  Limburg. Met hulp van de Provincie. Projectcoördinator Martijn Hermans van Betawerk en beleidsmedewerker Anita Janssen van de Provincie Limburg vertellen over de ontwikkeling van dit bijzondere beleidsinstrument.

“Waarom zou je als gemeente zelf het wiel uit gaan vinden, als je weet dat andere gemeenten voor dezelfde opgave staan? Die vraag werd op een gegeven moment in het beleidsplatform Erfgoed Limburg – een gezamenlijk overleg tussen Provincie en gemeenten op het gebied van Erfgoed en Archeologie – gesteld”, vertelt Anita. “Als Provincie vonden wij dat een mooie kans om de ontwikkeling van het gemeentelijk erfgoedbeleid te ondersteunen. Om samenhang te creëren. De Erfgoedkaart is hiervan het tastbare resultaat.”

Voor beleidsmaker én burger

De Omgevingswet vraagt om een nieuwe manier van werken. Ambtenaren en burgers moeten gezamenlijk kunnen optrekken. Afdelingen binnen gemeenten zullen samen vraagstukken aanpakken. Dat betekent dat basisinformatie goed toegankelijk moet zijn. Ook voor het publiek. Martijn: “Op dit moment is de Erfgoedkaart nog vooral bedoeld voor beleidsmakers van de gemeenten. Als hij verder is doorontwikkeld, wordt hij ook voor de burger interessant. Sterker nog, ik stel me voor dat de Limburgers er straks zelf aan bijdragen door de basisinformatie te verrijken met bijvoorbeeld foto’s en eigen verhalen. Nu al kun je op de Erfgoedkaart alle gemeentelijke en rijksmonumenten in verschillende categorieën terugvinden. Het is de bedoeling dat de kaart uiteindelijk heel Limburg dekt.”

Duurzaam beleidsinstrument

Martijn en Anita startten samen met zeven gemeenten een pilot. Er waren op dat moment nog nauwelijks landelijke richtlijnen. De Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed adviseerde hen om vooral door te gaan op de ingeslagen weg. Daarop besloten ze het project uit te rollen naar andere gemeenten. Van meet af aan wilden ze geen instrument ontwikkelen dat op termijn doodbloedt. Anita: “We hebben veel aandacht besteed aan de duurzaamheid van dit beleidsinstrument. Daarom zijn er concrete meerjaren afspraken gemaakt en zijn de deelnemende gemeenten verplicht om twee keer per jaar de informatie te actualiseren. De Provincie bewaakt het proces en zorgt ervoor dat de strategische positionering van het cultureel erfgoed langs de lijnen van de landelijke ontwikkelingen loopt. De Provincie zorgt ook voor het technisch beheer van de digitale Erfgoedkaart.”

Gebruiker bepaalt

Martijn: “Wat ook heel belangrijk is, is dat de gebruiker bepaalt. Vaak zie je bij dit soort projecten dat de techniek leidend is. Hier zijn we vanuit de inhoud vertrokken. De redactieraad, een inhoudelijke stuurgroep, heeft bepaald welke info er te vinden moet zijn en welke kaarten en knoppen er komen. We hebben het integraal aangepakt, de hele context erbij betrokken. Monumenten, landschap, alles hangt straks samen. Als de Erfgoedkaart straks af is, zijn er zes lagen die je kunt raadplegen. De meest complexe laag is de landschapsstructuur. Het is nieuw en heel bijzonder dat we die in kaart brengen.”

Virtuele stok achter de deur

Anita: “De Provincie heeft bewust de keuze gemaakt om het eigenaarschap bij de gemeenten te laten. Wij faciliteren. Dat doen we niet alleen met mensen en geld, maar bijvoorbeeld ook door te kiezen voor een slim systeem. Het systeem heeft een connectie met verschillende provinciale bronnen. Verandert daar iets, dan krijgen de betreffende gemeenten een seintje dat er informatie moet worden bijgewerkt. Is er een periode niet ingelogd, dan krijg je een melding. Zo zorgt het systeem voor een ‘virtuele stok achter de deur’. Dat helpt gemeenten om hun info up-to-date te houden.”

Gebruiksvriendelijk en betaalbaar

Volgend jaar komt er een bestuursdag met thema- en gebruikersbijeenkomsten. Beleidsmakers kunnen dan hun kennis en ervaringen delen Er wordt dan ook gekeken hoe de Erfgoedkaart het beste voor het publiek kan worden ontsloten. Martijn: “Het is de vraag of je dit ook centraal wilt doen. Veel gemeenten hebben al apps en ander middelen om hun erfgoed uit te dragen.” Anita: “Op het moment dat de Omgevingswet in werking treedt moet de basiskaart klaar zijn, compleet én actueel. Af is hij natuurlijk nooit, maar daar voorziet het model ook in. Het totale traject heeft een looptijd tot 1 januari 2024. Ik ben er trots op dat we met de Erfgoedkaart een gebruiksvriendelijk en betaalbaar beleidsmiddel hebben ontworpen.  Echt een mooi voorbeeld van co-creatie.” Martijn: “Mijn opdracht is om het project behapbaar en realistisch te houden. Want vergis je niet, er wordt heel veel energie en tijd in gestoken om alle informatie te verzamelen. Ik vind het heel bijzonder dat iets dat begon als een dataproject, is uitgegroeid tot een hecht kennisnetwerk. Er is zoveel enthousiasme ontstaan. De bereidheid om dit samen te doen, is heel groot. Dat heeft me positief verrast!”

  • #Erfgoed
  • #Omgevingswet
OW Logo
“TREK ER VOLDOENDE TIJD EN CAPACITEIT VOOR UIT”

Hoe werkt Venlo aan omgevingsplan?

Hoe werkt Gemeente Venlo aan haar nieuwe omgevingsplan? Hoe ver is dat plan gevorderd en welke tips hebben zij voor andere gemeenten? Ger Meerts, Projectleider Omgevingsplan bij Gemeente Venlo, vertelt.

“We bereiden ons al een aantal jaren voor op het nieuwe omgevingsplan. In 2014 zijn we, in het kader van de Crisis- en Herstelwet, begonnen aan een ‘bestemmingsplan verbrede reikwijdte’. We werken in 3 hoofdfasen. Eerst hebben we onze organisatie geïnformeerd en geïnventariseerd wat relevant is voor het omgevingsplan. Daarna hebben we de algemene uitgangspunten geformuleerd. Die zijn in 2016 vastgesteld door de gemeenteraad. Sinds medio 2016 zijn we het omgevingsplan daadwerkelijk aan het maken.”

Plan voor Tegelen

“Op dit moment werken we aan een plan voor het woon- en centrumgebied Tegelen. Zo kunnen we bekijken wat op ons afkomt en ervaring opdoen. Wat verandert er inhoudelijk, maar ook bijvoorbeeld in processen of in competenties van medewerkers? Voor Tegelen hebben we een concept-Omgevingsplan opgesteld. Er wordt nu gewerkt aan de laatste aanpassingen aan dit concept. Wij werken nauw samen met een extern adviesbureau. In november 2019 ontvangen we het aangepaste exemplaar. Dat wordt het voorontwerp-Omgevingsplan dat we gaan voorleggen aan het college. Daarna starten we met inspraak en vooroverleg. Vervolgens stellen we het ontwerp-Omgevingsplan op, dat ook weer gedurende 6 weken ter inzage wordt gelegd. Eind 2020 of begin 2021 willen we het Omgevingsplan voor Tegelen definitief laten vaststellen.”

Plan voor heel Venlo

“Ondertussen zijn we ook al bezig aan een omgevingsplan voor de woon- en centrumgebieden van heel Venlo. Daarvoor gebruiken we dezelfde opzet en systematiek als voor Tegelen. Dit omgevingsplan loopt een paar maanden achter op het plan voor Tegelen. De lessen die we leren in het proces voor Tegelen kunnen we meteen gebruiken bij het plan voor Venlo. De bedoeling is om dat plan voor Venlo eind 2020 in procedure te brengen.”

Overleg met Provincie

“Tegelen is een bestaand stedelijk gebied. Voor zover relevant voor dit gebied kijken we naar de Nationale Omgevingsvisie en de Provinciale Omgevingsvisie. We kijken naar provinciaal beleid, zodat ons plan niet in strijd is met provinciale belangen. Het voorontwerp-Omgevingsplan gaat ook naar Provincie Limburg, met de vraag om een reactie. We zullen daarvoor een afspraak met de Provincie maken.”

Participatie

“Bij het plan voor Tegelen hebben we belanghebbenden zoals de wijkraad, centrummanager en winkeliers geïnformeerd en betrokken. Venlo heeft meer stakeholders. We bekijken nog hoe we hen gaan betrekken bij het omgevingsplan. Daarvoor stellen we nu een participatieplan op.”

Tips

“Zoals gezegd zijn wij al behoorlijk wat jaren bezig met dit plan. Mijn belangrijkste tip aan andere gemeenten is dan ook: trek er voldoende tijd voor uit. Het vergt veel tijd, overleg en afstemming, omdat het een integraal product is en omdat het een nieuwe manier van werken is. Zorg voor voldoende capaciteit en een goede planning en stuur daar goed op. Ik merk dat soms de waan van de dag overheerst. Laat niet te lange tijd voorbij gaan tussen verschillende contactmomenten, zodat iedereen betrokken blijft. Kijk ook kritisch naar welke regels in het omgevingsplan moeten. Het is een veel breder plan dan huidige bestemmingsplannen, maar blijf steeds afwegen wat erin moet. Zo voorkom je dat het een onleesbaar plan wordt.”

Ger Meerts is Beleidsadviseur planologisch juridisch en lid van het projectteam Implementatie Omgevingswet bij Gemeente Venlo.

  • #Omgevingswet
OW Logo
SAMEN AAN DE SLAG MET REGIONALE ENERGIE STRATEGIE

Regio Noord- en Midden-Limburg werkt hard aan energietransitie

De Noord- en Midden-Limburgse gemeenten, de Provincie Limburg, Enexis en het Waterschap Limburg werken hard aan een Regionale Energie Strategie (RES). Bas Wetzelaer, strategisch adviseur bij Provincie Limburg, vertelt er meer over.

Wat is een Regionale Energie Strategie?

“De RES heeft 3 functies. Ten eerste is het een product dat in een notendop beschrijft welke energiedoelstellingen de regio op welke termijn wil bereiken. Ten tweede is de RES een proces om tussen alle regionale partijen een langjarige samenwerking te organiseren, onder andere bij de voorbereiding en de implementatie van projecten. Deze partijen zijn: de Provincie Limburg, waterschappen, gemeenten, netbeheerders, bedrijven, maatschappelijke organisaties en burgers. Tot slot is het een instrument om burgers al vroeg in het proces te betrekken bij de ruimtelijke inpassing, het beslag op de ruimte. Zo komen we samen met maatschappelijke organisaties, bedrijven en inwoners tot zorgvuldige, regionaal gedragen keuzes.”

Waarom moet een RES worden geschreven?

“In het landelijk Klimaatakkoord is besloten dat Nederland in 2030 49% CO2-reductie ten opzichte van 1990 moet hebben gerealiseerd. In het akkoord staan afspraken met de 5 sectoren elektriciteit, gebouwde omgeving, industrie, mobiliteit, en landbouw en landgebruik. Een RES gaat over elektriciteit en gebouwde omgeving. Welke regionale keuzes maken we voor de opwekking van duurzame elektriciteit, de warmtetransitie in de gebouwde omgeving en de daarvoor benodigde opslag en energie-infrastructuur? Waar wekken we duurzame energie op en met welke vorm?”

“De Rijksoverheid heeft 30 RES-regio’s de opdracht gegeven om een strategie op te stellen: hoe realiseren zij hun aandeel in de CO2-reductie? Iedere regio brengt een bod uit dat helpt om de opgaves in de energietransitie te realiseren, vanuit technische, ruimtelijke en sociale potentie. Noord- en Midden-Limburg is een van deze 30 regio’s. Onze RES is dus een uitwerking van het Klimaatakkoord op regionaal niveau, met draagvlak van burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties.”

Welke werkwijze gebruiken jullie om te komen tot deze RES?

“Onze RES-regio bestaat uit de Noord- en Midden-Limburgse gemeenten, de Provincie Limburg, Enexis en het Waterschap Limburg. Medewerkers van deze partijen nemen deel aan 4 thematische werkgroepen: ‘elektriciteit’, ‘warmte’, ‘energiebesparing’ en ‘communicatie en draagvlak’. We komen iedere 2 weken bij elkaar. Ook gaan we werken met een klankbord. Die zal per fase in de RES bestaan uit verschillende stakeholders.”

“We onderzoeken met welke scenario’s we rekening moeten houden om onze energiedoelstellingen te halen. In informerende sessies met maatschappelijke organisaties gaan we ophalen wat voor hen uitgangspunten zijn. Als we zo’n scenario in gezamenlijkheid uitwerken, wat komt dan van onze doelstelling terecht? We kijken naar minder en meer ambitieuze scenario’s. Twee lijnen moeten bij elkaar komen: onze energiedoelstellingen en de ruimtelijke inpassing. We willen een zo ambitieus mogelijke strategie, maar die moet wel realistisch en maatschappelijk gedragen zijn. Niet iedere ruimte is geschikt om zonne- en windenergie op te wekken.”

Hoe landt de inhoud van de RES in de Omgevingsvisie?

“De RES levert een bouwsteen op voor de Omgevingsvisie. Een hulpmiddel voor gemeenten, waterschappen en de Provincie Limburg om invulling te geven aan hun omgevingsvisies.”

Tijdlijn

De regio Noord- en Midden-Limburg is dus voortvarend aan de slag om een passend aandeel in de landelijke reductie van 49% CO2 per 2030 te realiseren. Dat is maar goed ook, want het tempo van het RES-traject is hoog:

  • #Energie
  • #Klimaat
  • #Transitie
OW Logo
KENNISGEVING ONTWERP NATIONALE OMGEVINGSVISIE

Zienswijze indienen

Van 20 augustus tot en met 30 september 2019 kun je een zienswijze indienen over het ontwerp Nationale Omgevingsvisie (ontwerp-NOVI) en het milieueffectrapport (PlanMER NOVI). Met de Nationale Omgevingsvisie geeft het Rijk een langetermijnvisie op de toekomstige ontwikkeling van de leefomgeving in Nederland.

Ook over 30 jaar moet ons land nog steeds prettig en gezond zijn om in te wonen, werken en recreëren. Daarom is het belangrijk nu al na te denken over de keuzes die daarvoor nodig zijn. De vraagstukken zijn groot en vaak met elkaar verweven. Denk aan klimaatverandering, energietransitie, circulaire economie, bereikbaarheid, woningbouw en kringlooplandbouw. Ze vragen meer ruimte dan zomaar beschikbaar.

De NOVI helpt om keuzes te maken, te kiezen voor slimme combinaties van functies en uit te gaan van de specifieke kenmerken en kwaliteiten van gebieden. En er nu mee aan de slag te gaan en beslissingen niet uit te stellen of door te schuiven. Het Rijk doet dit samen met provincies, gemeenten, maatschappelijke organisaties, bedrijven en inwoners van ons land. Zo bouwen we samen aan een mooier en duurzamer Nederland.

Het PlanMER brengt de milieueffecten in beeld van de beleidskeuzes in de ontwerp-NOVI. Daarnaast is een passende beoordeling uitgevoerd. Hierin zijn mogelijke consequenties van de beleidskeuzes voor de Natura 2000-gebieden getoetst.

Een zienswijze indienen?

Dit kan op drie manieren:

Digitaal: Bij voorkeur ontvangen wij uw zienswijze via deze website.

Mondeling: Tijdens een van de informatiebijeenkomsten of telefonisch tijdens kantooruren via telefoonnummer 070 456 89 99.

Post: Directie Participatie, t.a.v. NOVI, Postbus 20901, 2500 EX Den Haag.

U kunt uw zienswijze geven op alle onderdelen van de ontwerp-NOVI en het PlanMER.

Meer info?

Kijk dan op platformparticipatie of ontwerp NOVI.

Vragen over de procedure? Telefoon 070 456 89 99. Vragen over de inhoud van de NOVI? Klik dan hieronder op contact.

Dit artikel is een publicatie van de Rijksoverheid. Kijk hier voor het oorspronkelijke bericht.

  • #omgevingsvisie
  • #Omgevingswet
Landbouw
OW Logo
Ondergrond
NU BESCHIKBAAR: LEIDRAAD WERKEN IN CASUSTEAMS

Nieuwe samenwerking bij ruimtelijke opgaven logische stap richting Omgevingswet

Een van de uitgangspunten van de Omgevingswet is actieve betrokkenheid van belanghebbenden stimuleren, bij voorkeur in een vroeg stadium. Overheden krijgen een meer faciliterende rol. Ambtenaren en adviseurs toetsen minder of een plan in strijd is met de regels, maar denken mee met de initiatiefnemer. Het is de bedoeling dat projecten tot stand komen in dialoog. Elk project kan bijdragen aan een betere omgevingskwaliteit. Sinds 2015 hebben casusteams in het Nationaal Landschap Zuid-Limburg vanuit dit gedachtengoed gewerkt en geoefend. Meerdere gemeenten in Zuid-Limburg hebben ervaring opgedaan met deze aanpak, vooral bij grootschalige agrarische ontwikkelingen. Op basis van de resultaten en een evaluatie van verschillende casusteams is een handige 

Leidraad

 opgesteld. Deze kun je 

downloaden

 onderaan het artikel.

Deze Leidraad is geschreven voor de trekkers van een casus, voor de overige deelnemers in een casusteam en voor de ambtelijke en bestuurlijke opdrachtgevers van de casussen. De Leidraad licht op een logische manier de belangrijkste stappen van het proces van een casusteam toe.

Nieuwe samenwerking

Het werken in casusteams is een logische stap richting een nieuwe samenwerking bij ruimtelijke  opgaven die ook bij de Omgevingswet is voorzien. Om niet te wachten op de invoering van de Omgevingswet, heeft de regio Zuid-Limburg in het kader van het Programma Nationaal Landschap Zuid-Limburg aangegeven op een nieuwe manier te willen gaan samenwerken. Het werken in casusteams is geen doel op zich, maar een groeimodel met voldoende mogelijkheden tot leren en bijsturen.

Wat is werken in casusteams?

Het werken met een casusteam is vooral aan te raden bij complexere ruimtelijke opgaven waarbij verschillende  partijen zijn betrokken. En waarbij sprake is van meerdere (tegengestelde) belangen op het bovenlokale schaalniveau. Vaak is er weerstand uit de omgeving. Bij het werken in een casusteam wordt de planologische afweging en advisering samengebracht in 1 traject in een vroeg stadium van een ruimtelijke ontwikkeling. Dit is anders dan het na elkaar beoordelen van een ontwikkeling vanuit verschillende loketten en partijen.

Het doel is het creëren van begrip en respect voor elkaars belangen, een constructieve houding en medeverantwoordelijkheid. Daardoor ontstaan draagvlak en een ontwikkeling met meer kwaliteit. De opgave is om samen tot een (nog) beter plan te komen. Dit is natuurlijk ook belangrijk voor een initiatiefnemer.

Met deze Leidraad willen we het werken in casusteams verder laten groeien en zo komen tot meer draagvlak en ruimtelijke kwaliteit bij ontwikkelingen in het Nationaal Landschap Zuid-Limburg.

  • #Kennisdelen
  • #Omgevingswet
  • #Vraagstukken
Landbouw
Ondergrond
BOERDERIJEN IN HET LIMBURGSE LANDSCHAP

Het kan anders!

De landbouw is sterk verbonden met het landschap. Ze bepaalt mede de verschijningsvorm ervan en draagt bij aan het onderhoud. Tegelijkertijd is ze ervan afhankelijk om een inkomen uit te verwerven. Bureau Verbeek heeft een Inspiratienotitie opgesteld waarin een visie wordt gegeven op hoe boerderijen in het Limburgse Landschap van meerwaarde kunnen zijn voor ons landschap. De 

Inspiratienotitie

 kun je onderaan deze pagina 

downloaden

.

De noodzaak om efficiënt te werken en de kosten te drukken maakt dat standaard stallen en loodsen bij landbouwers populair zijn geworden. Moderne landbouwbedrijven lijken daardoor vaak op industriële gebouwen. Hun functie en hun relatie met het landschap is nauwelijks meer herkenbaar.

De uitdaging

De Provincie Limburg heeft Bureau Verbeek uitgedaagd om te komen met inspirerende ideeën over hoe het anders kan. Aan de hand van bestaande voorbeelden laat Bureau Verbeek zien dat het inderdaad anders kan en geeft daarbij een indicatie van de kosten. Ze stelt dat standaardbouw niet meer past in ons waardevolle landschap, als we de kwaliteit daarvan serieus nemen. Maar ze vraagt zich ook af of de kosten zonder meer afgewimpeld kunnen worden op de ondernemer.

Een prikkelende en inspirerende notitie, die wil bijdragen aan de beleidsdiscussie en de totstandkoming van regionaal beleid. De Provincie heeft het voornemen om in de toekomst meerdere van deze inspiratienotities uit te brengen.

  • #Kennisdelen
  • #Vastgoed
  • #Vraagstukken
OW Logo
‘MET DE OMGEVING, VOOR DE OMGEVING’

Hoe Waterschap Limburg zich voorbereidt

Waterschap Limburg zorgt in heel Limburg voor veilige dijken en voor voldoende, schoon en natuurlijk water. Hoe bereidt deze organisatie zich voor op de nieuwe Omgevingswet? Chantal Jeuriens is Programmamanager Omgevingswet en vertelt er meer over.

“Eerst hebben we gezocht naar een structuur om onze organisatie klaar te stomen voor de Omgevingswet en om te gaan met veranderende bevoegdheden. We hebben gekozen voor een overkoepelend programma ‘Implementatie Omgevingswet’, met daaronder een aantal deelprojecten, zoals digitalisering en de aansluiting op het Digitaal Stelsel Omgevingswet. Een ander project gaat over het werken met de nieuwe instrumenten en aansluiten bij wet- en regelgeving. Daar denken we de komende anderhalf jaar goed over na.”

Workshops

“In het programma besteden we aandacht aan veranderende cultuur, houding en gedrag, communicatie en opleidingen. Om de veranderingen concreet en ‘levensecht’ te maken voor individuele medewerkers, organiseren we workshops waarin we casussen nabootsen. We doen deze workshops bewust binnen onze organisatie en het liefst met casussen die iedereen na aan het hart liggen. Alleen al binnen het waterschap leven verschillende belangen en zienswijzen. Door te oefenen met echte dossiers, wordt de nieuwe werkwijze concreet.”

“Collega’s met verschillende rollen en belangen zetten we samen aan tafel. We leggen uit welke houding en welk gedrag gewenst zijn en wat de spelregels zijn: Kijk eerst welke belangen er allemaal spelen, leef je in de belevingswereld van de ander in. Bedenk met welk doel je hier bent. Bekijk of en hoe veel risico we lopen. Welke mogelijkheden zie je? Dan leggen we dossiers voor. Bijvoorbeeld: Het onderhoudspad bij een dijk is maar een halve meter, is dat een probleem? Moeten er bomen komen op de dijk? Moeten de kademuren demontabel zijn of niet?”

Met de omgeving, voor de omgeving

“Managers doen vanzelfsprekend mee aan de workshops. Sinds maart is onze organisatie ingedeeld in nieuwe clusters. We zien de clustermanagers nu 1 voor 1 actie ondernemen om met hun teams te kijken hoe ze hun taken het beste kunnen invullen en welke houding en welk gedrag daarbij horen.”

“Met gedrags- en cultuurverandering zijn we al langer bezig, maar met de nieuwe Omgevingswet vullen we dat aan de hand van de praktijk nog gerichter in. Welke normen en waarden horen bij een waterschapper? ‘Met de omgeving, voor de omgeving’ is ons motto. Hoe concreter de nieuwe Omgevingswet wordt, hoe makkelijker het wordt om uit te leggen wat dit betekent. Wat er juridisch wijzigt en hoe werkinstructies gaan veranderen.”

Van Keur naar Waterschapsverordening

“Onze nieuwe Keur helpt in die gedrags- en cultuurverandering. Waterschap Limburg is in 2017 ontstaan uit een fusie tussen de waterschappen Peel en Maasvallei en Roer en Overmaas. Op dat moment hadden we 2 verschillende Keuren. Per 1 april 2019 hebben we 1 Keur. En dat niet alleen: we hebben hem tegelijk Omgevingswet-proof gemaakt. Met ‘ja, mits’ als uitgangspunt. Hierdoor lijkt het document al op hoe de Waterschapsverordening straks vanuit de Omgevingswet moet zijn. Op sommige punten na, want bepaalde bevoegdheden komen pas wanneer de Omgevingswet in werking treedt. Zoals bepaalde lozingen op oppervlaktewater.”

Samenwerking

“Binnenkort gaan we de workshops ook samen met gemeenten houden, om ook hun belangen goed in te brengen in de casussen. We zoeken actief en continu de samenwerking met gemeenten, Provincie Limburg en andere stakeholders, zoals WML, Staatsbosbeheer, Natuur en Milieufederatie Limburg, Rijkswaterstaat en Regionale Uitvoeringsdiensten. We gaan bij alle 31 Limburgse gemeenten langs met onze bouwstenen voor water en klimaat. Zo proberen we gemeenten te helpen en het waterdeel goed verwoord te krijgen in omgevingsvisies en -plannen.”

*Een Keur is een document waarin regels staan wat wel en niet mag in en rondom het water in een provincie.

  • #Klimaat
  • #Omgevingswet
  • #Water
Detailhandel
DE NIEUWE LIMBURGSE BINNENSTAD

Met een brede blik nieuwe kansen verkennen

Samen met een brede blik nieuwe kansen verkennen voor de binnenstad van de toekomst

Hoe ziet de toekomst van de Limburgse binnensteden en dorpskernen eruit? Op 12 juni werd hierover nagedacht en gedroomd tijdens het Limburgse binnenstadslab. Het binnenstadslab dat gezamenlijk werd georganiseerd door de provincie Limburg, RIC (Retail Innovation Centre) en RUIMTEVOLK (bureau voor stedelijke en regionale ontwikkeling) werd druk bezocht. Zo’n twintig binnenstadsmanagers en beleidsambtenaren vanuit de hele provincie kwamen naar Roermond om samen aan de slag te gaan met de opgaven die voor hen liggen, met strategieën voor functiemenging, (her)positionering en nieuwe samenwerkingen.

Doel van het binnenstadslab was om op een interactieve wijze de verbreding van de binnenstadsaanpak te verkennen. Hiervoor ontwikkelde RUIMTEVOLK een ‘Canvas Nieuwe Binnensteden’ waarmee een integrale gebiedsaanpak onder de loep wordt genomen. Een brede aanpak die zich niet alleen richt op retail maar ook op wonen, werken en verblijven in de binnenstad. “Want wie zich in de binnenstad focust op de winkels, mist niet alleen kansen, maar doet het gebied, ondernemers, eigenaren, inwoners en bezoekers tekort. Monofunctionele winkelgebieden hebben hun langste tijd gehad,” aldus Sjors de Vries van RUIMTEVOLK.

Ontwikkelingen, kansen en obstakels werden in beeld gebracht. Dit vormde de basis voor een gesprek tussen binnenstadsmanagers en beleidsambtenaren van de verschillende dorpen en steden. Er werden ideeën uitgewisseld over nieuwe strategieën voor onder andere functiemenging, het behouden van scale-ups en de toename van flexwerkplekken. Ook werd er inspiratie opgedaan over interventies die al in andere Limburgse dorpen en steden worden toegepast. Zoals de klimaatadaptatiestrategie in Weert waar het klimaatbestendig maken van de binnenstad wordt gecombineerd met het in ere stellen van cultuurhistorische elementen. Of de ‘TIP groep’, een adviesgroep bestaande uit omwonenden, ondernemers en lokale organisaties. Deze groep kan bij (ruimtelijke) plannen om advies gevraagd worden en voert ‘binnenstad-scans’ uit, waarbij deze diverse groep door de binnenstad loopt om te kijken wat verbeterpunten zijn. De groep verbindt hier vervolgens acties aan. Inwoners, bedrijven en andere lokale partijen weten immers het beste wat er speelt. Uiteindelijk werd met het Canvas Nieuwe Binnensteden een plan van aanpak verkend: hoe kom je met de verschillende stappen van oriëntatie, coalitievorming en de analyse ten slotte tot visie- en strategieontwikkeling?

Een alsmaar terugkerende conclusie in de gesprekken was dat een sterkere samenwerking de sleutel is waarmee veel bereikt kan worden, zowel op lokaal als regionaal niveau. Als eerste werd het versterken en verbreden van coalities op binnenstadsniveau door de aanwezigen gezien als veelbelovend perspectief. In Limburgse binnensteden wordt al steeds vaker een gebiedsgerichte benadering gekozen voor de binnenstad, met de betrokkenheid van verschillende partijen. Echter wordt de inwoner van de binnenstad nog niet vaak betrokken bij het maken van nieuwe plannen en visies. Verder blijkt het toevoegen van woon- en werkfuncties in de binnenstad zeer kansrijk. Zo werd onder andere het creëren van (flex)werkplekken voor zelfstandigen en start-ups besproken en het multifunctioneel bouwen voor gezinnen, ouderen en jongeren. De binnenstad blijkt namelijk steeds meer een geliefde woonplek.

Ook een sterkere regionale samenwerking met onderlinge concurrentiekracht biedt kansen. Het kan onnodige concurrentie voorkomen, bezoekers trekken en helpen bij het creëren van aantrekkelijke vestigingsklimaten, voor zowel (jonge) ondernemers als voor inwoners. Een uniek DNA van de binnensteden en dorpskernen en een duidelijke profilering zijn hierbij belangrijke voorwaarden; wat heeft een specifieke binnenstad de regio te bieden en is dit complementair met wat er in andere binnensteden te vinden is? Hierbij moet er dus nagedacht worden over een duidelijk verhaal van de steden, dorpen en regio’s en accenten moeten worden gelegd. Verschillen tussen Noord-, Midden- en Zuid-Limburg zijn hierbij denkbaar en misschien zelfs noodzakelijk. Citymarketing kan hierbij gezien worden als een belangrijk instrument, wat ook regionaal verder kan worden versterkt. Het idee dat Limburg ‘een appendix’ is van Nederland, kan hierbij een stimulerend effect hebben. Ook de grens met Duitsland en België kan in dit opzicht kansen bieden. Echter brengt de nabijheid van de grens ook beperkingen met zich mee, zoals het andere btw-stelsel in Duitsland.

Al met al is er veel potentie voor de Nieuwe Limburgse Binnenstad, zowel in de steden als dorpen. Door het benutten van de regionale concurrentiekracht en samenwerking en het ontwikkelen van nieuwe coalities en samenwerkingsverbanden op binnenstadsniveau wordt deze potentie meer benut. Zo maakt de Limburgse binnenstad in de toekomst hopelijk de transformatie van winkelhart naar bruisend stadshart.

Deze bijeenkomst maakte deel uit van de zogenoemde binnenstadslabs die in het kader van het Kennisnetwerk Nieuwe Binnensteden georganiseerd worden door RUIMTEVOLK in provincies, regio’s en gemeenten. Deze binnenstadslabs zijn interactieve werksessies op maat rondom een specifiek lokaal, regionaal of thematisch vraagstuk. Het doel van een binnenstadslab is om partijen en stakeholders te voorzien van gewenste kennis en nieuwe perspectieven. Door een intensieve en zorgvuldig voorbereide sessie worden de partijen in relatief korte tijd een paar stappen verder gebracht. 

Dit artikel is geschreven door Roos van Aartsen en Christel van Wijk (RUIMTEVOLK)

  • #Detailhandel
  • #Innovatie
OW Logo
HOE VER ZIJN LIMBURGSE GEMEENTEN MET HUN OMGEVINGSVISIE EN -PLAN?

Een inventarisatie

Limburgse gemeenten zijn zich volop aan het voorbereiden op de nieuwe Omgevingswet. Hoe ver zijn zij met hun omgevingsvisie, omgevingsplan en implementatietraject? Welke acties ondernemen ze? Welke kennis en ervaringen kunnen zij delen? En wat zouden ze graag van andere gemeenten willen weten of leren?

Deze vragen legden we in 2017 voor het eerst aan ze voor. Eind 2018 stelden we dezelfde vragen opnieuw. De uitkomsten delen we hier.

Omgevingsvisie

Driekwart van de Limburgse gemeenten is bezig met het voorbereiden of opstellen van de gemeentelijke omgevingsvisie. Zo liet gemeente Gennep weten: ‘Er hebben diverse bijeenkomsten plaatsgevonden met burgers en stakeholders. Ons streven is om medio 2019 de omgevingsvisie te laten vaststellen.’ Andere gemeenten mikken op eind 2019 voor het vaststellen van de omgevingsvisie. De gemeente Maastricht wil in de tweede helft van 2019 de definitieve ‘Omgevingsvisie Maastricht’ vaststellen. Sittard-Geleen en Voerendaal hebben hun visie al gereed.

In 2017 stelden veel gemeenten hun acties uit tot na de gemeenteraadsverkiezingen. Begrijpelijk, want het bestuur heeft een belangrijke rol in het implementatieproces. Deze gemeenten gebruikten de tweede helft van 2018 voor een goede afstemming met de nieuwe coalitie, vooral over de ambitiebepaling en een plan van aanpak.

Bijna alle gemeenten die bezig zijn met de voorbereiding of uitvoering, zullen hun visie afronden in de komende collegeperiode. Met ruimte om later nieuwe onderdelen toe te voegen over thema’s als gezondheid, energie, duurzaamheid en circulaire economie.

Een paar gemeenten ondernemen bewust nog geen actie, omdat de kwaliteit en actualiteit van hun huidige visie al ‘Omgevingswetproof’ is. Bovendien geven ze aan dat de omgevingsvisie pas in 2024 gereed hoeft te zijn.

Pilots voor omgevingsplan

Een gebiedsdekkend omgevingsplan is voor alle gemeenten een logische stap die volgt op een gemeentelijke omgevingsvisie. Toch wordt hiermee niet gewacht. Hoewel meerdere gemeenten aangaven nog geen acties te ondernemen voor een omgevingsplan, geeft ongeveer de helft aan wél experimenten uit te voeren, of deze op korte termijn te starten.

Peel en Maas bijvoorbeeld voert samen met het Waterschap Limburg de pilot Omgevingsplan Kwistbeek uit. Daarbij organiseren ze participatie op een andere manier: ‘Door aan de voorkant, met bewoners, bedrijven en overige stakeholders in het gebied, na te denken over integrale opgaven.’

Via pilots experimenteren gemeenten met zaken als samenwerking, werkprocessen en juridische gevolgen. Vaak wordt het als grote meerwaarde gezien om ketenpartners in een vroeg stadium erbij te betrekken.

Ervaringen vanuit pilots uit eigen of andere gemeenten worden gebruikt als input voor het opstellen van een plan van aanpak voor een omgevingsplan. En voor het implementatieproces. Maar, zoals gemeente Beesel antwoordde: ‘We zijn al gestart met de implementatie van de Omgevingswet zonder het zo te benoemen.’

Kennis en ervaringen delen

Het lokaal experimenteren en het opstellen van bouwstenen zijn belangrijke stappen in de voorbereiding. Net als onderlinge kennisuitwisseling. Kennisdeling vindt al plaats. In Noord-Limburg bijvoorbeeld gecoördineerd door gemeente Venlo.

Gemeenten hebben behoefte aan antwoorden op vragen als:

– Hoe kun je integraal werken zoals bedoeld in de Omgevingswet?
– Hoe ga je om met het cultuurtraject en de werkprocessen vanuit klantreizen?
– Hoe bereid je het gemeentebestuur voor op de transitie?
– Hoe ga je om met nieuwe beleidsonderwerpen zoals klimaatadaptatie, circulaire economie & duurzaamheid, energietransitie, eiwittransitie/voedsel, ondergronds bestemmen?
– Welke vorm van participatie pas je toe bij welk plan of traject? Wat werkt wel en wat werkt niet?
– Hoe krijg je inzicht in de incidentele en structurele kosten, baten en risico’s voor de implementatie van de wet?
– Hoe zorg je voor een dynamische omgevingsvisie? Hoe ziet die eruit (digitaal/analoog) en hoe houd je die dynamisch?
– Hoe positioneer je de omgevingsvisie ten opzichte van andere visies, zoals de stadsvisie en economische visie?

Daarnaast geven gemeenten aan kennis en ervaringen te kunnen delen over:

– het opstellen van de omgevingsvisie in co-creatie met de inwoners
– het werken met een andere vorm van participatie: zelfsturing
– het inrichten van de informatievoorziening/DSO
– procesmatig werken in plaats van projectmatig werken
– het afwijken van bestaande wet- en regelgeving en rol van ministerie

Download hieronder de pdf met de 

uitgebreide antwoorden

 van deze inventarisatie, 

inclusief het aanbod en de vraag van kennisdeling

.

  • #Kennisdelen
  • #omgevingsvisie
  • #Omgevingswet
Detailhandel
MAAK DE BELEGGER IN JE BINNENSTAD ZICHTBAAR

Kennisnetwerk Nieuwe Binnensteden

Binnensteden van kleine en middelgrote gemeenten kampen met leegstand en zien hun vitaliteit sterk teruglopen. Steeds meer partijen schuiven aan tafel om het lokale MKB te redden en te transformeren naar een bruisende plek met geoliede economische motor door een krachtig MKB. Maar de gemeente, winkeliersvereniging, branchevereniging en provincie kijken als probleemeigenaren nauwelijks meer naar de laatste lege stoel: de belegger komt toch niet. Carolien Vermaas van Platform31 kent de vastgoedwereld en geeft de beleggers geen ongelijk. Volgens haar moeten gemeenten zich veel meer verdiepen in de logica van de belegger om diens potentie voor de binnenstad te herkennen en hem zo te verleiden aan tafel plaats te nemen.

Carolien, hoe heb je affiniteit ontwikkeld met de vastgoedwereld en waar houd jij je mee bezig als het gaat om lokale transformatie?

“Mijn carrière ben ik begonnen bij een internationale vastgoedbelegger. Hierna ben ik bij een heel ander type belegger gaan werken, namelijk in de woningcorporatiesector. Ik herinner me nog steeds hoe verwonderd ik was over het contrast tussen de twee. Waar de belegger letterlijk op afstand zat met spreadsheets op zijn bureau, zag ik bij corporaties zowat het tegenovergestelde. Die weten bij wijze van spreken hoe de buren erbij staan, of de straten eromheen. Met de problematiek van nu wil ik echt een pleidooi maken richting die belegger om een actievere rol te gaan nemen in lokale transformatie van binnensteden. Dat doe ik vanuit Platform31 – met de proeftuinen van de Retail Agenda en het Kennisnetwerk Nieuwe Binnensteden met provincies.”

Wat zie je dat er nu gebeurt in binnensteden?

“Er ligt in steden een enorme opgave om te transformeren. De omzetten van bedrijven lopen terug en je ziet veel hardnekkige leegstand ontstaan. Met als gevolg dat het leven langzamerhand uit een stadskern verdwijnt. Mensen komen er gewoon niet meer. De oplossing ligt niet in het bijbouwen van winkelcentra. Er is juist behoefte aan een combinatie van beleving, werken en wonen in stadskernen.”

“Wat je nu ziet is dat de probleemeigenaren in de binnenstad opstaan. Denk aan winkeliers, horeca, de gemeente, vastgoedeigenaren, provincie en soms ook wel lokale beleggers. De leegstand treft het MKB hard en is vaak erg besmettelijk. Als jouw zaak tussen twee leegstaande panden staat ben je automatisch al minder aantrekkelijk. En wanneer dit doorzet komt men niet meer in jouw straat. Zie dan nog maar het hoofd boven water te houden. In een poging om het MKB er bovenop te helpen en de binnenstad nieuw leven in te blazen gaat een gemeente bijvoorbeeld samen met een handjevol winkeliers, lokale vastgoedeigenaren en horeca aan de slag met visievorming. Dat is natuurlijk een goede zet. Alleen een belangrijke probleemeigenaar die steevast ontbreekt is de belegger. In het gesprek over de binnenstad doet de belegger niet mee.”

De belegger is in de binnenstad dus in wezen onzichtbaar, zeg je. Wie hebben hier het meeste last van?

“Het zijn met name de middelgrote steden en gemeenten waar je dit fenomeen terugziet. De grote steden hebben hier minder last van. Hier zie je nog wel lokale vastgoedtafels, omdat de beleggers veel bezit hebben in de stad bijvoorbeeld. Voor de gemiddelde stad geldt dat je beleggers ook nergens kunt vinden als je rondwandelt. Ze zijn onzichtbaar en houden zich afzijdig. Terwijl winkeliers ontzettend veel last kunnen hebben van achterstallig onderhoud en hoge huurprijzen. Of restaurants die soms al jaren tussen de leegstaande etalages staan. Dit raakt ook je lokale en regionale economie. Maar de eigenaar voelt dat amper. Sterker nog, het levert hem vaak indirect zelfs geld op.”

Waarom is het cruciaal dat beleggers aanschuiven in de opgave van lokale transformatie?

“Beleggers kunnen in potentie heel veel voor je betekenen als binnenstad. Door bijvoorbeeld gerichter investeringen te doen, op een aantal plekken bestemmingen te veranderen of de huren (tijdelijk) te verlagen. Ze kunnen echt meedenken over het vastgoed in jouw stad. Wat zorgt bijvoorbeeld voor waardestijging in bepaalde panden? Hoe kun je met een aantal verplaatsingen van huurders tot een bruisendere binnenstad komen? En waarop moet je als gemeente je keuze baseren om infrastructuur juist wel of juist niet aan te leggen? Nu zie je vaak MKB-ers eieren voor hun geld kiezen en hun zaak verkassen, want ze kunnen niet zeggen ‘ik wil links en rechts een andere tent’. Dan is toch die belegger van belang. Maar zolang je die niet aan tafel hebt, wordt het gesprek hier niet over gevoerd. Het ontbreken van dit perspectief is echt een gemiste kans.”

Beleggers hebben in theorie dus veel potentie voor je binnenstad. Waarom blijven ze dan toch afzijdig?

“Beleggers blijven ver van de transformatietafel omdat aanschuiven gelijk staat aan committeren en mogelijk investeren. En er is heel wat voor nodig om die stap te zetten als partij wiens taal niemand aan tafel spreekt. Je moet je voorstellen dat de logica van een belegger gewoon een hele andere is dan die van een gemeente of ondernemer. Beleggers zijn bijvoorbeeld transactiegericht en houden zich bezig met vastgoed voor het rendement dat het oplevert. De gemiddelde belegger heeft veel panden in bezit, vaak in meerdere steden of in andere landen, en managet vaak ook voor andere pensioenfondsen. Vaak doen ze dat maar met een klein clubje mensen. Transformatie staat dan nogal laag op de agenda omdat het veel tijd kost en de horizon van transformaties langer en onduidelijker zijn dan transacties. Je zal tijd, en op termijn geld, in moeten investeren en dat kost veel energie. Dan verkopen ze liever.”

“Daarnaast zie je dat met name beleggers vaak geen lokale binding voelen met jouw stad. Een vastgoedeigenaar heeft nog wel eens een aantal panden in dezelfde gemeente en gebruikt deels zelf de panden, maar beleggers hebben portefeuilles uitgesmeerd over het hele land. Vaak ook internationaal. Die ligt niet wakker van wat zijn leegstaande vastgoed in jouw stad teweegbrengt. Aan gemeenten een belangrijke taak om ze dus wakker te schudden en ze te verleiden.”

Wat weerhoudt gemeenten er tot nu toe van ze aan tafel te vragen?

“Vaak hebben gemeenten niet goed in beeld welke vastgoedeigenaren en beleggers actief zijn in hun gebied. Dit is altijd te achterhalen, bijvoorbeeld via het Kadaster. Daar zit de eerste stap. Maar ze in beeld hebben betekent nog niet dat je ze aan tafel krijgt. In de pogingen van gemeenten om de belegger aan tafel te krijgen zie je vaak dat het inzicht in diens kijk op de zaak en diens motieven ontbreekt. Gemeenten willen eigenaren bijvoorbeeld aan tafel krijgen via hard instrumentarium. Dan sla je, wat mij betreft, de plank mis. Een gevalletje van de wortel en de stok. Het zijn ook mensen. En het maakt hen ook wat uit met wie ze een gesprek hebben. Zitten ze in een vergaderzaal met de beleidsmedewerker EZ of krijgen ze een rondleiding van de wethouder door de stad? Of pak je dit misschien wel als regio op om jezelf nog aantrekkelijker te maken? Op dit terrein hebben gemeenten veel te leren.”

Zijn er goede voorbeelden?

“Woningcorporaties zie ik als voorbeeld van hoe beleggers betrokken kunnen zijn bij de binnenstad. Die hebben doorgaans veel bezit in een gebied. Hun woningen staan in de hele wijk en daardoor weten ze wat er speelt. Je ziet dat ze er veel mee bezig zijn om ervoor te zorgen dat een gebied het weer beter gaat doen. Deze lokale binding staat in enorm contrast tot beleggers. Zie het als gebiedsgerichte woningcorporaties versus ‘single assets’ beleggers. Naast corporatie zie je bijvoorbeeld ook supermarktketens een slag naar buurten slaan, door zich te richten op nabije leegstand of hun partners ervoor te interesseren. In gemeente Roosendaal is het ook goed gelukt om vastgoedeigenaren en beleggers aan (vastgoed)tafels te krijgen en gezamenlijk gerichte investeringen te doen. Het kan dus wel!”

Wat geef je gemeenten mee?

“Stap één is echt om die belegger in beeld te brengen voor jouw gebied. Wie bezit wat, en waar? Daarna is het zaak om je te verdiepen in diens wereld en zijn taal te leren spreken. Hoe denkt de belegger? Waar haakt hij op aan? Laat je als gemeente daarbij goed voorlichten, bijvoorbeeld over hoe taxaties werken. Wat zorgt voor waardebepaling in de boeken van beleggers en hoe krijgen ze waardestijging voor elkaar in jouw binnenstad – of misschien wel in jouw regio? Wil je vervolgens zijn aandacht trekken, pak dan vooral de wortel erbij, niet de stok. En beleggers zijn ook meer geneigd met je in gesprek te gaan als je ze een strategie voor de lange termijn met een heldere tijdslijn laat zien. Dan neem je een stukje onzekerheid bij hen weg. Als laatste en misschien wel belangrijkste: je wilt dat beleggers in jóúw stad of regio binding gaan voelen en waarde willen creëren. Laat dus zien waar je als binnenstad voor staat en nodig beleggers uit! Kijk hierbij goed om je heen zodat je profilering is afgestemd met je buren. Zo word je in de lokale transformatie voor beleggers misschien wel aantrekkelijker als regio.”

Provincie Limburg is lid van het Kennisnetwerk Nieuwe Binnensteden. Dit artikel is een publicatie van het kennisnetwerk Nieuwe binnensteden. Meer informatie en best practices? Kijk dan op de website van het kennisnetwerk.

  • #Detailhandel
  • #Innovatie
  • #Vastgoed
OW Logo
FRISBEE: EEN UNIEK DIGITAAL PLATFORM

Op eigen manier leren over Omgevingswet

Stel je voor: je logt in op een digitaal platform en kunt daar in de vorm die bij jou past leren over de Omgevingswet. De gemeente Venlo lanceert in juli een dergelijk platform. Bert Senden, projectleider implementatie Omgevingswet, vertelt er meer over.

“Het platform heet Frisbee. Frisbeeën doe je samen en het is leuk. Dat raakt aan de kern van de veranderopgave: ons leefklimaat maken we samen. Frisbee is bedoeld voor medewerkers van de gemeente Venlo die te maken krijgen met de Omgevingswet. Maar ook voor medewerkers van ketenpartners, zoals de buurgemeenten, het Waterschap Limburg, de Veiligheidsregio, de Regionale Uitvoeringsdienst en de GGD.”

Leren op jouw manier

“Iedereen leert op een andere manier. De een ontwikkelt zich door publicaties te lezen, de ander ziet liever korte video’s of gaat aan de slag via e-learning. En weer een ander maakt zich de nieuwe aanpak eigen door mee te doen aan een of meerdere pilots. Daarom bouwen we een platform met veel verschillende leervormen, waaronder video’s, artikelen en e-learning. Zo kunnen medewerkers op hun manier de nieuwe, benodigde kennis en vaardigheden opdoen. Doordat het systeem toetsen bevat en de score bijhoudt, weten medewerkers wat al is gedaan en wat hen nog te doen staat.”

“Uiteindelijk gaat het erom dat iedereen straks klaar is voor het nieuwe werken: actief, participerend en adviserend, samen met ondernemers en inwoners. Medewerkers kunnen met hun teamleider overleggen hoe ze zich die nieuwe werkwijze eigen maken. Via Frisbee heeft de teamleider ook zicht op de deelname van zijn medewerkers aan andere trainingen, zoals netwerken en de basiscursus Omgevingswet.”

Teamtrainingen met Omgevingstafel

Bert is ook projectleider van het team Implementatie Omgevingswet. “Voor alle teams die met de Omgevingswet te maken krijgen, organiseren wij teamtrainingen. Zo hielden wij laatst een inspiratietraining voor het team Bouwen en Milieu, aangevuld met 10 beleidsmedewerkers. Met als vraag: Hoe kun je straks complexe vergunningen in 8 weken in plaats van 26 weken afhandelen? Integraal getoetst vanuit de gedachte: Hoe kunnen we dit initiatief mogelijk maken?”

“We gebruikten hiervoor de ‘Omgevingstafel’, een dialoogmodel waarbij een initiatiefnemer en alle betrokkenen aan tafel zitten. We bootsten een fictieve casus na, zowel in de huidige situatie als straks met de Omgevingswet. Om het integraal samenwerken te oefenen, voegden we de rollen vergunningverleners, beleidsmedewerkers, de initiatiefnemer, belanghebbenden, een voorzitter en een beslisser toe. Voor veel collega’s was dit een inkijkje naar de toekomst. De volgende teamtraining is al ingepland. Daarin gaan we een complexe actuele casus rondom de Omgevingstafel nabootsen.”

Uniek

Het verfrissende Frisbee krijgt veel aandacht, ook landelijk. Bert: “We hebben het concept eind 2018 gepresenteerd tijdens de werkconferentie ‘De Omgevingswet in Noord-Limburg’ en ook in het G40-stedennetwerk. De reacties waren enthousiast. Mensen vinden het vernieuwend. Frisbee is uniek in Nederland. Bovendien is het breed toepasbaar. Je zou ook zo’n digitaal platform kunnen inrichten voor bijvoorbeeld het sociaal domein. En wie weet is het straks een ideaal instrument om tussen overheden en burgers online een continue dialoog te voeren over initiatieven in de ruimtelijke en sociale domeinen.”

Meer info

Kijk voor een eerste indruk op frisbee.today . Vanaf 1 juli is het platform operationeel.

Het dialoogmodel ‘Omgevingstafel’ is ontwikkeld door de VNG en de gemeente Zaanstad. Meer erover lees je op vng.nl .

Regiobijeenkomst in najaar

De gemeente Venlo en de regiogemeenten organiseren eind 2019 weer een regiobijeenkomst. Dan staan nieuwe thema’s centraal, zoals veiligheid, gezondheid, duurzaamheid, energie en klimaat. Ook ketenpartners zullen hierin een rol hebben. Houdt Expeditie Ruimte in de gaten voor de precieze datum.

  • #Omgevingswet
Erfgoed
OW Logo
MIJN OMGEVINGSVISIE: ERFGOED ENSEMBLES ZUID-LIMBURG

Lees de bevindingen

Het Gelders Genootschap heeft in opdracht van de Provincie Limburg in 2018 een project geleid over de leegstand en het hergebruik van monumentale kastelen, buitenplaatsen, boerderijen en molens in het Nationaal Landschap Zuid-Limburg.

Vorige maand is de publieksrapportage ‘Erfgoedensembles in Zuid-Limburg’ gepresenteerd. Dit rapport is de weerslag van een jaar lang intensief samenwerken met partners aan de problematiek van herbestemming van erfgoed ensembles in het Nationaal Landschap Zuid-Limburg. Dankzij de nauwe samenwerking met eigenaren, ondernemers, overheden, deskundigen en andere stakeholders heeft dit project veel nieuwe kennis opgeleverd met betrekking tot leegstand en herbestemming van groene erfgoed ensembles in Zuid-Limburg. Specifiek voor Provincie en gemeenten geven ze aanbevelingen om de herbestemming van monumenten beter te faciliteren.

De 5 aanbevelingen:

  1. Pas de gebiedsgerichte werkwijzer ‘Herbestemming Erfgoedensembles’ toe;
  2. Bundel, ontwikkel en deel kennis over erfgoed ensembles;
  3. Geef erfgoedensembles ruimtelijke en maatschappelijke status;
  4. Overheid, neem de regie!;
  5. Zet een ErfgoedLab Limburg op.

bekijk het gehele rapport op de website van het Gelders Genootschap.

Een Limburgse visie

Erfgoed is een belangrijk onderdeel van het Limburgse landschap. Om dit erfgoed te behouden is het belangrijk dat het een goede plek krijgt in de nieuwe Omgevingsvisies. Dit rapport is hiervoor bedoeld als inspiratie voor Provincie en gemeenten. Daarbij is duidelijk dat het herbestemmingsproces complex is en maatwerk en mensenwerk blijft.

Ook hierover vind je meer informatie op de website van het Gelders Genootschap.

  • #Erfgoed
  • #omgevingsvisie
Energie
Mobiliteit
OW Logo
“NIETS DOEN IS GEEN OPTIE”

Verkenning Digitale Samenleving

Wat is de impact van digitalisering op de Limburgse maatschappij? Om deze vraag te beantwoorden, gingen 6 verkenners op pad. Zij spraken binnen en buiten Limburg met ruim 350 mensen en lazen bijna 300 rapporten en artikelen. De uitkomsten zijn te vinden in de rapportage Verkenning Digitale Samenleving. Louis Reinders, Projectsecretaris Digitale Samenleving bij Provincie Limburg, vertelt er meer over.

Wat was de aanleiding voor de verkenning?

“Eind 2017 werden in de politiek steeds meer vragen gesteld over automatisering, digitalisering en robotisering. Met als kernvraag: Wat is de impact hiervan op Limburg en hoe kunnen we er rekening mee houden in beleid? De Provincie heeft het initiatief genomen en een jaar uitgetrokken om de effecten van digitalisering op zowel korte als lange termijn te onderzoeken.”

Hoe hebben jullie het aangepakt?

“Digitalisering is zo’n breed onderwerp. Dat kunnen we niet vanuit een kantoor aan de Maas uitzoeken. Zo kwamen we op het idee om met externe verkenners te werken. Deze verkenners zijn experts in hun vakgebied en hebben met een frisse en kritische blik de verkenning uitgevoerd. Zij gingen ieder voor een eigen thema op pad. Ze kregen van ons alleen een paar kaders: ‘Spreek met heel veel mensen uit het veld. En kijk niet vanuit de technologie, maar vanuit maatschappelijke situaties.’

Hun manier van werken en de vorm van oplevering hebben we volledig aan hen overgelaten. Het was wel spannend wat ze zouden opleveren. Iedere maand kwamen we een middag bij elkaar om ervaringen te delen. Het was een continu proces, waarin we samen hebben besloten in welke vorm we de resultaten wilden opleveren. Het is een rapportage geworden waarin iedere verkenner zijn thema op eigen manier heeft vormgegeven. Hun belangrijkste conclusie is: niets doen is geen optie. Maak actief werk van digitalisering om Limburg niet te laten achterlopen.”

Waarom spraken de verkenners met zo veel mensen?

“Dat vonden we belangrijk, omdat je dan niet de mening van een individu hoort, maar van een hele sector. Deze netwerkaanpak leverde veel positieve reacties op. We krijgen nog bijna dagelijks verzoeken van mensen die mee willen praten, denken of doen. Hier ligt ook een mooie uitdaging voor de komende jaren. Hoe zorgen we voor een goede samenwerking tussen verschillende sectoren en zorgen we gezamenlijk voor een mooi resultaat?”

Wat kunnen wij met dit rapport?

“Je kunt er heel veel informatie uit halen. Er staan veel toekomstbeelden, voorbeelden en ideeën in voor de digitale transformatie van de Limburgse samenleving. Wil je bijvoorbeeld een ‘smart city’ creëren, dan kun je dit rapport gebruiken als vertrekpunt. Zodat je zelf niet meer hoeft uit te zoeken welke mogelijkheden er op dit gebied zijn en waar je een goed voorbeeld kunt vinden. Hierdoor kun je veel sneller over inhoud spreken en besluiten nemen. Verder laat de rapportage zien waarom digitalisering een plek moet krijgen in een omgevingsvisie. Het legitimeert waarom je bepaalde dingen op een digitale manier aanpakt.”

Wat vond jij zelf opvallend aan de verkenning?

“Digitalisering kan voor veel meer transparantie zorgen. Zo kun je met sensoren bijvoorbeeld vervuiling of geluidsoverlast meten. Op basis van deze gegevens kun je dan beleid maken. Ook kan digitalisering meer transparantie geven over de herkomst van bijvoorbeeld energie. Zo kunnen we een betere discussie voeren. Dat is volgens mij de grootste toegevoegde waarde van digitalisering voor onze maatschappij.”

Meer informatie

De rapportage Verkenning Digitale Samenleving en een filmpje met Limburgse voorbeelden vind je op www.digitaallimburg.nl. Daar kun je ook de managementsamenvatting en de verkenningen per thema downloaden.

  • #Digitalisering
  • #Innovatie
  • #Omgevingswet
Bedrijven en kantoorterreinen
OW Logo
Recreatie en Toerisme
“HOE KUN JE VOOR ELK BELANG EEN WIN-WINSITUATIE BEREIKEN?”

Samen een gebiedsvisie ontwikkelen

De gemeente Brunssum, Stadsregio Parkstad en de Provincie Limburg werken samen aan een gebiedsvisie voor de Oostflank Brunssum. Projectleider Eric Schreuders vertelt waarom samenwerking zo belangrijk is en deelt tips.

De Oostflank Brunssum is een gebied van 360 hectare. Het is 1 van 8 zogenaamde stad-landzones die zijn benoemd door de Zuid-Limburgse gemeenten en de Provincie. Ze vormen de overgang tussen stad en landelijk gebied. Hier spelen veel opgaven. De landschappelijke kwaliteit en samenhang staan onder druk, bijvoorbeeld door verstedelijking en infrastructurele ontwikkelingen. Verschillende partijen werken samen om economische ontwikkelingen te combineren met behoud en ontwikkeling van landschappelijke kwaliteiten.

Hoe belangrijk is het om samen te werken met de Provincie?

“Heel belangrijk, omdat de Provincie de kaders schetst waarbinnen je een gebiedsvisie gaat ontwikkelen. Ook is ze een gedegen partner om samen te bekijken hoe je de visie invult. De Provincie heeft veel kennis in huis over beleids- en uitvoeringszaken en over hoe je een gebiedsvisie kunt ontwikkelen. Gemeenten hebben doorgaans minder van deze kennis in huis, dus het is goed om dit samen te doen. Je kunt met elkaar van gedachten wisselen, bijvoorbeeld wanneer wensen van partijen de grenzen van beleid raken. Dan kun je samen kijken hoe je daar creatief mee omgaat, zodat je er voor meerdere partijen iets uit haalt. Bovendien bezit de Provincie veel grond in de Oostflank Brunssum en je moet natuurlijk kunnen samenwerken met de grondeigenaar.”

Welke tips heb je voor anderen die een gebiedsvisie ontwikkelen?

“Ga op zoek naar de belangen die spelen in een gebied. Hoe kun je voor elk belang een win-winsituatie bereiken? Betrek zo veel mogelijk belanghebbenden erbij. Onderzoek welke ideeën zij hebben en welke kansen zij zien. Zo krijg je draagvlak. Hoe groter het draagvlak, hoe groter de slagkracht. Wij hebben op 18 maart een openbare bijeenkomst gehouden voor burgers en bedrijven in het gebied, om hen te informeren over de concept-visie. Dit heeft pas zin wanneer er een plan op hoofdlijnen ligt. Dus maak eerst een globaal plan. Dan spreek je over iets concreets ga je sneller door het proces van besluitvorming.”

Hoe houd je het ambitieniveau van ruimtelijke kwaliteit overeind?

“Dat is een proces dat wij nog moeten doorlopen. Wat laat je prevaleren? Het is belangrijk om vast te leggen wat de ambities van de partijen zijn waarmee je samenwerkt. Dat doen we niet alleen in de gebiedsvisie, maar ook in de op 13 maart ondertekende intentieovereenkomst. Om te voorkomen dat het gebakken lucht is, wordt dit ook opgenomen bij de verdere uitwerking van de visie en het opstellen van de voor burgers en bedrijven bindende plannen en overeenkomsten. Verder is het belangrijk om na de oplevering, in de beheerfase, te kijken hoe je in stand kunt houden wat is gerealiseerd.”

  • #omgevingsvisie
  • #Parkstad
  • #Ruimtelijke ordening
Detailhandel
KOOPSTROMENONDERZOEK LIMBURG 2019

De Provincie Limburg wil penvoerder en opdrachtgever zijn van het Koopstromenonderzoek Limburg 2019. Dit heeft gedeputeerde Hans Teunissen laten weten bij het Retailsymposium van 29 oktober 2018.

In 2009 is voor heel Limburg een grensoverschrijdend koopstromenonderzoek uitgevoerd. Teunissen wil dit onderzoek ‘Grenzeloos winkelen’ herhalen en up-to-date brengen. Want inmiddels zijn er veel nieuwe ontwikkelingen bij gekomen, zoals online winkelen en foodconcepten. Ook zijn er nieuwe partners en nieuwe onderzoekstechnieken, waaronder big data en prestatieonderzoek in winkelgebieden.

Gedrag van consumenten

Onderzoek naar koopstromen levert een schat aan informatie op over het functioneren van de detailhandel en het gedrag van consumenten in een winkelgebied. Het geeft retailers, vastgoedpartijen, gemeenten en Provincie inzicht in het functioneren van hun winkelgebieden en in verbeteropties. Het biedt belangrijke bouwstenen voor het opstellen en uitvoeren van ruimtelijk en economisch beleid. Met een koopstromenonderzoek kunnen nieuwe detailhandelsinitiatieven betrouwbaar worden onderbouwd en beoordeeld.

Informatie uitwisselen

Maar het is niet alleen aan de Provincie om te bepalen hoe dit koopstromenonderzoek eruit moet komen zien. Bij de voorbereiding en uitvoering worden belanghebbenden betrokken. Dit begint met de marktconsultatie die voorafgaat aan het onderzoek. De agenda hiervoor ziet als volgt uit.

Dinsdag 11 december 2018 – Publicatie marktconsultatiedocument; deel 1 Schriftelijke marktconsultatie

Vrijdag 11 januari 2019, 14:00 uur – Uiterlijke datum aanleveren antwoorden 

Week 4 2019 – publicatie marktconsultatiedocument, Deel 2 Debat gespreksonderwerpen 

11 februari 2019 – Inhoudelijk debat met potentiële leveranciers én potentiële gebruikers

18 maart 2019 – Publicatie marktconsultatiedocument, Deel 3 Resultaten 

 

Tijdens het Retailsymposium werden alle deelnemers opgeroepen om spontaan aan te geven welke vragen het koopstromenonderzoek moet beantwoorden. En welke eisen en randvoorwaarden moeten worden gesteld. Ook deze informatie wordt meegenomen in de marktconsultatie.

De Provincie wil het onderzoek eind 2019 hebben afgerond, maar in de tussentijd bruikbare resultaten zichtbaar kunnen maken. Of dat mogelijk is, moet blijken uit de marktconsultatie. Bij het onderzoek wordt aangehaakt bij wat er landelijk gebeurt, zodat onderzoeken en resultaten niet langs elkaar heen lopen.

Heb jij vragen of opmerkingen over het koopstromenonderzoek? Kijk voor de achtergrondinformatie op de website van de Provincie Limburg of stuur een bericht naar apr.schins@prvlimburg.nl 

  • #Detailhandel
  • #meten is weten
Energie
Landbouw
Wonen
MIJN OMGEVINGSVISIE: JONGERENPARTICIPATIE

Jongeren denken na over de toekomstige omgeving

Hoe zien Limburgse jongeren hun toekomstige omgeving? Hoe denken zij dat we in 2050 wonen? Zijn tiny houses de toekomst? Hebben we nog allemaal een eigen auto of is er sprake van een deeleconomie? Winkelen we nog fysiek, of gebeurt dit alleen nog maar online? Kortom, hoe zien zij hun toekomst?

Posters en filmpjes

Een groep jongeren kreeg als opdracht hun visie uit te beelden aan de hand van een casus over bijvoorbeeld wonen, werken of klimaat. Dit hebben ze verwerkt in een poster. Het proces om te komen tot deze poster hebben ze vastgelegd in een filmpje. Ze hebben belangen afgewogen, geïnventariseerd welke trends er nu al zichtbaar zijn. Ook hebben ze de behoeften van de nieuwe generatie in beeld gebracht.

Een andere groep jongeren is de straat op gegaan om bewoners te vragen hoe zij hun toekomst zien en wat belangrijke aandachtspunten zijn. Ook dit is gefilmd. In de filmpjes komen de ideeën van de jongeren zelf aan bod.

Frisse ideeën

In de posters en filmpjes die gemaakt werden, komen mooie ideeën naar voren:

– auto’s die op waterstof rijden of zonnepanelen op hun dak hebben;
– winkelen draait om beleving en niet meer louter om het winkelen zelf.

Zie hier het filmpje van deze middag. Een filmpje met ideeën over mobiliteit in de toekomst volgt nog.

Structureel inzetten van jongeren

Wegens het succes van deze dag zijn we nu in gesprek met leraren hoe we dit structureel zouden kunnen aanpakken. Een mooie uitkomt van deze dag dus!

  • #Klimaat
  • #omgevingsvisie
  • #participatie
Landbouw
OW Logo
Wonen
NEDERWEERT IS AL GEWEND AAN DE NIEUWE MANIER VAN WERKEN VOOR DE OMGEVINGSWET

Buitengebied in Balans

De gemeente Nederweert werkt sinds 2013 op een nieuwe manier aan een toekomstbestendig buitengebied. “Door buiten met boeren en burgers het gesprek aan te gaan,” vertelt Petra Philips, beleidsregisseur Ruimtelijk Domein van de gemeente Nederweert.

Dat doen ze onder de noemer Buitengebied in Balans. Petra: “Buitengebied in Balans is geen project, maar een proces. Een andere manier van werken. Het is ontstaan in 2012, toen de gemeenteraad aangaf dat ze een integrale aanpak voor het buitengebied wilde waarbij we met buiten praten. We begonnen in 2013 met een klein ‘schakelteam’: 2 ambtenaren, Hans Caubo van de Provincie Limburg en Hans Corsten van het Gebiedsbureau Weert – Nederweert – Leudal legden verbindingen tussen de partijen buiten. Zelf zocht ik samen met een collega vooral de verbinding binnen de gemeentelijke organisatie. Tegenwoordig is ons team groter.”

Aanspreekpunt voor boeren

“In het schakelteam zit ook een bedrijfscontactfunctionaris. Zij is het aanspreekpunt voor bedrijven, op dit moment vooral agrariërs. Heeft een boer plannen voor zijn bedrijf, dan gaat ze op bedrijfsbezoek en bespreken ze samen wat het plan is en wat hij daarvoor nodig heeft. Daarna kijkt ze wie van de gemeente daarbij nodig zijn. Ook stimuleert ze de agrariër om met zijn omgeving te praten. De bedrijfscontactfunctionaris heeft dus niet de rol van vergunningverlener, maar van verbinder.”

Verfrissende kijk op regelgeving

“Ook met proeftuinen doen we ervaring op met originele manieren van samenwerken. Een proeftuin is een situatie die niet voldoet aan de wet- en regelgeving, maar waarvan het een gemiste kans zou zijn als we het niet zouden doen. Dit kan van alles zijn. Bijvoorbeeld een boer die een nieuwe techniek die nog niet is onderzocht wil gebruiken. Sommige proeftuinen mislukken. Je weet van tevoren niet wat de uitkomst wordt. En soms denken mensen alles te mogen, dus het is belangrijk om vooraf duidelijk te maken wat de voorwaarden zijn.”

Pluspunten

“Maar de grootste winst van Buitengebied in Balans is dat het onderwerp buitengebied op de agenda staat, ook landelijk. En dat tussen boeren en bewoners begrip aan het ontstaan is. In oktober hadden we een werksessie en hoorde ik daarna een burger tegen een boer zeggen: ‘Ik kom morgen bij jouw bedrijf kijken.’ Intern hebben collega’s een bredere blik gekregen en weten ze ons beter te vinden. En dankzij ons grote netwerk kunnen we gebruikmaken van veel kennis en kunde, bijvoorbeeld van Wageningen University & Research. Bovendien zijn wij al gewend aan de nieuwe manier van werken voor de Omgevingswet.”

Omgevingsvisie

Ondertussen is de gemeente bezig met de Omgevingsvisie voor het buitengebied. “Dankzij de proeftuinen krijgen we inzicht in hoe ons beleid werkt en waar het moet worden aangepast. En door de vele gesprekken in de afgelopen jaren hebben we een goed beeld van wat de inhoud moet worden. Met het netwerk kunnen we thema’s verder invullen.”

Daarnaast houdt de gemeente een uitgebreid ‘meedenktraject’ met bewoners, gebruikers en bedrijven in het buitengebied. Online, tijdens creatieve sessies en via interviews, gesprekken en bijeenkomsten. Want mét elkaar praten in plaats van óver elkaar blijft de manier van werken in Nederweert.

Meer informatie

Op nederweert.nl vind je filmpjes over Buitengebied in Balans.

Ook vind je daar richtlijnen voor een dialoog die de gemeente opstelde omdat ondernemers en burgers behoefte hadden aan handvatten om samen gesprekken aan te gaan.

Op vng.nl verscheen eerder een artikel over de proeftuinen van de gemeente Nederweert.

  • #Buitengebied
  • #Omgevingswet
  • #Recreatie en toerisme
Landbouw
LIMBURGSE AANPAK VOOR TOEKOMSTBESTENDIGE INTENSIEVE VEEHOUDERIJ

Uitvoeringsagenda 'Vitale veehouderij'

Een toekomstbestendige intensieve veehouderij in balans met een gezonde en duurzame leefomgeving. Dat is het doel van de uitvoeringsagenda ‘Vitale veehouderij’. Ed Roos, senior beleidsmedewerker Ruimte bij Provincie Limburg, vertelt er meer over.

Wat was de aanleiding voor het opstellen van de uitvoeringsagenda?

“De intensieve veehouderij is een belangrijke economische sector in Zuidoost-Nederland waar kwalitatieve en voedselveilige producten efficiënt worden geproduceerd. Maar er zijn veel dieren binnen een relatief klein gebied. Vaak ook nog dichtbij woningen. Hierdoor ontstaan problemen als stank, mestoverschot, ammoniakemissie, fijnstofemissie, ziekten bij dieren en soms ook bij mensen, en een forse ecologische voetafdruk. De maatschappelijke druk op de intensieve veehouderij neemt toe. Er is steeds meer aandacht voor dierenwelzijn en voor gezond leven. Burgers zijn zich steeds meer bewust van gezondheidsrisico’s en vragen de overheid om risico’s te beperken.”

Hoe kwam de uitvoeringsagenda tot stand?

“Vanuit het samenwerkingsverband ‘schone stallen’, bestaande uit de sector (LLTB), Natuur en Milieufederatie Limburg, de Provincie en de 6 gemeenten met de grootste intensieve veehouderij. Dit zijn Weert, Nederweert, Leudal, Peel en Maas, Horst aan de Maas en Venray.”

Wat willen jullie bereiken met de uitvoeringsagenda?

“We willen dat de sector een belangrijke rol kan blijven spelen in de Limburgse economie. Om toekomstbestendig te zijn, moet wel rekening worden gehouden met vraagstukken en belangen op het gebied van energie en duurzaamheid, volksgezondheid, milieu en dierenwelzijn. De uitvoeringsagenda beschrijft deze ‘Limburgse aanpak’ en de taken en verantwoordelijkheden van de verschillende overheden: Rijk, Provincie en gemeenten.”

“Met de uitvoeringagenda willen we de druk op de leefomgeving als gevolg van de emissie van ammoniak, fijnstof, endotoxinen en geur verminderen. Op korte, middellange en lange termijn. In de toekomst zullen wij aansluiten op de ontwikkeling richting circulaire landbouw. Een exacte afbakening van dit onderwerp is nog in gang. Maar wat daar zeker onderdeel van zal zijn, is een streven naar minimale verliezen van grondstoffen en naar beperking van energieverbruik. Kijk bijvoorbeeld naar mest: dat is in onze regio momenteel een afvalstof. Als je ervoor kunt zorgen dat dit weer een grondstof wordt, heb je een gesloten kringloop en beperk je het risico op mestfraude.”

In september 2018 is het plan vastgesteld door Gedeputeerde Staten. Hoe gaat het nu verder?

“We gaan deze plannen uitvoeren, samen met de gemeenten en andere partners. Een van de dingen die we aanbieden is ‘warme sanering’. Daarbij krijgen boeren de mogelijkheid om onder begeleiding te stoppen met hun bedrijf. Met geld van het Rijk kunnen in gebieden met een hoge geurbelasting de varkensrechten, inclusief de emissievergunning en de IV-bestemming, worden opgekocht. Samen met onze regionale partners organiseren wij de begeleiding van de stoppende boeren en als Provincie faciliteren we het deels financieel. Voor de begeleiding zetten we deskundigen in. Per geval kijken we wat er nodig is.”

Jos Kniest is planoloog buitengebied bij gemeente Venray en nam deel aan het samenwerkingsverband ‘schone stallen’. Hoe heeft hij de totstandkoming van de uitvoeringsagenda ervaren?

“Achter de titel ‘schone stallen’ gaat een complex traject schuil”, vertelt Jos. “De afgelopen periode hebben de Provincie en de Peelgemeenten dit omgezet naar concrete acties. Met het vaststellen van de Uitvoeringsagenda is een duidelijke stap gezet. Deze gezamenlijke aanpak wordt voortgezet door de uitwerking van de acties onderling te verdelen. Zo kunnen we leren van de ervaring van de ander.”

Download de uitvoeringsagenda ‘Vitale veehouderij’.

OW Logo
MIJN OMGEVINGSVISIE

Start verhalenreeks Omgevingsvisie Limburg

In februari starten we met een maandelijkse verhalenreeks: Mijn Omgevingsvisie. De Omgevingsvisie is een breed onderwerp. Dit brengt uiteraard veel vragen met zich mee, maar ook veel ervaringen. Expeditie Ruimte gaat op zoek en beantwoordt jouw vragen.

Hoe verloopt het proces rondom de Provinciale en gemeentelijke visies? Hoe betrek je de inwoners op een goede manier? Wat doen Provincie, grote en kleinere gemeenten? Dit zijn slechts een paar van de vele vragen die vaak worden gesteld. Mijn omgevingsvisie geeft praktische informatie aan de hand van voorbeelden uit de hele Provincie en zal maandelijks op de leeromgeving verschijnen.

Thema 1: Jongeren en de Omgevingsvisie

Het eerste verhaal zal gaan over het beeld dat jongeren hebben bij de Omgevingsvisie. Wat is bijvoorbeeld hun visie voor 2050? Wij gaan het ze vragen en de jongeren vertellen het zelf in de vorm van een vlog.

Wat wil jij graag weten?

Heb jij een mooi voorbeeld van hoe de omgevingsvisie invloed heeft op je dagelijkse leven of op je werk? Heb je inhoudelijke vragen over de omgevingsvisie? Laat het weten en wie weet  komt jouw onderwerp of vraag in maart in Mijn Omgevingsvisie. 

Neem contact op via omgevingsvisie@prvlimburg.nl 

  • #Omgevingswet
Detailhandel
Recreatie en Toerisme
MAASTRICHT RICHT ZICH OP GEBRUIKERS VAN DE BINNENSTAD IN 2030

Door Hanneke van Rooijen (Platform31)

De toekomst van de binnenstad staat in veel steden hoog op de beleidsagenda. Maastricht vulde dit in met een interactief proces met de bewoners van Maastricht. Bijzonder hieraan was dat er systematisch best ver vooruit gekeken werd: er werd bewoners gevraagd naar de belangrijkste thema’s voor de binnenstad van Maastricht in 2030. Via droomlijnen, die later werden afgezet tegen de realiteit, werd er breed en open over de toekomst van de binnenstad nagedacht. Op basis van het interactieve proces werd de Visie op de Binnenstad geschreven, waaraan een uitvoeringsagenda werd gekoppeld.

Bewust kiezen voor een andere aanpak

De gemeente Maastricht had bij de ontwikkeling van de visie duidelijk een andere aanpak voor ogen dan wat eerder gebruikelijk was. De gemeente nam haar regierol in ontwikkeling van de binnenstadsvisie serieus, maar wilde nadrukkelijk de gebruikers van de binnenstad een stem geven in de inhoud van de visie. Dit deed zij door stadsavonden te organiseren waarbij iedereen welkom was, zoals de bewoners, ondernemers en instituten van de binnenstad, maar bijvoorbeeld ook die van de buitenwijken van Maastricht. Zij maken immers ook gebruik van de binnenstad. In totaal hebben zo’n 350 mensen actief meegedaan. De beginvraag: “waar ben je trots op met betrekking tot de binnenstad en als er geen beleidsstukken waren, hoe ziet jouw ideale binnenstad er dan in 2030 uit?” Ook jongeren en studenten deden hieraan mee en zelfs basisschoolleerlingen, waarvoor een speciale leerlingenconferentie gehouden is. Zij zijn de gebruikers van de binnenstad in 2030.

De uitkomst is dat het belang dat gehecht wordt aan het historische karakter van de binnenstad onverminderd groot is, maar op een aantal onderwerpen is de koers wel gewijzigd. De integrale visie is bedoeld om de belangrijkste kenmerken van de binnenstad (kennisstad, cultuurstad, ontmoetingsstad en woonstad) te gaan versterken. Hieraan wordt onder andere invulling gegeven door het ruimte bieden aan experimenten in de binnenstad, onderzoek naar alternatief (duurzaam) transport en het stimuleren van nieuwe evenementen voor jongeren en innovatieven. Door te werken met binnenstadsbuurten worden de karakteristieke kenmerken van de diverse binnenstadsbuurten benut.

Beredeneerd over de toekomst nadenken

“The world is changing fast”, valt te lezen in het Raadsvoorstel bij de Visie op de Binnenstad. Het aangezicht van een stad verandert hierdoor niet per se (of niet zo snel), maar wel de mensen die er wonen, werken en leven en de manier waarop ze dit doen. Denk aan de opkomst van de deeleconomie en nieuwe technologische diensten. Het is essentieel om je hier als stad op te willen aanpassen. Door de snelle en fundamentele veranderingen is het enerzijds complex om meerdere jaren in de tijd vooruit te kijken, maar anderzijds ook meer dan ooit nodig om de goede keuzes te kunnen maken. Maastricht richtte zich met de blik op 2030 niet op een verwacht of gewenst (eind)beeld, maar vooral op de mogelijkheden om te kunnen inspelen op dynamische trends en ontwikkelingen en hiervan de kansen te benutten. Kenmerkend voor een binnenstad is de veelheid aan (uiteenlopende) belangen die er samenkomen. Verschillende groepen hebben een ander toekomstbeeld van de stad. Doordat de stadsavonden een zeer breed deelnemersveld aantrokken werden belangen in de breedte gediend en lukte het om deze in het juiste perspectief te plaatsen.

Uitvoeringsagenda Visie op de Binnenstad

De Visie op de Binnenstad is leidraad geweest voor een aantal beleidsvisies, zoals voor het evenementenbeleid, horecabeleid, hotelbeleid en detailhandelsbeleid. Hierdoor was er veel aandacht voor vernieuwing. Afhankelijk van het onderwerp zijn bij de totstandkoming ook diverse doelgroepen uit de Visie op de Binnenstad betrokken. Ook bij het toetsen van individuele initiatieven wordt de Visie op de Binnenstad gehanteerd, bijvoorbeeld op het aspect van passendheid binnen het desbetreffende buurtkarakter van de binnenstad. Er zal nog een evaluatie van de Visie op de Binnenstad plaatsvinden.

Dit artikel is gepubliceerd door het Kennisnetwerk Nieuwe Binnensteden.

  • #Centrumvisie
  • #participatie
Detailhandel
ROERMOND: INNOVATIEVE OPLOSSINGEN IN DE RETAIL

Samen de retailbranche in Limburg 'future proof' maken

Op donderdag 1 november organiseerde de Retailagenda een intervisie met gemeente Roermond en het Retail Innovation Centre (RIC). Deze partijen willen de retailbranche in Limburg future proof maken. Zij zorgen er nu samen voor dat ondernemers slim in kunnen spelen op alle ontwikkelingen in de retail. Roermond is inmiddels twee jaar een living lab en deelde tijdens de intervisie haar ervaringen.

“Vergeet niet om af en toe in de spiegel te kijken: wat werkt wel en wat werkt niet?”

Keuzes maken

Roermond wil vooroplopen in retail. Compleet, comfortabel, compact én met concentratie, zegt Mark Forschelen, beleidsadviseur Economische Zaken bij gemeente Roermond: “In de afgelopen jaren maakten wij heel bewust keuzes. Daarmee laten we zien waar volgens ons de toekomst ligt. Op dit moment zetten we vol in op een compact, aantrekkelijk en levendig centrum. We stelden stimuleringsregelingen op die nieuwe formules aantrekken en versterken het kerngebied. Daarnaast stimuleren we samen met het RIC het ondernemerschap van Roermond.”

RIC: innovatiewerkplaats

Het RIC zet zich in de provincie Limburg in als hét expertise- en innovatiecentrum voor detailhandel. Het is een initiatief van en voor de retail waar onder meer citymanagement, beroepsonderwijs, gemeenten en provincie bij zijn betrokken, zegt Vivienne Curvers, programmamanager bij het RIC: “Samenwerken tussen ondernemers, onderwijs en overheid staat hier centraal. Wij willen prikkelen, inspireren en kennis delen. We fungeren als innovatiewerkplaats en living lab waar we oplossingen in de praktijk testen. Ons doel? Het toekomstbestendig maken van ondernemers in de retail.”

Verbinding leggen

Volgens Curvers ligt de sleutel tot succes in samenwerking. Daarom legt het RIC actief verbindingen tussen ondernemers, gemeente en onderwijs, maar ook tussen ondernemers onderling: “Ondernemers in de retail zijn vaak zo druk binnen hun eigen winkelmuren, dat ze vergeten dat het wiel allang is uitgevonden. In Roermond startten wij daarom een on- en offline community waar ondernemers bij elkaar terecht kunnen voor het stellen van vragen en delen van ervaringen. Daarnaast legden we in Roermond een verbinding tussen onderwijs en praktijk. Studenten helpen ondernemers hier nu bij hun social media strategie.”

In de spiegel kijken

Gemeente Roermond probeert innovatie hoog op de agenda van de ondernemers te plaatsen, maar dat gaat niet zonder slag of stoot, zegt Forschelen: “De retailer is niet altijd even makkelijk te enthousiasmeren. We richten ons daarom vooral op de ondernemers die wel willen en zetten koplopers in de schijnwerpers. Mijn advies aan andere gemeenten? Zet de schouders eronder en geef niet op. Dit traject heeft een lange adem, maar is absoluut de moeite waard. Bouw aan relaties en netwerken en vergeet ook niet om af en toe in de spiegel te kijken: wat werkt wel en wat werkt niet?”

Bekijk hier de presentatie van de gemeente Roermond en hier de presentatie van het RIC.

Dit artikel is gepubliceerd door de Retailagenda

Bekijk ook op de website van de Retailagenda: Deli Scene: nieuwe trekker voor binnenstad Venlo

  • #Detailhandel
  • #Innovatie
  • #Roermond
Landbouw
OW Logo
Wonen
‘GEMEENTEN IN DE REGIO ZIJN ALS COMMUNICERENDE VATEN’

Samenwerking Zuid-Limburg

Wat doe je als je een vitale regio in een waardevol landschap wilt behouden, zowel nu als in de toekomst? Hoe pak je het aan om thema’s bespreekbaar te maken waarvan de invloed altijd verder reikt dan de eigen gemeentegrens? Dan sla je de handen ineen en ga je samen aan de slag.

Dat is de opdracht waar de achttien Zuid-Limburgse gemeenten en de Provincie Limburg voor aan de lat staan: regionaal samenwerken op omgevingsvraagstukken zoals wonen, detailhandel, landbouw en landschap. Ook in Noord- en Midden-Limburg wordt er op deze thema’s samengewerkt, maar de uitdaging in Zuid-Limburg zit in de hoeveelheid gemeenten: achttien stuks. Dat vraagt om een goede afstemming en samenwerking. Daar is de afgelopen periode tijd en energie in gestoken en niet zonder resultaat.

Resultaten

Een voorbeeld van de behaalde resultaten is de Structuurvisie Wonen Zuid-Limburg, die door álle achttien Zuid-Limburgse gemeenten is vastgesteld. Door de Structuurvisie liggen er nu duidelijke afspraken waar woningen wel en niet gebouwd kunnen worden. Zijn er nieuwe plannen? Dan stemmen de gemeenten dat regionaal af. Ook hiervoor geldt immers de invloed van bouwplannen is altijd groter dan de eigen gemeentegrens.

Vergeet communicatie niet

De concrete resultaten zijn er dus, maar daar houdt de afstemming niet op. Ook communicatie speelt een belangrijke rol bij in de samenwerking tussen gemeenten. “Gemeenten in de regio zijn als communicerende vaten: door samenwerking kunnen wij op het gebied van omgevingsvraagstukken voor evenwicht zorgen”, vertelt Myriam Cuypers-Ploem, communicatieadviseur van de gemeente Meerssen. Goede communicatie rondom de regionale samenwerking is nodig: met de eigen inwoners en ondernemers, maar ook met beleidsmakers en bestuurders van gemeenten onderling.

Omgevingsvisie

Myriam: “Ik vind het prettig om mijn Zuid-Limburgse communicatiecollega’s regelmatig te ontmoeten. Korte lijnen maken snelle afstemming mogelijk. En van elkaars ervaringen leren, is altijd waardevol.” Met name het delen van ervaringen en het uitwisselen van best practices is zeer waardevol in de volgende fase: Op weg naar de Omgevingsvisie. Een traject dat voortborduurt op de basis die nu in dit project is gelegd.

Meer uitleg over de regionale samenwerking in Zuid-Limburg is terug te vinden op de website van de provincie Limburg. Hier staat onder meer een animatie en een vraag- en antwoordlijst. Ook wordt er een doorkijkje gemaakt naar het opstellen van de Omgevingsvisie.

  • #Omgevingswet
Recreatie en Toerisme
‘ONZE AANPAK IS UNIEK IN NEDERLAND’

Vitalisering Vakantieparken

Provincie Limburg wil de vakantieparken in Limburg in topconditie houden. Dat doet ze onder andere via het project Vitalisering Vakantieparken. “We hebben 10 parken in beweging gezet. Sommige zullen in 2 jaar weer vitaal zijn. Bij andere zal dat misschien 5 tot 10 jaar duren”, vertelt Frank Verkoijen, vitaliteitsmanager van dit intensieve project.

“Ik help Limburgse recreatiebedrijven om weer vitaal te worden. Uit een vitaliteitsscan verblijfsrecreatie van 2015 bleek dat een kwart van de vakantieparken niet meer voldoet aan de vraag van de toerist. Bovendien houdt een behoorlijk deel het hoofd boven water door niet-toeristisch gebruik, zoals permanente bewoning of verhuur aan arbeidsmigranten of statushouders. Een aantal bedrijven dreigt hierdoor de aansluiting met de toeristische markt te verliezen. De kans op achteruitgang stijgt en dat is niet positief voor de rest van de toeristische markt.”

10 pilots

Redenen genoeg voor de Provincie Limburg om een pilotjaar met vitaliseringstrajecten te starten. “De Provincie heeft mij gevraagd om pilots te doen bij 10 bedrijven. De kennis en ervaring die we opdoen, kunnen we later weer gebruiken. Ik ga bij de ondernemer langs en maak een scan van het bedrijf. Wat speelt er? Kunnen we er nog iets mee? En zo ja, wat dan? We helpen met instrumenten. Zo hebben we bij 4 parken sectorspecialisten ingehuurd voor een kennissessie.”

Uniek in Nederland

“De 10 parken zijn heel verschillend, dus we werken een-op-een met de ondernemers. Onze aanpak en het feit dat ik als vitaliteitsmanager onafhankelijk kan werken, is uniek in Nederland. Groot voordeel is dat we snel kunnen schakelen. En omdat ik neutraal ben, zijn ondernemers eerder geneigd om mee te werken. Ik kom ze niet vertellen wat ze moeten doen, maar bied de helpende hand. Deze werkwijze lijkt me noodzakelijk om resultaten te boeken.”

Ook de gemeenten zijn actief betrokken, zitten mee aan tafel en ervaren deze werkwijze als positief.

Lang in vastbijten

“Het is nog te vroeg om concrete resultaten te noemen, maar alle 10 parken zijn in beweging gezet. Sommige zullen in 2 jaar weer vitaal zijn. Bij andere zal dat 5 tot 10 jaar duren. Er is geen snelle oplossing. Je moet je er lang in vastbijten.” Inmiddels is wel de eindrapportage van het pilotjaar beschikbaar: In Limburg bereiken we meer – Eindrapportage pilotjaar Vitalisering Verblijfsrecreatie. 

Tips

“Ik kan me voorstellen dat de aanpak met een onafhankelijke programmamanager ook goed kan werken voor andere problemen in Limburg. De inzet van sectorspecialisten kan ik aanraden, net als het maken van een ‘instrumentenkoffer’. Een tip voor gemeenten: houd je rol goed in de gaten en wees streng. Wil iemand niet meewerken? Dan niet. Je kunt advies geven, maar mensen moeten wel geholpen willen worden.”

Het eerste leerjaar zit er op. De Provincie en regio’s kijken nu samen hoe ze een vervolg kunnen geven aan dit project, want dat verdient het zeker.

  • #Recreatie en toerisme
  • #Vakantieparken
  • #Vitalisering
OW Logo
PARTICIPATIE VANAF HET BEGIN

Maastrichtse pilot met opstellen Omgevingsplan

De gemeente Maastricht is voor het gebied Boschpoort bezig met een pilot voor het opstellen van een Omgevingsplan. Dat doet ze samen met de buurt.

“Met deze proef willen we in samenwerking met bewoners een toekomstbeeld voor de buurt maken. De inhoud van het Omgevingsplan stellen we op met de bewoners en belanghebbenden uit de buurt”, vertelt Anhilde de Jong, Procesmanager van gemeente Maastricht.

“Zo willen we in een deel van de stad ervaring opdoen met de nieuwe manier van werken. En verkennen welke nieuwe mogelijkheden de Omgevingswet ons straks biedt om meer ruimte te laten voor initiatief, flexibiliteit en maatwerk. We hopen dat deze proef lessen oplevert die we kunnen gebruiken als we uiteindelijk één Omgevingsplan voor de stad maken. Lessen over de inhoud, maar vooral over de manier van samenwerken.”

Lessen en tips

“Onze partner in Boschpoort is het buurtkader. Dat werkt erg goed. Ze denken mee over hoe we de pilot moeten insteken en hoe we het gesprek met de buurt aangaan. Dankzij hen is het gemakkelijker om bewoners en partijen in de buurt te bereiken en hun input te krijgen.”

“Het is wel zoeken naar hoe we de bewoners informeren. Wat vertel je in welk stadium? En hoe? Het Omgevingsplan is toch vrije droge, juridische materie. Stel dat we zeggen: ‘Er moet meer groen komen in de wijk’. Hoe neem je dat op in een Omgevingsplan? Het buurtkader gaf terecht aan dat ze juist deze vertaalslag ook sámen willen doen. Het is belangrijk om bewoners duidelijk te maken wat je doet met hun input.”

Bewuste keuze

Anhilde heeft nog een tip voor andere gemeenten die een Omgevingsplan gaan opstellen: “Kies vooraf al bewust in hoeverre je direct wilt oefenen met samenwerking met de buurt. En zo ja, in welk stadium je dit doet. Wij kozen ervoor om dit vanaf het begin te doen, maar daar zijn ook andere keuzen in te maken. Participatie kan voelen als meer moeite, maar je krijgt een beter en meer gedragen product.”

Meer info

Meer over deze pilot vind je op de website van de gemeente Maastricht: gemeentemaastricht.nl/omgevingsplan

In een later stadium van deze pilot zullen we hier weer een artikel over schrijven, dus houd de website en nieuwsbrief in de gaten.

  • #Maastricht
  • #Omgevingswet
  • #participatie
Detailhandel
Wonen
VAN WINKELS NAAR WONEN

Sittardse straten transformeren

De Stationsstraat en Steenweg-west in Sittard zijn volop aan het veranderen. In plaats van alleen winkels komt hier een mix van functies: werken, leren, ontmoeten en wonen. Programmamedewerker Annelieke Bergink van gemeente Sittard-Geleen vertelt over de aanpak.

Waarom is deze transformatie nodig?

“We willen het kernwinkelgebied verkleinen tot het gebied vanaf de Voorstad tot aan de Markt. De Stationsstraat en Steenweg-west vormen de entree naar de historische binnenstad, maar de leegstand in deze straten was groot. Er zijn te veel retailmeters. Daarom willen we hier andere functies stimuleren, zoals wonen of kleinschalige bedrijven.”

Wat is lastig aan de transformatie?

“Het zoeken naar nieuwe invulling van panden. Zijn er genoeg mensen om de panden te vullen? Maar wat vooral lastig is, is dat de functie vroeger al is veranderd van wonen naar winkels, en dat het nu weer terug gaat naar wonen. Er zijn ondernemers van 80 jaar die hun winkel al sinds de jaren ’60 hebben en het pand hebben gekocht als investering. Nu ze de straat weer zien veranderen, is dat voor hun een rouwproces. Dat maakt het soms moeilijk om met hen in gesprek te komen.”

Wat gaat juist beter dan verwacht?

“Er is veel voortgekomen uit gesprekken met ondernemers uit deze straten. Zij vonden bijvoorbeeld dat als de straat verandert naar een multifunctionele straat, het makkelijker moet zijn om groen bij de gevel te plaatsen. Zo kwamen ze met het idee om op de stoep hekjes te plaatsen die verwijzen naar de historie van Sittard. Die hekjes hebben ze zelf laten ontwerpen. Ik vind het heel positief om te zien dat ze verantwoordelijkheid nemen voor hun straat. Het Koersdocument is een mooi product van onze samenwerking met ondernemers. Zij hebben een grote rol gehad hierin.”

Welke tip kun je anderen meegeven die een soortgelijk project doen?

“Het gaat niet zozeer om wát je gaat doen, maar om een goed proces. In ons geval hielp het om een neutrale partij in te schakelen: een adviesbureau dat de gemeente, ondernemers, vastgoedeigenaren en bewoners bij elkaar bracht.”

Welke resultaten zijn al behaald?

“11 panden zijn inmiddels van functie gewijzigd: 7 zijn ingevuld met wonen, in 3 panden zit ambachtelijke dienstverlening, 1 pand is een jongerenontmoetingsplek geworden en in een ander pand zit nu een horecazaak. De Zuyd Labs van Zuyd Hogeschool vullen 2 panden in de Steenweg. Hier geven studenten advies aan ondernemers. Die Labs werken daar heel goed, omdat het vastgoed goedkoper is en ze op de looproute naar de hogeschool liggen. Bovendien willen studenten contact met ondernemers en dan is het aantrekkelijk om in het centrum te zitten.”

Meer informatie

De aanpak van deze straten is onderdeel van het project Zitterd Revisited. Wanneer dat project in 2025 klaar is, moet Sittard weer een regionaal ontmoetingscentrum zijn met een bovenregionale winkelfunctie. Bekijk ook het Koersdocument Steenweg-west/Stationsstraat in Sittard (pdf).

  • #Detailhandel
  • #wonen in Limburg
Detailhandel
“Wij doorbreken blokkades”

De succesfactoren van Streetwise

Streetwise is een onafhankelijke organisatie die in samenwerking met gemeenten nieuwe ondernemers begeleidt. Dankzij hun aanpak zijn al tientallen winkels en horecabedrijven gestart en is veel leegstand opgelost. Wat zijn de succesfactoren? En is hun aanpak te kopiëren?

“Sommige ondernemers komen huilend bij ons. Ze zijn al 5 jaar bezig om hun droom waar te maken, maar lopen tegen blokkades op. Wij doorbreken die blokkades”, vertelt Sjaak Vinken. Hij werkt samen met Leonie Kuepers vanuit Streetwise.

“Onze kracht ligt onder andere in ons grote netwerk. Wij kennen veel vastgoedeigenaren en financiers. Behaal je 1 succes met hen, dan willen ze mee. Dankzij ons netwerk en onze ervaring zien we ook duidelijk waar de markt, investeerders en gemeenten staan. Zo kunnen we de verschillende belangen bij elkaar brengen.”

Lef

“Daarnaast vullen Leonie en ik elkaar goed aan. Ze zeggen wel eens dat ik met de botte bijl hak, waarna Leonie het verband aanbrengt. Ik zeg wat ik vind. Gevraagd en ongevraagd. Maar altijd met de intentie om resultaten te behalen. Anders zou het niet werken. Ook Leonie is oplossingsgericht en altijd bezig om onze aanpak door te ontwikkelen. Met deze combinatie behalen we steeds betere resultaten.”

Lef is dus een belangrijke succesfactor, net als tijd en energie. “We vragen aan iedereen om een stap extra te zetten: de investeerder, de gemeente, ondernemer en makelaar.”

Krachtige bestuurder

“Wat je verder nodig hebt, is een krachtige bestuurder. Daarom lobby’en we niet voor werk, maar willen we worden gevraagd. Als een bestuurder niet wil, werkt het niet. Een gemeente heeft visie nodig. Ondernemers die willen investeren, moeten weten waar het naartoe gaat.”

Op de vraag of hun aanpak te kopiëren is naar andere steden in Limburg, kan Sjaak kort zijn: “Nee, want het heeft lange tijd nodig om mensen bewust te maken van de blokkades. En om vertrouwen te winnen van de partijen die belangen hebben in winkelgebieden. Pas daarna kun je aan de slag. Bovendien is het altijd maatwerk.”

Meer informatie

Meer over Streetwise vind je op stichtingstreetwise.nl

  • #Detailhandel
  • #Parkstad
Natuur
Hulpmiddel voor toekomstbestendig beleid

Analyse intensieve veehouderij in Peel en Maas

In juni 2018 is de Analyse intensieve veehouderij in Peel en Maas gepubliceerd. “De analyse is een hulpmiddel om ons beleid toekomstbestendig te maken en een voorbereiding op de Omgevingswet”, vertelt Martijn Vervaet, Adviseur Omgevingsontwikkeling van gemeente Peel en Maas.

Op verzoek van de gemeenteraad is de gemeente bezig met het Proces herijking en monitoring beleid intensieve veehouderij. “Met dit proces evalueren we in 3 fasen het huidige beleid, dat stamt uit 2011. De eerste fase was een kennisverdieping met de gemeenteraad. In fase 2 hebben we de bestaande situatie van de intensieve veehouderij geïnventariseerd. Daarvan is de analyse het eindresultaat. In de derde fase gaan we kijken naar doelen en instrumenten.”

Met eigen mensen

“Normaal gesproken huur je een extern adviesbureau in om een analyse op te stellen. Maar wij hebben het met eigen mensen gedaan en het zelf gepresenteerd aan de raad. Hierdoor is er bij iedereen veel meer inzicht ontstaan. Voorheen zagen we alleen een puzzelstukje, nu zien we de hele puzzel. Het rapport laat zien dat iemand een radertje is in een geheel. En wat het effect is op de omgeving wanneer op 1 plek iets gebeurt. Het is een goed hulpmiddel om intern en met ondernemers gesprekken te voeren, bijvoorbeeld over waar schaalvergroting mogelijk is.”

Voorbereiden op Omgevingswet

“Met dit proces bereiden we ons ook voor op de Omgevingswet. We hebben bijvoorbeeld veel tijd en energie gestoken in het ontsluiten en analyseren van data, wat straks alleen maar belangrijker wordt. We ervaren nu hoe data een hulpmiddel kunnen zijn in het evalueren van beleid en het maken van nieuw beleid.”

Toekomstbestendig

“Dit proces moet ook de vraag beantwoorden of ons beleid op het gebied van intensieve veehouderij toekomstbestendig is. Ik verwacht dat monitoring nog meer onderdeel gaat uitmaken van beleidvorming en dat het een continu proces wordt van evalueren en bijschaven. De uitdaging is om dit gezamenlijk te doen. Om aan de keukentafels te praten met ondernemers en te vragen wat hun doelen zijn. Om als volwaardige partners op te treden, op basis van vertrouwen. Ik verwacht dat we als gemeente meer pro-actief worden en ondernemers helpen bij het maken van keuzes.”

De volledige Analyse intensieve veehouderij in Peel en Maas is te downloaden via peelenmaas.nl.

  • #Buitengebied
  • #Peel en Maas
  • #Veehouderij
Detailhandel
Samenwerken maakt het verschil

Centrum Management Panningen

Het centrum van Panningen is compact, compleet en veilig. Het winkelaanbod is gevarieerd en er is weinig leegstand. Hoe is dat zo gekomen? En hoe blijft de kern toekomstbestendig? Een interview met centrummanager Jan Bouten.

“Waar andere gemeenten zo’n 15 jaar geleden hun winkelaanbod uitbreidden buiten het centrum, zijn wij gaan kijken naar de mogelijkheden in het centrum. Door woningen de bestemming detailhandel te geven, zijn steeds meer winkels zich hier gaan vestigen in het centrum. Dit maakt de binnenstad heel compact en compleet”, vertelt Jan.

Wapen tegen online shoppen

Centrum Management Panningen (CMP) speelt een grote rol in dit succesverhaal. “Dankzij CMP is een groot wij-gevoel ontstaan. Samenwerken maakt het verschil. We werken samen met ondernemers, vastgoedeigenaren, gemeente, politie, bewoners en we hebben verbinding met alles om ons heen. Ook met het onderwijs. Scholieren uit het voortgezet onderwijs hebben we bijvoorbeeld evenementen laten bedenken. Zo krijg je verbinding met de jeugd. Verbindingen maken is het wapen tegen online shoppen. Als jij goed bent voor je omgeving, is de omgeving goed voor jou.”

Geit neet besteit neet

Hoe legt Jan die verbindingen? “Door overal aanwezig te zijn. Altijd vooruit te denken. Door open te staan voor iedereen en voor alle initiatieven. ‘Geit neet besteit neet’, is ons motto. Daarbij is het belangrijk om de juiste mensen om je heen te hebben, zowel in je eigen team als daarbuiten. Inmiddels komen velen naar ons toe om verbinding te leggen.”

Bestand tegen bedreigingen

Panningen is ook goed zichtbaar dankzij eigen promotiekranten, centrumjournaals en de website ‘Thuis in Panningen’. Jan: “De bedreigingen vanuit online winkelen blijven. Om die het hoofd te bieden, moet je altijd vooruitkijken. Zelf hebben we een lijst gemaakt met prioriteiten voor de komende 3 jaar. We gaan onder andere het merk ‘Thuis in Panningen’ doorontwikkelen en meer verbinding leggen met jeugd en ouderen. Personeel en ondernemers krijgen cursussen aangeboden. En we zetten actief in op sfeer en beleving. Panningen zal nooit af zijn. We blijven altijd in beweging.”

  • #Centrum Management Panningen
  • #Detailhandel
  • #Peel en Maas
Recreatie en Toerisme
Samenwerken met de hele provincie

Hotelmarktonderzoek Limburg

Voor het eerst is een provinciebreed hotelmarktonderzoek uitgevoerd. Hoe pak je zoiets aan? En hoe ingewikkeld is het om met veel stakeholders samen te werken? Janneke Houben, beleidsmedewerker van gemeente Valkenburg aan de Geul, was erbij betrokken en vertelt.

Waarom vond het Hotelmarktonderzoek Limburg plaats?

“In Limburg zijn veel nieuwe hotelinitiatieven, maar de kwaliteit daarvan is vaak onduidelijk. De afspraak is dat de regio’s nieuwe initiatieven beoordelen. Maar actuele informatie om dit op een gelijkwaardige manier te kunnen doen, ontbrak. Met dit onderzoek is een ‘foto’ van de hotelmarkt gemaakt. Het geeft inzicht in de kwaliteit en het perspectief van de hotels, de planvoorraden bij de gemeenten, de hotelmarktruimte en de behoeften. Nu kunnen we verdere afspraken maken over het gelijkwaardig toetsen van nieuwe initiatieven.”

ZKA Leisure Consultants voerde het onderzoek uit, in nauwe samenwerking met alle Limburgse gemeenten, Provincie Limburg, Koninklijke Horeca Nederland (KHN), Samenwerkende VVV’s Limburg en de hotelschool in Maastricht.

Hoe is ervoor gezorgd dat het onderzoek samen werd uitgevoerd?

“Het belangrijkste is om vanaf de eerste stap alle doelgroepen te betrekken bij het proces. Daarom hebben we eerst met verschillende actoren gezamenlijk de aanbesteding beoordeeld en gegund aan ZKA. Daarna zijn nog meer vertegenwoordigers van actoren aangesloten bij onze groep, zodat alle doelgroepen waren vertegenwoordigd. In deze ‘begeleidingsgroep’ hebben we samen besproken hoe we het proces en de inhoud gingen vormgeven.”

“Ook op andere manieren zorgden we voor draagvlak. Ondernemers konden input geven via enquêtes en diepte-interviews. Er vonden Limburg-brede bijeenkomsten plaats, onder andere bij de hotelschool, waarbij ook bestuurders en ambtenaren aanwezig waren. Zo kon iedereen elkaars reactie horen. Iedereen had de verantwoordelijkheid voor zijn eigen sector. Dus de KHN en VVV’s nodigden voor die brede bijeenkomsten ondernemers uit.”

“Vervolgens bespraken we samen in de begeleidingsgroep de inhoud en de aanpak van het onderzoek. En ZKA koppelde steeds terug welke feedback was meegenomen en welke niet, en waarom. Er is veel aandacht geweest voor het bespreken van het onderzoek in de begeleidingsgroep.”

Was het ingewikkeld om met zo veel stakeholders samen te werken?

“De samenwerking verliep heel goed. Het project was goed georganiseerd, het was duidelijk wat van iedereen werd verwacht en er was respect voor de inbreng van anderen. Je merkte wel dat er verschillende belangen spelen. Dat is logisch, maar soms lastig.”

“Dat we input kregen van hoteliers, gemeenten, de hotelschool en de VVV’s uit de hele provincie was een groot voordeel. Zo komen de belangen en uitdagingen van iedere doelgroep boven tafel en krijg je een volledig beeld vanuit alle perspectieven.”

Welke tips heb je voor anderen die een dergelijk project starten?

“Betrek alle doelgroepen vanaf het eerste moment bij het proces. Door hen zowel het proces als de inhoud mee te laten organiseren, creëer je meer draagvlak. En spreek vooraf duidelijk de verwachtingen ten opzichte van elkaar over het vervolgtraject uit. Dat zorgt voor minder discussie wanneer de vraag ‘hoe nu verder?’ op tafel komt. Dit is belangrijk voor het draagvlak nadien.”.

Meer lezen

Download de eindrapportage en management summary van Hotelmarktonderzoek Limburg.

  • #Innovatie
  • #Recreatie en toerisme
Detailhandel
Op grenssafari in de Euregio

Dear Hunter onderzocht 12 plekken met ruimtelijk-antropologische blik

Remy Kroese en Marlies Vermeulen woonden en werkten 3 jaar lang op 12 verschillende plaatsen in de Euregio Maas-Rijn. Die plekken bekeken ze met een ruimtelijk-antropologische blik. Hun kennis en ervaringen gaan ze delen met een atlas en met grenssafari’s.

“We zijn allebei opgeleid tot architect, maar misten iets in ons werk. Als architect heb je vaak geen tijd of budget om een plek goed te leren kennen. Daarom richtten we Dear Hunter op: ons ruimtelijk-antropologisch onderzoeksbureau. We willen laten zien wat je eigenlijk pas weet als je ergens woont, dus kijken we als antropoloog naar de omgeving”, vertelt Remy.

Dear Euregio

Uniek aan hun aanpak is dat ze veel tijd en energie investeren om een plaats goed te doorzien. Tijdens hun onderzoeksprojecten wonen en werken ze een paar maanden op een plek, in een wooncontainer. “We wilden de Euregio Maas-Rijn beter leren kennen. Er werd altijd abstract gesproken over de Euregio. Wij wilden er echt in duiken. Daarom startten we in 2015 het project Dear Euregio. Aken was onze eerste halte, daarna volgden nog 11 plaatsen. We bleven steeds zo’n 3 maanden op een plek, zodat we die zo goed mogelijk leerden kennen. We gingen op lokaal niveau voelen: Wat doen mensen hier? Ga ik het ook zo doen? Wat gebeurt hier? Hoe verhoud ik mij tot deze plek?”

Unieke aanpak

“We werkten met de binnenstaander/buitenstaander-positie uit de antropologie. Door ergens een tijdje te wonen, waren we binnenstaanders. Tegelijk bleven we buitenstaanders, omdat we ons steeds afvroegen waarom we dingen zien zoals we ze zien. Daarnaast maken we kaarten die anders dan gewoonlijk zijn. Het proces van ‘integreren’ en vragen stellen komt er bijvoorbeeld in terug. We voegen een antropologische laag toe. Het zijn belevingskaarten: ze bevatten anekdotes, zaken worden uitvergroot of juist geminimaliseerd. Met onze aanpak hebben we beleidsmakers geholpen om op een andere manier naar de omgeving te kijken.”

Winkelleegstand

“We kwamen veel thema’s tegen die op meerdere plaatsen spelen, zoals winkelleegstand. Maar terwijl bijvoorbeeld Genk en Heerlen veel overeenkomsten hebben, weten ze niet veel over elkaars aanpak. Een ander voorbeeld: weinig mensen in deze regio weten dat het winkelcentrum in Eupen de meeste leegstand heeft. En dat ze daar best ver zijn met een herbestemming.”

“We willen de reis afsluiten door mensen bij elkaar te brengen die van elkaar kunnen leren. Dat doen we tijdens grenssafari’s rond verschillende thema’s, zoals parkeren, veiligheid en winkelleegstand. We organiseren de safari’s samen met de Provincie en andere partners, maar de inhoud bepalen wij. Omdat wij over grenzen heen de gebieden intensief leerden kennen, weten we wat relevant is. Bovendien voorkomen we zo dat de partners alleen de mooie kanten laten zien.”

“Eupen staat zeker op ons lijstje voor een safari. En misschien gaan we ook naar Aken, waar een nieuw winkelcentrum is gebouwd dat een gigantische impact heeft op de straten eromheen. Daarnaast gaan we met de voorgaande kaarten en de resultaten uit de safari’s een atlas maken. Tot nu toe zijn onze kaarten geografisch geordend. De nieuwe Euregionale atlas krijgt kaarten op thema’s, zoals parkeren, veiligheid en winkelleegstand.”

Mee op grenssafari?

Wil je weten wat over de grens speelt? Ga dan mee op safari. De tweede safari vindt na de zomer plaats. Het thema wordt ‘shoppingcentra en leegstand’. Heb je al interesse, mail dan naar info@dearhunter.eu.

Of volg Dear Hunter op Facebook: facebook.com/thisisdearhunter.

Dear Hunter gaat samen met Provincie Limburg en andere partners het breder delen van deze kennis en ervaringen invullen.

(Deze grenssafari wordt ondersteund door het Interreg V-A programma Euregio Maas-Rijn)

  • #Detailhandel
  • #Innovatie
Ondergrond
Kansen en bijdragen van Maastrichtse ondergrond

Gemeente en Provincie publiceren inspiratiedocument

Welke kansen en bijdragen biedt de Maastrichtse ondergrond bij de aanpak van actuele maatschappelijke opgaven? Die vraag wordt beantwoord in ‘Ondergrond in zicht’, een inspiratiedocument dat de gemeente Maastricht in samenwerking met de Provincie Limburg ontwikkelde. Ze werkten hiervoor samen in een pilot.

De Provincie wil dat een duurzame benutting en bescherming van de ondergrond integraal onderdeel is van het omgevingsbeleid. En ze wil dit oppakken in nauwe samenwerking met gemeenten en andere partners.

Dit vraagt om een bewustwordingstraject van kansen die de ondergrond biedt voor de ontwikkeling in Limburg. Essentieel daarbij is de ontwikkeling en inbedding van werkwijzen om de ondergrond te verankeren in reguliere beleidstrajecten, met aansluiting op de Omgevingswet. In Maastricht deed de mogelijkheid zich voor om in de praktijk te testen hoe deze bewustwording kan worden gerealiseerd. En konden we een werkwijze testen om ondergrond onderdeel te laten zijn van beleidstrajecten en ruimtelijke ontwikkelingen.

Bewustwording

Projectleider Frank Lonnee van de Provincie Limburg vertelt: “Het algemeen nut van de ondergrond in relatie tot maatschappelijke opgaven kunnen we steeds vaker benoemen. Ook is duidelijk dat we hechten aan een integrale aanpak die de Omgevingswet nastreeft en stimuleert. En aan het verbinden van de boven- en ondergrond vanuit de 3D-ordening. Maar zodra het op concrete voorbeelden aankomt, blijft het nog wel eens stil. In deze pilot is het aardig gelukt om met een brede ambtelijke groep tot bewustwording en inspiratie te komen.”

Inspiratiedocument als middel

De aanpak, hulpmiddelen, ervaringen en voorbeelden zijn vastgelegd in het inspiratiedocument ‘Ondergrond in zicht’. Dit document kan een functie hebben in het planproces dat moet leiden tot een Omgevingsvisie in Maastricht. Daarnaast kan het onder andere leiden tot een vroege agendering van de ondergrond in beleids- en uitvoeringspraktijken.

Werkvorm

Vertegenwoordigers van verschillende disciplines, van visievorming tot realisatie en beheer, doorliepen het pilotproject stapsgewijs. Henk Puylaert van H2Ruimte begeleidde hen hierin. Een gewenst neveneffect van deze samenwerking is een duurzame verbinding tussen collega’s die werkzaam zijn op aanpalende terreinen van ondergrond, zoals ruimte, water, milieu, energie en beheer openbare ruimte. In de Maastrichtse pilot is dit neveneffect bereikt.

  • #Omgevingswet
  • #ondergrond
Wonen
‘Zo veel mogelijk waarden behouden’

SUPERLOCAL: een circulaire woonwijk

SUPERLOCAL is een innovatief vastgoedproject in Kerkrade waarbij 3 hoogbouwflats op duurzame wijze worden getransformeerd tot zo’n 125 nieuwe huurwoningen. Martijn Segers, projectleider van SUPERLOCAL bij HEEMwonen, en Huub Engelen, stedenbouwkundige en projectleider bij de gemeente Kerkrade, vertellen meer.

“Ons oorspronkelijke idee was om de flats te slopen”, blikt Martijn terug. “Maar bij sloop gooi je veel waardevolle kwaliteiten en materialen weg. Niet alleen tastbare waarden, zoals het gebouw, maar ook onzichtbare waarden, zoals sociale structuren tussen bewoners. Daarom hebben we de plannen herzien. En hebben we samen met de gemeente Kerkrade, eigenaar van het omliggende openbare gebied, een nieuw plan geschreven. We willen de huur van de nieuwe woningen lager houden door materialen uit de flats te hergebruiken. Daarnaast delen we de ambitie van de Rijksoverheid om in 2050 een volledig circulaire economie te hebben, en willen we anderen inspireren om circulair te werken.”

Experimenten

“Onze hoogste ambitie is om alles binnen het projectgebied te hergebruiken bij de realisatie van de nieuwe woningen en de nieuwe openbare ruimte”, vervolgt Huub. “Dankzij een Europese subsidie kunnen we experimenteren met nieuwe technieken en bouwwijzen. Zo hebben we in 2017 een compleet woningcasco uit een flat gehesen en daarmee een expogebouw gebouwd. Eind 2018 start het tweede experiment: de bouw van 4 proefwoningen met materialen uit een flat. Tijdens de experimenten vragen we ons steeds af: wat is technisch haalbaar, economisch mogelijk en maatschappelijk verantwoord? Kunnen we bijvoorbeeld kozijnen in hun huidige vorm hergebruiken. Moeten we ze upgraden? Of kunnen we maar een deel van een kozijn recyclen?”

Nieuwe rol

“Behalve de circulariteit is ook het proces van SUPERLOCAL bijzonder”, aldus Huub. “Normaal gesproken hebben we als overheid hoofdzakelijk publieke taken. Nu zitten we al sinds het begin aan tafel en ontwikkelen en experimenteren we samen. Dat is een behoorlijke verandering in onze rol. De samenwerking zorgt er onder andere voor dat het proces sneller gaat. Voor het hele projectteam geldt dat de rol anders is: voor de constructeur, de architect, de sloper en de aannemer.”

Samenwerking

Voor dit project heb je kwaliteiten nodig zoals enthousiasme en kunnen omdenken. Kwaliteiten die ze terugzien in hun vele projectpartners. Martijn: “We hebben onze partners geselecteerd op visie. Degenen die aan tafel zitten, wíllen aan tafel zitten. Iedereen is enthousiast en we hebben een gezamenlijk doel voor ogen.”

Resultaten

De soepele samenwerking heeft al een paar mooie resultaten opgeleverd, zoals het expogebouw, de Europese subsidie en het feit dat SUPERLOCAL een van de sleutelprojecten van IBA Parkstad is. De komende tweeënhalf jaar gaat veel gebeuren. Je kunt de ontwikkelingen volgen via superlocal.euFacebook en LinkedIn. Daar zie je ook alle samenwerkingspartijen.

  • #Innovatie
  • #Vastgoed
  • #wonen in Limburg
OW Logo
Limburg is van ons allemaal

De provinciale omgevingsvisie

Provincie Limburg werkt samen met partners aan een nieuwe provinciale omgevingsvisie. Hoe ziet zo’n proces eruit? En welke uitdagingen komen daarbij kijken? Hierover vertelt Henk Groen, een van de programmamanagers die werkt aan de visie.

De nieuwe Omgevingswet stelt wettelijke eisen aan een Omgevingsvisie. Het huidige Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL*) voldoet voor een groot deel al aan die eisen. Het POL is dus een goed vertrekpunt. Maar er zijn ook redenen om aandacht te gaan geven aan nieuwe en andere punten. Deels vanwege de eisen die de Omgevingswet stel. Maar vooral om goed te kunnen vooruitlopen op uitdagingen zoals klimaatadaptatie, energietransitie, circulaire economie en digitalisering.

Al jaren samenwerking

In Limburg werken provincie, gemeenten en het waterschap al sinds jaren veel samen. We maken samen een visie. Ook voeren we samen beleid om goed om te gaan met maatschappelijke ontwikkelingen en om problemen op te lossen. Ieder met haar eigen taken en verantwoordelijkheden. Limburg is van ons allemaal en we hebben elkaar nodig.

Voor de nieuwe omgevingsvisie beginnen we niet vanuit een blanco situatie. Er lopen allerlei projecten en processen waarbij we kunnen aansluiten en waar we inspiratie kunnen krijgen. Dat maakt het werkproces voor de Omgevingsvisie Limburg moeilijker om te overzien.

Op dit moment werken het Rijk, de provincies en de gemeenten tegelijk aan de voorbereiding van hun eigen omgevingsvisie. Hierbij is het belangrijk om samen te werken en van elkaar op de hoogte te zijn, zodat we dingen kunnen combineren. En om belanghebbenden te laten meedoen in deze processen.

Proces van jaren

De Omgevingswet geldt vanaf 1 januari 2021. Vóór die tijd willen we de Omgevingsvisie Limburg en de nieuwe Omgevingsverordening Limburg hebben vastgesteld.

We bereiden dat samen met onze regionale partners voor. Daarbij willen we zo veel mogelijk gebruikmaken van lopende werkprocessen. Dit doen we in duidelijke fases. We plannen werkconferenties waarin we steeds samen kijken naar de inzichten en keuzeopties die uit al die werkprocessen komen.

• September 2018        Werkconferentie: Agenda
• September 2019        Werkconferentie: Opgaven en rollen
• November 2019         Conceptversie Omgevingsvisie Limburg
• Februari  2019           Werkconferentie: Doorwerking
• Mei 2020                   Start inspraak en besluitvormingsprocedure

Onze rol opnieuw bepalen

De nieuwe Omgevingswet legt verantwoordelijkheden voor de fysieke leefomgeving** zo veel mogelijk bij de gemeenten en waterschappen. Maar sommige taken worden al via wetten bij de provincie neergelegd. Bij diverse onderwerpen in het POL moeten we opnieuw bekijken: wat is onze rol hierin? Waarom kan de gemeente of het waterschap die taak niet doeltreffend en doelmatig uitvoeren? We gaan het met zijn allen ontdekken. Limburg is van ons allemaal. Niet alleen van Provincie Limburg.

*Op limburg.nl staat uitleg over het POL.

**Elementen die in elk geval onder de fysieke leefomgeving vallen, zijn: bouwwerken, infrastructuur, watersystemen, water, bodem, lucht, landschappen, natuur, cultureel erfgoed en werelderfgoed.

  • #Omgevingswet
OW Logo
‘Je leert alleen door te doen’

Leudal geeft intern vervolg aan Expeditie Ruimte

Na deelname aan Expeditie Ruimte startte gemeente Leudal haar eigen leer- en ontwikkeltraject. “Veel ambtenaren vielen terug in oud gedrag. Met het leertraject onderhouden we de opgedane kennis en ervaringen en verspreiden we die binnen de organisatie”, vertelt Esther Puts, senior medewerker ruimtelijke ordening.

“Het leertraject is onderdeel van het programma Buitengebied in Beweging. In het buitengebied liggen grote opgaven. Iedereen wil iets van het gebied en de tegenstrijdige belangen worden steeds groter. Daarom is een integrale aanpak nodig. Daarnaast hebben we natuurlijk te maken met de nieuwe Omgevingswet en de complexer geworden samenleving. We moeten een andere rol aannemen.”

Betere samenwerking

“Maar de nieuwe manier van werken gaat verder dan het buitengebied. Inmiddels is een tweede groep ambtenaren gestart met het leertraject. Ook zij hebben baat bij de nieuwe inzichten. Alle deelnemers zijn enthousiast en doen hun best. Ze beseffen dat de werkwijze verandert en willen hun gedrag en houding aanpassen.”

“We komen tweewekelijks bij elkaar en oefenen dan met casussen. Het theorieboek Het Kompas is daarbij een handig hulpmiddel. We merken nu al dat de onderlinge relatie verbetert. Er vindt kruisbestuiving plaats tussen afdelingen. Deze betere interne samenwerking is uiteindelijk goed voor de burger.”

Tips

“Ons belangrijkste leerpunt is: je leert alleen door te dóen. We hebben 25 jaar op een bepaalde manier gewerkt en werden daarop afgerekend. Er is ruimte nodig om fouten te maken en daarvan te leren. Laat een collega meekijken als je vastzit in een dossier. Een frisse blik helpt. En voer gesprekken met ondernemers en burgers aan hun keukentafel. In hun eigen omgeving vertellen ze vaak meer.”

“Na de verkiezingen starten we een leertraject voor het management, de raad en het college. Wil je echt iets bereiken, dan moet de hele organisatie zich bewust zijn van haar nieuwe rol en haar werkwijze veranderen.”

  • #GemeenteLeudal
  • #Vraagstukken
Detailhandel
VRAAG HET DE JONGEREN ZELF

Retail Challenge

Winkelleegstand blijft een uitdaging. Steeds minder jongeren bezoeken de binnensteden. Hoe maken we de binnenstad weer aantrekkelijk voor hen?

Deze vraag kunnen we het beste stellen aan de jongeren zelf. Precies dat heeft de Commissie Retail gedaan. In september 2017 is de Retail Challenge gestart: een prijsvraag voor studenten. Zij gingen aan de slag met vragen als ‘Hoe zie je de binnenstad?’ en ‘Wat wil je daar vinden?’

Grote kans dat je er al over hebt gehoord. Zo heeft winnares Daphne Hermans haar idee gepitcht tijdens het landelijke Retail Innovatie Festival. ‘Deli Scene’ heet haar winnende concept. Een ‘chillplek’ om koffie te drinken, te eten, vrienden te ontmoeten, te werken of simpelweg te Netflixen.

Samen met de juiste partijen

Winkelleegstand pakken we het beste aan als we samenwerken met de juiste partijen. Daarom heeft de Commissie Retail, bestaande uit MKB-Limburg en Provincie Limburg, de samenwerking gezocht met studenten service bureau Jules en de Service Science Factory. Zij hebben een groot netwerk van studenten. Zo bereikten we de juiste doelgroep en brachten we bedrijven en instanties in contact met jong talent.

Innovatieve ideeën

De wedstrijd leverde 5 finalisten op. Hun innovatieve ideeën komen uit allerlei denkrichtingen. Een Chinese studente bedacht een app om een community te laten ontstaan tussen bewoners en ondernemers. Volgens een Saoedische studente kan een indoor plek waar je actief bezig kunt zijn jongeren aantrekken. Alle 5 ideeën zorgen voor beleving, sluiten aan bij trends en zijn bruikbaar. Een goed startpunt voor de aanpak van leegstand.

Maatwerk

MKB-Limburg gaat Daphnes concept samen met 3 Limburgse steden uitwerken. Geen enkele stad of winkelgebied is hetzelfde, dus maatwerk is belangrijk. Wat hieruit gaat voortkomen, lees je later op dit platform.

Werk jij aan vergelijkbare ideeën of concepten? Deel je kennis en tips voor de uitwerking van Daphnes concept via retail@mkblimburg.nl.

Bekijk het innovatieve concept van Daphne en haar 4 medefinalisten in het boekje van de Retail Challenge.

  • #Energie
  • #Innovatie
  • #Zakelijk
OW Logo
BOUWSTENEN WATER EN KLIMAAT VOOR OMGEVINGSVISIES

Limburgse Waterpartners

Hoe integreren we water en klimaat in een omgevingsvisie? De antwoorden hierop staan in de ‘bouwstenen voor water en klimaat’ die de Limburgse Waterpartners van Waterpanel Noord ontwikkelden. Gemeenten kunnen de bouwstenen gebruiken om dit onderwerp een plek te geven in hun omgevingsvisies.

De Limburgse Waterpartners is een samenwerking tussen 15 gemeenten in Noord- en Midden-Limburg, Waterleidingmaatschappij Limburg (WML), Waterschap Limburg (WL) en de Provincie Limburg. Projectleider Roy Thijssen van gemeente Peel en Maas en Lara Savelkoul van WL vertellen meer.

Waarom ontwikkelden jullie deze bouwstenen voor water en klimaat?

“Om planmakers te inspireren om water te zien als een integrale oplossing voor verschillende uitdagingen. Maar zeker ook om waterambtenaren te ondersteunen bij hun verhaal richting andere disciplines binnen gemeenten. Als je een beek bijvoorbeeld weer zichtbaar maakt, verhoog je niet alleen de natuurlijke waarden, maar zorg je ook voor verkoeling en een mooiere omgeving. De bouwstenen zijn een fundament voor omgevingsvisies. Ze kunnen dienen als checklist en inspiratie.”

Hoe ziet een bouwsteen eruit?

“Er zijn bouwstenen op 4 thema’s: natuurlijk water, passende bescherming, schoon water en voldoende water. We beschrijven per thema wat we willen bereiken en hoe dit kan worden opgenomen in de omgevingsvisie. Ook geven we inspirerende voorbeelden om water te verbinden met andere thema’s. De bouwstenen zijn het begin. Uiteindelijk moeten ze leiden tot maatwerk per gemeente. Met de regio gaan we verdiepingsslagen maken.” Gemeenten kunnen altijd met vragen aankloppen bij een van ons tweeën.”

Waar liepen jullie tijdens het proces tegenaan?

“Tegen ouderwets denken, ook bij onszelf. Tijdens een roadshow langs gemeenten kregen we als Waterschap te horen dat we te veel dachten in bedreigingen. Bijvoorbeeld door te spreken over ‘veilige dijken’. Die feedback was leerzaam. Nu schrijven we vanuit kansen. We moeten met z’n allen ‘om’ en we zijn goed op weg. De bouwstenen inspireren ons om onze mindset te veranderen. We zien veel energie vrijkomen bij mensen. Zij zien: deze positieve aanpak is ook een manier om mijn doel te bereiken.”

Waar zijn de bouwstenen straks te vinden?

“In juli 2018 laten we ze accorderen. Daarna kan iedereen ze vinden via waterinlimburg.nl en ze gaan gebruiken.”

Onze tips

“Denk in kansen en oplossingen. Neem de tijd om de stappen te zetten die nodig zijn. Deze nieuwe manier van werken is innovatief, dus dat is geen weggegooide tijd. Ga met collega’s van andere disciplines op zoek naar het gemeenschappelijk belang en ga het gesprek aan vanuit dat punt. Dit biedt meer ruimte en openingen dan wanneer je kijkt naar waarmee je het niet eens bent.”

  • #Klimaat
  • #Omgevingswet
  • #Water
OW Logo
Panorama Zuid-Limburg

Door prikkelende toekomstbeelden keuzemogelijkheden inzichtelijker

Verschillende opgaven en transities in Zuid-Limburg hebben grote invloed op het ruimtegebruik, zijn. Aangezet door de landelijke roep om meer woningbouw en de alsmaar stijgende huizenprijzen zien we da. Met verschillende overheden samen werken we met Panorama Zuid-Limburg aan drie concept toekomstbeeld…

  • #Panorama Zuid-Limburg