Cases

We doen dagelijks ervaring op in de aanpak van omgevingsvraagstukken: van lokale pilot tot grote gebiedsontwikkeling. Hier lees je over de uitdagingen en ervaringen van experimenten. Meer weten? Neem contact op met de persoon in het artikel of filmpje.

Detailhandel
KUNST EN CREATIVITEIT VULLEN LEEGSTAANDE WINKELPANDEN

Pop Up Galerie Nederweert

Twee betrokken Nederweertenaren toveren sinds 2015 leegstaande winkelpanden om tot pop-up galerieën. “Zo kunnen vastgoedeigenaren of verhuurders hun panden op een andere manier onder de aandacht brengen bij potentiële huurders en kopers. Terwijl kunstenaars en creatieve mensen de kans krijgen om hun werk laagdrempelig te exposeren”, vertelt Francis Bruekers.

Francis Bruekers en Francoise Creemers runnen het project Pop Up Galerie Nederweert samen met een aantal vrijwilligers. “Francoise en ik kenden elkaar al. Zij heeft een bloemenzaak in de kern van Nederweert, waar enkele winkelpanden langdurig leeg kwamen te staan. In 2015 stelde Francoise voor om een andere invulling te vinden voor een pand, zodat het op een originele manier onder de aandacht zou komen. Ze vroeg mij om mee te doen. Ze wist dat ik een groot netwerk heb in de kunst- en cultuursector, doordat ik naast mijn freelancewerk als tekstschrijver en communicatieadviseur jarenlang exposities heb georganiseerd. Ik ben altijd in voor iets nieuws, dus ik zei ja.”

Al meerdere panden verhuurd of verkocht

Hun aanpak werkt. Inmiddels zijn ze de 27e expositie aan het organiseren en zijn 3 panden verkocht of verhuurd. Contact leggen met de eigenaar of verhuurder van een leegstaand pand is redelijk eenvoudig. “We zoeken op wie dat is en bellen of mailen. Als diegene meerwaarde ziet in een creatieve invulling, zetten we de afspraken duidelijk op papier. Wij zijn geen huurders, maar gebruikers. We zorgen voor een tijdelijke invulling, totdat het pand is verkocht of verhuurd. Het enige wat wij van de eigenaar of verhuurder vragen, is gebruik van nutsvoorzieningen. Wij zorgen voor de inrichting, de schoonmaak, het sleutelbeheer en de PR voor het pand.”

Samenwerking met gemeente Nederweert

“Ook met de gemeente Nederweert hebben we goede contacten. We zijn begonnen met vrijwilligers van welzijnsorganisatie Vorkmeer, die samenwerkte met de gemeente. Nu hebben we hulp van 5 mensen die zich op eigen initiatief hebben aangemeld. Voor de thema-expositie en voorstelling over dementie hebben we bij de gemeente aangeklopt, omdat het aansloot bij het beleidsthema ‘dementie’. Karin van Diesen, Beleidsmedewerker Samenleving, bracht ons in contact met Steunpunt Mantelzorg Nederweert. Het steunpunt ontvangt subsidie van de gemeente en wilde graag bijdragen. De gemeente denkt dus goed mee. Het college van B&W is op bezoek geweest en de wethouder is positief over ons concept. Nu zijn we in overleg om te kijken hoe we op een meer structurele manier kunnen samenwerken, zodat we een stevigere basis krijgen.”

Beleidsmedewerker Karin van Diesen is sinds het begin betrokken bij Pop Up Galerie Nederweert. Zij vertelt: “Francis en Francoise hebben een ontzettend mooi concept neergezet waarmee kunstenaars hun werk kunnen laten zien aan veel andere mensen. Mijn rol is vooral die van verbinder. Ik denk met ze mee, vertel waar ik mogelijkheden zie en breng ze in contact met anderen waarvan ik denk dat ze iets kunnen betekenen.”

Tips

Francis: “Pop Up Galerie Nederweert is een goede manier om panden onder de aandacht te brengen, kunstenaars een podium te bieden en kunst en cultuur op een laagdrempelige manier toegankelijk te maken.”

Op de vraag of dit concept ook in andere gemeenten kan werken, antwoordt Francis volmondig “ja”. Ze heeft een aantal tips om er een succes van te maken:

• Zorg dat de voortgang en openstelling zijn geborgd met vrijwilligers.

• Zorg dat er een continue stroom aan exposities is.

• Communiceer aan pandeigenaren en -verhuurders duidelijk over je doelstellingen en over je bereidheid om flexibel te zijn. Maak duidelijk dat je een tijdelijke gebruiker bent.

• Houd vol en zet door.

Meer informatie over Pop Up Galerie Nederweert vind je op www.popup-galerie.nl.

  • #Centrumvisie
  • #Vastgoed
  • #Vraagstukken
Detailhandel
DE NIEUWE LIMBURGSE BINNENSTAD

Met een brede blik nieuwe kansen verkennen

Samen met een brede blik nieuwe kansen verkennen voor de binnenstad van de toekomst

Hoe ziet de toekomst van de Limburgse binnensteden en dorpskernen eruit? Op 12 juni werd hierover nagedacht en gedroomd tijdens het Limburgse binnenstadslab. Het binnenstadslab dat gezamenlijk werd georganiseerd door de provincie Limburg, RIC (Retail Innovation Centre) en RUIMTEVOLK (bureau voor stedelijke en regionale ontwikkeling) werd druk bezocht. Zo’n twintig binnenstadsmanagers en beleidsambtenaren vanuit de hele provincie kwamen naar Roermond om samen aan de slag te gaan met de opgaven die voor hen liggen, met strategieën voor functiemenging, (her)positionering en nieuwe samenwerkingen.

Doel van het binnenstadslab was om op een interactieve wijze de verbreding van de binnenstadsaanpak te verkennen. Hiervoor ontwikkelde RUIMTEVOLK een ‘Canvas Nieuwe Binnensteden’ waarmee een integrale gebiedsaanpak onder de loep wordt genomen. Een brede aanpak die zich niet alleen richt op retail maar ook op wonen, werken en verblijven in de binnenstad. “Want wie zich in de binnenstad focust op de winkels, mist niet alleen kansen, maar doet het gebied, ondernemers, eigenaren, inwoners en bezoekers tekort. Monofunctionele winkelgebieden hebben hun langste tijd gehad,” aldus Sjors de Vries van RUIMTEVOLK.

Ontwikkelingen, kansen en obstakels werden in beeld gebracht. Dit vormde de basis voor een gesprek tussen binnenstadsmanagers en beleidsambtenaren van de verschillende dorpen en steden. Er werden ideeën uitgewisseld over nieuwe strategieën voor onder andere functiemenging, het behouden van scale-ups en de toename van flexwerkplekken. Ook werd er inspiratie opgedaan over interventies die al in andere Limburgse dorpen en steden worden toegepast. Zoals de klimaatadaptatiestrategie in Weert waar het klimaatbestendig maken van de binnenstad wordt gecombineerd met het in ere stellen van cultuurhistorische elementen. Of de ‘TIP groep’, een adviesgroep bestaande uit omwonenden, ondernemers en lokale organisaties. Deze groep kan bij (ruimtelijke) plannen om advies gevraagd worden en voert ‘binnenstad-scans’ uit, waarbij deze diverse groep door de binnenstad loopt om te kijken wat verbeterpunten zijn. De groep verbindt hier vervolgens acties aan. Inwoners, bedrijven en andere lokale partijen weten immers het beste wat er speelt. Uiteindelijk werd met het Canvas Nieuwe Binnensteden een plan van aanpak verkend: hoe kom je met de verschillende stappen van oriëntatie, coalitievorming en de analyse ten slotte tot visie- en strategieontwikkeling?

Een alsmaar terugkerende conclusie in de gesprekken was dat een sterkere samenwerking de sleutel is waarmee veel bereikt kan worden, zowel op lokaal als regionaal niveau. Als eerste werd het versterken en verbreden van coalities op binnenstadsniveau door de aanwezigen gezien als veelbelovend perspectief. In Limburgse binnensteden wordt al steeds vaker een gebiedsgerichte benadering gekozen voor de binnenstad, met de betrokkenheid van verschillende partijen. Echter wordt de inwoner van de binnenstad nog niet vaak betrokken bij het maken van nieuwe plannen en visies. Verder blijkt het toevoegen van woon- en werkfuncties in de binnenstad zeer kansrijk. Zo werd onder andere het creëren van (flex)werkplekken voor zelfstandigen en start-ups besproken en het multifunctioneel bouwen voor gezinnen, ouderen en jongeren. De binnenstad blijkt namelijk steeds meer een geliefde woonplek.

Ook een sterkere regionale samenwerking met onderlinge concurrentiekracht biedt kansen. Het kan onnodige concurrentie voorkomen, bezoekers trekken en helpen bij het creëren van aantrekkelijke vestigingsklimaten, voor zowel (jonge) ondernemers als voor inwoners. Een uniek DNA van de binnensteden en dorpskernen en een duidelijke profilering zijn hierbij belangrijke voorwaarden; wat heeft een specifieke binnenstad de regio te bieden en is dit complementair met wat er in andere binnensteden te vinden is? Hierbij moet er dus nagedacht worden over een duidelijk verhaal van de steden, dorpen en regio’s en accenten moeten worden gelegd. Verschillen tussen Noord-, Midden- en Zuid-Limburg zijn hierbij denkbaar en misschien zelfs noodzakelijk. Citymarketing kan hierbij gezien worden als een belangrijk instrument, wat ook regionaal verder kan worden versterkt. Het idee dat Limburg ‘een appendix’ is van Nederland, kan hierbij een stimulerend effect hebben. Ook de grens met Duitsland en België kan in dit opzicht kansen bieden. Echter brengt de nabijheid van de grens ook beperkingen met zich mee, zoals het andere btw-stelsel in Duitsland.

Al met al is er veel potentie voor de Nieuwe Limburgse Binnenstad, zowel in de steden als dorpen. Door het benutten van de regionale concurrentiekracht en samenwerking en het ontwikkelen van nieuwe coalities en samenwerkingsverbanden op binnenstadsniveau wordt deze potentie meer benut. Zo maakt de Limburgse binnenstad in de toekomst hopelijk de transformatie van winkelhart naar bruisend stadshart.

Deze bijeenkomst maakte deel uit van de zogenoemde binnenstadslabs die in het kader van het Kennisnetwerk Nieuwe Binnensteden georganiseerd worden door RUIMTEVOLK in provincies, regio’s en gemeenten. Deze binnenstadslabs zijn interactieve werksessies op maat rondom een specifiek lokaal, regionaal of thematisch vraagstuk. Het doel van een binnenstadslab is om partijen en stakeholders te voorzien van gewenste kennis en nieuwe perspectieven. Door een intensieve en zorgvuldig voorbereide sessie worden de partijen in relatief korte tijd een paar stappen verder gebracht. 

Dit artikel is geschreven door Roos van Aartsen en Christel van Wijk (RUIMTEVOLK)

  • #Detailhandel
  • #Innovatie
Detailhandel
MAAK DE BELEGGER IN JE BINNENSTAD ZICHTBAAR

Kennisnetwerk Nieuwe Binnensteden

Binnensteden van kleine en middelgrote gemeenten kampen met leegstand en zien hun vitaliteit sterk teruglopen. Steeds meer partijen schuiven aan tafel om het lokale MKB te redden en te transformeren naar een bruisende plek met geoliede economische motor door een krachtig MKB. Maar de gemeente, winkeliersvereniging, branchevereniging en provincie kijken als probleemeigenaren nauwelijks meer naar de laatste lege stoel: de belegger komt toch niet. Carolien Vermaas van Platform31 kent de vastgoedwereld en geeft de beleggers geen ongelijk. Volgens haar moeten gemeenten zich veel meer verdiepen in de logica van de belegger om diens potentie voor de binnenstad te herkennen en hem zo te verleiden aan tafel plaats te nemen.

Carolien, hoe heb je affiniteit ontwikkeld met de vastgoedwereld en waar houd jij je mee bezig als het gaat om lokale transformatie?

“Mijn carrière ben ik begonnen bij een internationale vastgoedbelegger. Hierna ben ik bij een heel ander type belegger gaan werken, namelijk in de woningcorporatiesector. Ik herinner me nog steeds hoe verwonderd ik was over het contrast tussen de twee. Waar de belegger letterlijk op afstand zat met spreadsheets op zijn bureau, zag ik bij corporaties zowat het tegenovergestelde. Die weten bij wijze van spreken hoe de buren erbij staan, of de straten eromheen. Met de problematiek van nu wil ik echt een pleidooi maken richting die belegger om een actievere rol te gaan nemen in lokale transformatie van binnensteden. Dat doe ik vanuit Platform31 – met de proeftuinen van de Retail Agenda en het Kennisnetwerk Nieuwe Binnensteden met provincies.”

Wat zie je dat er nu gebeurt in binnensteden?

“Er ligt in steden een enorme opgave om te transformeren. De omzetten van bedrijven lopen terug en je ziet veel hardnekkige leegstand ontstaan. Met als gevolg dat het leven langzamerhand uit een stadskern verdwijnt. Mensen komen er gewoon niet meer. De oplossing ligt niet in het bijbouwen van winkelcentra. Er is juist behoefte aan een combinatie van beleving, werken en wonen in stadskernen.”

“Wat je nu ziet is dat de probleemeigenaren in de binnenstad opstaan. Denk aan winkeliers, horeca, de gemeente, vastgoedeigenaren, provincie en soms ook wel lokale beleggers. De leegstand treft het MKB hard en is vaak erg besmettelijk. Als jouw zaak tussen twee leegstaande panden staat ben je automatisch al minder aantrekkelijk. En wanneer dit doorzet komt men niet meer in jouw straat. Zie dan nog maar het hoofd boven water te houden. In een poging om het MKB er bovenop te helpen en de binnenstad nieuw leven in te blazen gaat een gemeente bijvoorbeeld samen met een handjevol winkeliers, lokale vastgoedeigenaren en horeca aan de slag met visievorming. Dat is natuurlijk een goede zet. Alleen een belangrijke probleemeigenaar die steevast ontbreekt is de belegger. In het gesprek over de binnenstad doet de belegger niet mee.”

De belegger is in de binnenstad dus in wezen onzichtbaar, zeg je. Wie hebben hier het meeste last van?

“Het zijn met name de middelgrote steden en gemeenten waar je dit fenomeen terugziet. De grote steden hebben hier minder last van. Hier zie je nog wel lokale vastgoedtafels, omdat de beleggers veel bezit hebben in de stad bijvoorbeeld. Voor de gemiddelde stad geldt dat je beleggers ook nergens kunt vinden als je rondwandelt. Ze zijn onzichtbaar en houden zich afzijdig. Terwijl winkeliers ontzettend veel last kunnen hebben van achterstallig onderhoud en hoge huurprijzen. Of restaurants die soms al jaren tussen de leegstaande etalages staan. Dit raakt ook je lokale en regionale economie. Maar de eigenaar voelt dat amper. Sterker nog, het levert hem vaak indirect zelfs geld op.”

Waarom is het cruciaal dat beleggers aanschuiven in de opgave van lokale transformatie?

“Beleggers kunnen in potentie heel veel voor je betekenen als binnenstad. Door bijvoorbeeld gerichter investeringen te doen, op een aantal plekken bestemmingen te veranderen of de huren (tijdelijk) te verlagen. Ze kunnen echt meedenken over het vastgoed in jouw stad. Wat zorgt bijvoorbeeld voor waardestijging in bepaalde panden? Hoe kun je met een aantal verplaatsingen van huurders tot een bruisendere binnenstad komen? En waarop moet je als gemeente je keuze baseren om infrastructuur juist wel of juist niet aan te leggen? Nu zie je vaak MKB-ers eieren voor hun geld kiezen en hun zaak verkassen, want ze kunnen niet zeggen ‘ik wil links en rechts een andere tent’. Dan is toch die belegger van belang. Maar zolang je die niet aan tafel hebt, wordt het gesprek hier niet over gevoerd. Het ontbreken van dit perspectief is echt een gemiste kans.”

Beleggers hebben in theorie dus veel potentie voor je binnenstad. Waarom blijven ze dan toch afzijdig?

“Beleggers blijven ver van de transformatietafel omdat aanschuiven gelijk staat aan committeren en mogelijk investeren. En er is heel wat voor nodig om die stap te zetten als partij wiens taal niemand aan tafel spreekt. Je moet je voorstellen dat de logica van een belegger gewoon een hele andere is dan die van een gemeente of ondernemer. Beleggers zijn bijvoorbeeld transactiegericht en houden zich bezig met vastgoed voor het rendement dat het oplevert. De gemiddelde belegger heeft veel panden in bezit, vaak in meerdere steden of in andere landen, en managet vaak ook voor andere pensioenfondsen. Vaak doen ze dat maar met een klein clubje mensen. Transformatie staat dan nogal laag op de agenda omdat het veel tijd kost en de horizon van transformaties langer en onduidelijker zijn dan transacties. Je zal tijd, en op termijn geld, in moeten investeren en dat kost veel energie. Dan verkopen ze liever.”

“Daarnaast zie je dat met name beleggers vaak geen lokale binding voelen met jouw stad. Een vastgoedeigenaar heeft nog wel eens een aantal panden in dezelfde gemeente en gebruikt deels zelf de panden, maar beleggers hebben portefeuilles uitgesmeerd over het hele land. Vaak ook internationaal. Die ligt niet wakker van wat zijn leegstaande vastgoed in jouw stad teweegbrengt. Aan gemeenten een belangrijke taak om ze dus wakker te schudden en ze te verleiden.”

Wat weerhoudt gemeenten er tot nu toe van ze aan tafel te vragen?

“Vaak hebben gemeenten niet goed in beeld welke vastgoedeigenaren en beleggers actief zijn in hun gebied. Dit is altijd te achterhalen, bijvoorbeeld via het Kadaster. Daar zit de eerste stap. Maar ze in beeld hebben betekent nog niet dat je ze aan tafel krijgt. In de pogingen van gemeenten om de belegger aan tafel te krijgen zie je vaak dat het inzicht in diens kijk op de zaak en diens motieven ontbreekt. Gemeenten willen eigenaren bijvoorbeeld aan tafel krijgen via hard instrumentarium. Dan sla je, wat mij betreft, de plank mis. Een gevalletje van de wortel en de stok. Het zijn ook mensen. En het maakt hen ook wat uit met wie ze een gesprek hebben. Zitten ze in een vergaderzaal met de beleidsmedewerker EZ of krijgen ze een rondleiding van de wethouder door de stad? Of pak je dit misschien wel als regio op om jezelf nog aantrekkelijker te maken? Op dit terrein hebben gemeenten veel te leren.”

Zijn er goede voorbeelden?

“Woningcorporaties zie ik als voorbeeld van hoe beleggers betrokken kunnen zijn bij de binnenstad. Die hebben doorgaans veel bezit in een gebied. Hun woningen staan in de hele wijk en daardoor weten ze wat er speelt. Je ziet dat ze er veel mee bezig zijn om ervoor te zorgen dat een gebied het weer beter gaat doen. Deze lokale binding staat in enorm contrast tot beleggers. Zie het als gebiedsgerichte woningcorporaties versus ‘single assets’ beleggers. Naast corporatie zie je bijvoorbeeld ook supermarktketens een slag naar buurten slaan, door zich te richten op nabije leegstand of hun partners ervoor te interesseren. In gemeente Roosendaal is het ook goed gelukt om vastgoedeigenaren en beleggers aan (vastgoed)tafels te krijgen en gezamenlijk gerichte investeringen te doen. Het kan dus wel!”

Wat geef je gemeenten mee?

“Stap één is echt om die belegger in beeld te brengen voor jouw gebied. Wie bezit wat, en waar? Daarna is het zaak om je te verdiepen in diens wereld en zijn taal te leren spreken. Hoe denkt de belegger? Waar haakt hij op aan? Laat je als gemeente daarbij goed voorlichten, bijvoorbeeld over hoe taxaties werken. Wat zorgt voor waardebepaling in de boeken van beleggers en hoe krijgen ze waardestijging voor elkaar in jouw binnenstad – of misschien wel in jouw regio? Wil je vervolgens zijn aandacht trekken, pak dan vooral de wortel erbij, niet de stok. En beleggers zijn ook meer geneigd met je in gesprek te gaan als je ze een strategie voor de lange termijn met een heldere tijdslijn laat zien. Dan neem je een stukje onzekerheid bij hen weg. Als laatste en misschien wel belangrijkste: je wilt dat beleggers in jóúw stad of regio binding gaan voelen en waarde willen creëren. Laat dus zien waar je als binnenstad voor staat en nodig beleggers uit! Kijk hierbij goed om je heen zodat je profilering is afgestemd met je buren. Zo word je in de lokale transformatie voor beleggers misschien wel aantrekkelijker als regio.”

Provincie Limburg is lid van het Kennisnetwerk Nieuwe Binnensteden. Dit artikel is een publicatie van het kennisnetwerk Nieuwe binnensteden. Meer informatie en best practices? Kijk dan op de website van het kennisnetwerk.

  • #Detailhandel
  • #Innovatie
  • #Vastgoed
Detailhandel
KOOPSTROMENONDERZOEK LIMBURG 2019

De Provincie Limburg wil penvoerder en opdrachtgever zijn van het Koopstromenonderzoek Limburg 2019. Dit heeft gedeputeerde Hans Teunissen laten weten bij het Retailsymposium van 29 oktober 2018.

In 2009 is voor heel Limburg een grensoverschrijdend koopstromenonderzoek uitgevoerd. Teunissen wil dit onderzoek ‘Grenzeloos winkelen’ herhalen en up-to-date brengen. Want inmiddels zijn er veel nieuwe ontwikkelingen bij gekomen, zoals online winkelen en foodconcepten. Ook zijn er nieuwe partners en nieuwe onderzoekstechnieken, waaronder big data en prestatieonderzoek in winkelgebieden.

Gedrag van consumenten

Onderzoek naar koopstromen levert een schat aan informatie op over het functioneren van de detailhandel en het gedrag van consumenten in een winkelgebied. Het geeft retailers, vastgoedpartijen, gemeenten en Provincie inzicht in het functioneren van hun winkelgebieden en in verbeteropties. Het biedt belangrijke bouwstenen voor het opstellen en uitvoeren van ruimtelijk en economisch beleid. Met een koopstromenonderzoek kunnen nieuwe detailhandelsinitiatieven betrouwbaar worden onderbouwd en beoordeeld.

Informatie uitwisselen

Maar het is niet alleen aan de Provincie om te bepalen hoe dit koopstromenonderzoek eruit moet komen zien. Bij de voorbereiding en uitvoering worden belanghebbenden betrokken. Dit begint met de marktconsultatie die voorafgaat aan het onderzoek. De agenda hiervoor ziet als volgt uit.

Dinsdag 11 december 2018 – Publicatie marktconsultatiedocument; deel 1 Schriftelijke marktconsultatie

Vrijdag 11 januari 2019, 14:00 uur – Uiterlijke datum aanleveren antwoorden 

Week 4 2019 – publicatie marktconsultatiedocument, Deel 2 Debat gespreksonderwerpen 

11 februari 2019 – Inhoudelijk debat met potentiële leveranciers én potentiële gebruikers

18 maart 2019 – Publicatie marktconsultatiedocument, Deel 3 Resultaten 

 

Tijdens het Retailsymposium werden alle deelnemers opgeroepen om spontaan aan te geven welke vragen het koopstromenonderzoek moet beantwoorden. En welke eisen en randvoorwaarden moeten worden gesteld. Ook deze informatie wordt meegenomen in de marktconsultatie.

De Provincie wil het onderzoek eind 2019 hebben afgerond, maar in de tussentijd bruikbare resultaten zichtbaar kunnen maken. Of dat mogelijk is, moet blijken uit de marktconsultatie. Bij het onderzoek wordt aangehaakt bij wat er landelijk gebeurt, zodat onderzoeken en resultaten niet langs elkaar heen lopen.

Heb jij vragen of opmerkingen over het koopstromenonderzoek? Kijk voor de achtergrondinformatie op de website van de Provincie Limburg of stuur een bericht naar apr.schins@prvlimburg.nl 

  • #Detailhandel
  • #meten is weten
Detailhandel
Recreatie en Toerisme
MAASTRICHT RICHT ZICH OP GEBRUIKERS VAN DE BINNENSTAD IN 2030

Door Hanneke van Rooijen (Platform31)

De toekomst van de binnenstad staat in veel steden hoog op de beleidsagenda. Maastricht vulde dit in met een interactief proces met de bewoners van Maastricht. Bijzonder hieraan was dat er systematisch best ver vooruit gekeken werd: er werd bewoners gevraagd naar de belangrijkste thema’s voor de binnenstad van Maastricht in 2030. Via droomlijnen, die later werden afgezet tegen de realiteit, werd er breed en open over de toekomst van de binnenstad nagedacht. Op basis van het interactieve proces werd de Visie op de Binnenstad geschreven, waaraan een uitvoeringsagenda werd gekoppeld.

Bewust kiezen voor een andere aanpak

De gemeente Maastricht had bij de ontwikkeling van de visie duidelijk een andere aanpak voor ogen dan wat eerder gebruikelijk was. De gemeente nam haar regierol in ontwikkeling van de binnenstadsvisie serieus, maar wilde nadrukkelijk de gebruikers van de binnenstad een stem geven in de inhoud van de visie. Dit deed zij door stadsavonden te organiseren waarbij iedereen welkom was, zoals de bewoners, ondernemers en instituten van de binnenstad, maar bijvoorbeeld ook die van de buitenwijken van Maastricht. Zij maken immers ook gebruik van de binnenstad. In totaal hebben zo’n 350 mensen actief meegedaan. De beginvraag: “waar ben je trots op met betrekking tot de binnenstad en als er geen beleidsstukken waren, hoe ziet jouw ideale binnenstad er dan in 2030 uit?” Ook jongeren en studenten deden hieraan mee en zelfs basisschoolleerlingen, waarvoor een speciale leerlingenconferentie gehouden is. Zij zijn de gebruikers van de binnenstad in 2030.

De uitkomst is dat het belang dat gehecht wordt aan het historische karakter van de binnenstad onverminderd groot is, maar op een aantal onderwerpen is de koers wel gewijzigd. De integrale visie is bedoeld om de belangrijkste kenmerken van de binnenstad (kennisstad, cultuurstad, ontmoetingsstad en woonstad) te gaan versterken. Hieraan wordt onder andere invulling gegeven door het ruimte bieden aan experimenten in de binnenstad, onderzoek naar alternatief (duurzaam) transport en het stimuleren van nieuwe evenementen voor jongeren en innovatieven. Door te werken met binnenstadsbuurten worden de karakteristieke kenmerken van de diverse binnenstadsbuurten benut.

Beredeneerd over de toekomst nadenken

“The world is changing fast”, valt te lezen in het Raadsvoorstel bij de Visie op de Binnenstad. Het aangezicht van een stad verandert hierdoor niet per se (of niet zo snel), maar wel de mensen die er wonen, werken en leven en de manier waarop ze dit doen. Denk aan de opkomst van de deeleconomie en nieuwe technologische diensten. Het is essentieel om je hier als stad op te willen aanpassen. Door de snelle en fundamentele veranderingen is het enerzijds complex om meerdere jaren in de tijd vooruit te kijken, maar anderzijds ook meer dan ooit nodig om de goede keuzes te kunnen maken. Maastricht richtte zich met de blik op 2030 niet op een verwacht of gewenst (eind)beeld, maar vooral op de mogelijkheden om te kunnen inspelen op dynamische trends en ontwikkelingen en hiervan de kansen te benutten. Kenmerkend voor een binnenstad is de veelheid aan (uiteenlopende) belangen die er samenkomen. Verschillende groepen hebben een ander toekomstbeeld van de stad. Doordat de stadsavonden een zeer breed deelnemersveld aantrokken werden belangen in de breedte gediend en lukte het om deze in het juiste perspectief te plaatsen.

Uitvoeringsagenda Visie op de Binnenstad

De Visie op de Binnenstad is leidraad geweest voor een aantal beleidsvisies, zoals voor het evenementenbeleid, horecabeleid, hotelbeleid en detailhandelsbeleid. Hierdoor was er veel aandacht voor vernieuwing. Afhankelijk van het onderwerp zijn bij de totstandkoming ook diverse doelgroepen uit de Visie op de Binnenstad betrokken. Ook bij het toetsen van individuele initiatieven wordt de Visie op de Binnenstad gehanteerd, bijvoorbeeld op het aspect van passendheid binnen het desbetreffende buurtkarakter van de binnenstad. Er zal nog een evaluatie van de Visie op de Binnenstad plaatsvinden.

Dit artikel is gepubliceerd door het Kennisnetwerk Nieuwe Binnensteden.

  • #Centrumvisie
  • #participatie
Detailhandel
ROERMOND: INNOVATIEVE OPLOSSINGEN IN DE RETAIL

Samen de retailbranche in Limburg 'future proof' maken

Op donderdag 1 november organiseerde de Retailagenda een intervisie met gemeente Roermond en het Retail Innovation Centre (RIC). Deze partijen willen de retailbranche in Limburg future proof maken. Zij zorgen er nu samen voor dat ondernemers slim in kunnen spelen op alle ontwikkelingen in de retail. Roermond is inmiddels twee jaar een living lab en deelde tijdens de intervisie haar ervaringen.

“Vergeet niet om af en toe in de spiegel te kijken: wat werkt wel en wat werkt niet?”

Keuzes maken

Roermond wil vooroplopen in retail. Compleet, comfortabel, compact én met concentratie, zegt Mark Forschelen, beleidsadviseur Economische Zaken bij gemeente Roermond: “In de afgelopen jaren maakten wij heel bewust keuzes. Daarmee laten we zien waar volgens ons de toekomst ligt. Op dit moment zetten we vol in op een compact, aantrekkelijk en levendig centrum. We stelden stimuleringsregelingen op die nieuwe formules aantrekken en versterken het kerngebied. Daarnaast stimuleren we samen met het RIC het ondernemerschap van Roermond.”

RIC: innovatiewerkplaats

Het RIC zet zich in de provincie Limburg in als hét expertise- en innovatiecentrum voor detailhandel. Het is een initiatief van en voor de retail waar onder meer citymanagement, beroepsonderwijs, gemeenten en provincie bij zijn betrokken, zegt Vivienne Curvers, programmamanager bij het RIC: “Samenwerken tussen ondernemers, onderwijs en overheid staat hier centraal. Wij willen prikkelen, inspireren en kennis delen. We fungeren als innovatiewerkplaats en living lab waar we oplossingen in de praktijk testen. Ons doel? Het toekomstbestendig maken van ondernemers in de retail.”

Verbinding leggen

Volgens Curvers ligt de sleutel tot succes in samenwerking. Daarom legt het RIC actief verbindingen tussen ondernemers, gemeente en onderwijs, maar ook tussen ondernemers onderling: “Ondernemers in de retail zijn vaak zo druk binnen hun eigen winkelmuren, dat ze vergeten dat het wiel allang is uitgevonden. In Roermond startten wij daarom een on- en offline community waar ondernemers bij elkaar terecht kunnen voor het stellen van vragen en delen van ervaringen. Daarnaast legden we in Roermond een verbinding tussen onderwijs en praktijk. Studenten helpen ondernemers hier nu bij hun social media strategie.”

In de spiegel kijken

Gemeente Roermond probeert innovatie hoog op de agenda van de ondernemers te plaatsen, maar dat gaat niet zonder slag of stoot, zegt Forschelen: “De retailer is niet altijd even makkelijk te enthousiasmeren. We richten ons daarom vooral op de ondernemers die wel willen en zetten koplopers in de schijnwerpers. Mijn advies aan andere gemeenten? Zet de schouders eronder en geef niet op. Dit traject heeft een lange adem, maar is absoluut de moeite waard. Bouw aan relaties en netwerken en vergeet ook niet om af en toe in de spiegel te kijken: wat werkt wel en wat werkt niet?”

Bekijk hier de presentatie van de gemeente Roermond en hier de presentatie van het RIC.

Dit artikel is gepubliceerd door de Retailagenda

Bekijk ook op de website van de Retailagenda: Deli Scene: nieuwe trekker voor binnenstad Venlo

  • #Detailhandel
  • #Innovatie
  • #Roermond
Detailhandel
Wonen
VAN WINKELS NAAR WONEN

Sittardse straten transformeren

De Stationsstraat en Steenweg-west in Sittard zijn volop aan het veranderen. In plaats van alleen winkels komt hier een mix van functies: werken, leren, ontmoeten en wonen. Programmamedewerker Annelieke Bergink van gemeente Sittard-Geleen vertelt over de aanpak.

Waarom is deze transformatie nodig?

“We willen het kernwinkelgebied verkleinen tot het gebied vanaf de Voorstad tot aan de Markt. De Stationsstraat en Steenweg-west vormen de entree naar de historische binnenstad, maar de leegstand in deze straten was groot. Er zijn te veel retailmeters. Daarom willen we hier andere functies stimuleren, zoals wonen of kleinschalige bedrijven.”

Wat is lastig aan de transformatie?

“Het zoeken naar nieuwe invulling van panden. Zijn er genoeg mensen om de panden te vullen? Maar wat vooral lastig is, is dat de functie vroeger al is veranderd van wonen naar winkels, en dat het nu weer terug gaat naar wonen. Er zijn ondernemers van 80 jaar die hun winkel al sinds de jaren ’60 hebben en het pand hebben gekocht als investering. Nu ze de straat weer zien veranderen, is dat voor hun een rouwproces. Dat maakt het soms moeilijk om met hen in gesprek te komen.”

Wat gaat juist beter dan verwacht?

“Er is veel voortgekomen uit gesprekken met ondernemers uit deze straten. Zij vonden bijvoorbeeld dat als de straat verandert naar een multifunctionele straat, het makkelijker moet zijn om groen bij de gevel te plaatsen. Zo kwamen ze met het idee om op de stoep hekjes te plaatsen die verwijzen naar de historie van Sittard. Die hekjes hebben ze zelf laten ontwerpen. Ik vind het heel positief om te zien dat ze verantwoordelijkheid nemen voor hun straat. Het Koersdocument is een mooi product van onze samenwerking met ondernemers. Zij hebben een grote rol gehad hierin.”

Welke tip kun je anderen meegeven die een soortgelijk project doen?

“Het gaat niet zozeer om wát je gaat doen, maar om een goed proces. In ons geval hielp het om een neutrale partij in te schakelen: een adviesbureau dat de gemeente, ondernemers, vastgoedeigenaren en bewoners bij elkaar bracht.”

Welke resultaten zijn al behaald?

“11 panden zijn inmiddels van functie gewijzigd: 7 zijn ingevuld met wonen, in 3 panden zit ambachtelijke dienstverlening, 1 pand is een jongerenontmoetingsplek geworden en in een ander pand zit nu een horecazaak. De Zuyd Labs van Zuyd Hogeschool vullen 2 panden in de Steenweg. Hier geven studenten advies aan ondernemers. Die Labs werken daar heel goed, omdat het vastgoed goedkoper is en ze op de looproute naar de hogeschool liggen. Bovendien willen studenten contact met ondernemers en dan is het aantrekkelijk om in het centrum te zitten.”

Meer informatie

De aanpak van deze straten is onderdeel van het project Zitterd Revisited. Wanneer dat project in 2025 klaar is, moet Sittard weer een regionaal ontmoetingscentrum zijn met een bovenregionale winkelfunctie. Bekijk ook het Koersdocument Steenweg-west/Stationsstraat in Sittard (pdf).

  • #Detailhandel
  • #wonen in Limburg
Detailhandel
“Wij doorbreken blokkades”

De succesfactoren van Streetwise

Streetwise is een onafhankelijke organisatie die in samenwerking met gemeenten nieuwe ondernemers begeleidt. Dankzij hun aanpak zijn al tientallen winkels en horecabedrijven gestart en is veel leegstand opgelost. Wat zijn de succesfactoren? En is hun aanpak te kopiëren?

“Sommige ondernemers komen huilend bij ons. Ze zijn al 5 jaar bezig om hun droom waar te maken, maar lopen tegen blokkades op. Wij doorbreken die blokkades”, vertelt Sjaak Vinken. Hij werkt samen met Leonie Kuepers vanuit Streetwise.

“Onze kracht ligt onder andere in ons grote netwerk. Wij kennen veel vastgoedeigenaren en financiers. Behaal je 1 succes met hen, dan willen ze mee. Dankzij ons netwerk en onze ervaring zien we ook duidelijk waar de markt, investeerders en gemeenten staan. Zo kunnen we de verschillende belangen bij elkaar brengen.”

Lef

“Daarnaast vullen Leonie en ik elkaar goed aan. Ze zeggen wel eens dat ik met de botte bijl hak, waarna Leonie het verband aanbrengt. Ik zeg wat ik vind. Gevraagd en ongevraagd. Maar altijd met de intentie om resultaten te behalen. Anders zou het niet werken. Ook Leonie is oplossingsgericht en altijd bezig om onze aanpak door te ontwikkelen. Met deze combinatie behalen we steeds betere resultaten.”

Lef is dus een belangrijke succesfactor, net als tijd en energie. “We vragen aan iedereen om een stap extra te zetten: de investeerder, de gemeente, ondernemer en makelaar.”

Krachtige bestuurder

“Wat je verder nodig hebt, is een krachtige bestuurder. Daarom lobby’en we niet voor werk, maar willen we worden gevraagd. Als een bestuurder niet wil, werkt het niet. Een gemeente heeft visie nodig. Ondernemers die willen investeren, moeten weten waar het naartoe gaat.”

Op de vraag of hun aanpak te kopiëren is naar andere steden in Limburg, kan Sjaak kort zijn: “Nee, want het heeft lange tijd nodig om mensen bewust te maken van de blokkades. En om vertrouwen te winnen van de partijen die belangen hebben in winkelgebieden. Pas daarna kun je aan de slag. Bovendien is het altijd maatwerk.”

Meer informatie

Meer over Streetwise vind je op stichtingstreetwise.nl

  • #Detailhandel
  • #Parkstad
Detailhandel
Samenwerken maakt het verschil

Centrum Management Panningen

Het centrum van Panningen is compact, compleet en veilig. Het winkelaanbod is gevarieerd en er is weinig leegstand. Hoe is dat zo gekomen? En hoe blijft de kern toekomstbestendig? Een interview met centrummanager Jan Bouten.

“Waar andere gemeenten zo’n 15 jaar geleden hun winkelaanbod uitbreidden buiten het centrum, zijn wij gaan kijken naar de mogelijkheden in het centrum. Door woningen de bestemming detailhandel te geven, zijn steeds meer winkels zich hier gaan vestigen in het centrum. Dit maakt de binnenstad heel compact en compleet”, vertelt Jan.

Wapen tegen online shoppen

Centrum Management Panningen (CMP) speelt een grote rol in dit succesverhaal. “Dankzij CMP is een groot wij-gevoel ontstaan. Samenwerken maakt het verschil. We werken samen met ondernemers, vastgoedeigenaren, gemeente, politie, bewoners en we hebben verbinding met alles om ons heen. Ook met het onderwijs. Scholieren uit het voortgezet onderwijs hebben we bijvoorbeeld evenementen laten bedenken. Zo krijg je verbinding met de jeugd. Verbindingen maken is het wapen tegen online shoppen. Als jij goed bent voor je omgeving, is de omgeving goed voor jou.”

Geit neet besteit neet

Hoe legt Jan die verbindingen? “Door overal aanwezig te zijn. Altijd vooruit te denken. Door open te staan voor iedereen en voor alle initiatieven. ‘Geit neet besteit neet’, is ons motto. Daarbij is het belangrijk om de juiste mensen om je heen te hebben, zowel in je eigen team als daarbuiten. Inmiddels komen velen naar ons toe om verbinding te leggen.”

Bestand tegen bedreigingen

Panningen is ook goed zichtbaar dankzij eigen promotiekranten, centrumjournaals en de website ‘Thuis in Panningen’. Jan: “De bedreigingen vanuit online winkelen blijven. Om die het hoofd te bieden, moet je altijd vooruitkijken. Zelf hebben we een lijst gemaakt met prioriteiten voor de komende 3 jaar. We gaan onder andere het merk ‘Thuis in Panningen’ doorontwikkelen en meer verbinding leggen met jeugd en ouderen. Personeel en ondernemers krijgen cursussen aangeboden. En we zetten actief in op sfeer en beleving. Panningen zal nooit af zijn. We blijven altijd in beweging.”

  • #Centrum Management Panningen
  • #Detailhandel
  • #Peel en Maas
Detailhandel
Op grenssafari in de Euregio

Dear Hunter onderzocht 12 plekken met ruimtelijk-antropologische blik

Remy Kroese en Marlies Vermeulen woonden en werkten 3 jaar lang op 12 verschillende plaatsen in de Euregio Maas-Rijn. Die plekken bekeken ze met een ruimtelijk-antropologische blik. Hun kennis en ervaringen gaan ze delen met een atlas en met grenssafari’s.

“We zijn allebei opgeleid tot architect, maar misten iets in ons werk. Als architect heb je vaak geen tijd of budget om een plek goed te leren kennen. Daarom richtten we Dear Hunter op: ons ruimtelijk-antropologisch onderzoeksbureau. We willen laten zien wat je eigenlijk pas weet als je ergens woont, dus kijken we als antropoloog naar de omgeving”, vertelt Remy.

Dear Euregio

Uniek aan hun aanpak is dat ze veel tijd en energie investeren om een plaats goed te doorzien. Tijdens hun onderzoeksprojecten wonen en werken ze een paar maanden op een plek, in een wooncontainer. “We wilden de Euregio Maas-Rijn beter leren kennen. Er werd altijd abstract gesproken over de Euregio. Wij wilden er echt in duiken. Daarom startten we in 2015 het project Dear Euregio. Aken was onze eerste halte, daarna volgden nog 11 plaatsen. We bleven steeds zo’n 3 maanden op een plek, zodat we die zo goed mogelijk leerden kennen. We gingen op lokaal niveau voelen: Wat doen mensen hier? Ga ik het ook zo doen? Wat gebeurt hier? Hoe verhoud ik mij tot deze plek?”

Unieke aanpak

“We werkten met de binnenstaander/buitenstaander-positie uit de antropologie. Door ergens een tijdje te wonen, waren we binnenstaanders. Tegelijk bleven we buitenstaanders, omdat we ons steeds afvroegen waarom we dingen zien zoals we ze zien. Daarnaast maken we kaarten die anders dan gewoonlijk zijn. Het proces van ‘integreren’ en vragen stellen komt er bijvoorbeeld in terug. We voegen een antropologische laag toe. Het zijn belevingskaarten: ze bevatten anekdotes, zaken worden uitvergroot of juist geminimaliseerd. Met onze aanpak hebben we beleidsmakers geholpen om op een andere manier naar de omgeving te kijken.”

Winkelleegstand

“We kwamen veel thema’s tegen die op meerdere plaatsen spelen, zoals winkelleegstand. Maar terwijl bijvoorbeeld Genk en Heerlen veel overeenkomsten hebben, weten ze niet veel over elkaars aanpak. Een ander voorbeeld: weinig mensen in deze regio weten dat het winkelcentrum in Eupen de meeste leegstand heeft. En dat ze daar best ver zijn met een herbestemming.”

“We willen de reis afsluiten door mensen bij elkaar te brengen die van elkaar kunnen leren. Dat doen we tijdens grenssafari’s rond verschillende thema’s, zoals parkeren, veiligheid en winkelleegstand. We organiseren de safari’s samen met de Provincie en andere partners, maar de inhoud bepalen wij. Omdat wij over grenzen heen de gebieden intensief leerden kennen, weten we wat relevant is. Bovendien voorkomen we zo dat de partners alleen de mooie kanten laten zien.”

“Eupen staat zeker op ons lijstje voor een safari. En misschien gaan we ook naar Aken, waar een nieuw winkelcentrum is gebouwd dat een gigantische impact heeft op de straten eromheen. Daarnaast gaan we met de voorgaande kaarten en de resultaten uit de safari’s een atlas maken. Tot nu toe zijn onze kaarten geografisch geordend. De nieuwe Euregionale atlas krijgt kaarten op thema’s, zoals parkeren, veiligheid en winkelleegstand.”

Mee op grenssafari?

Wil je weten wat over de grens speelt? Ga dan mee op safari. De tweede safari vindt na de zomer plaats. Het thema wordt ‘shoppingcentra en leegstand’. Heb je al interesse, mail dan naar info@dearhunter.eu.

Of volg Dear Hunter op Facebook: facebook.com/thisisdearhunter.

Dear Hunter gaat samen met Provincie Limburg en andere partners het breder delen van deze kennis en ervaringen invullen.

(Deze grenssafari wordt ondersteund door het Interreg V-A programma Euregio Maas-Rijn)

  • #Detailhandel
  • #Innovatie
Detailhandel
VRAAG HET DE JONGEREN ZELF

Retail Challenge

Winkelleegstand blijft een uitdaging. Steeds minder jongeren bezoeken de binnensteden. Hoe maken we de binnenstad weer aantrekkelijk voor hen?

Deze vraag kunnen we het beste stellen aan de jongeren zelf. Precies dat heeft de Commissie Retail gedaan. In september 2017 is de Retail Challenge gestart: een prijsvraag voor studenten. Zij gingen aan de slag met vragen als ‘Hoe zie je de binnenstad?’ en ‘Wat wil je daar vinden?’

Grote kans dat je er al over hebt gehoord. Zo heeft winnares Daphne Hermans haar idee gepitcht tijdens het landelijke Retail Innovatie Festival. ‘Deli Scene’ heet haar winnende concept. Een ‘chillplek’ om koffie te drinken, te eten, vrienden te ontmoeten, te werken of simpelweg te Netflixen.

Samen met de juiste partijen

Winkelleegstand pakken we het beste aan als we samenwerken met de juiste partijen. Daarom heeft de Commissie Retail, bestaande uit MKB-Limburg en Provincie Limburg, de samenwerking gezocht met studenten service bureau Jules en de Service Science Factory. Zij hebben een groot netwerk van studenten. Zo bereikten we de juiste doelgroep en brachten we bedrijven en instanties in contact met jong talent.

Innovatieve ideeën

De wedstrijd leverde 5 finalisten op. Hun innovatieve ideeën komen uit allerlei denkrichtingen. Een Chinese studente bedacht een app om een community te laten ontstaan tussen bewoners en ondernemers. Volgens een Saoedische studente kan een indoor plek waar je actief bezig kunt zijn jongeren aantrekken. Alle 5 ideeën zorgen voor beleving, sluiten aan bij trends en zijn bruikbaar. Een goed startpunt voor de aanpak van leegstand.

Maatwerk

MKB-Limburg gaat Daphnes concept samen met 3 Limburgse steden uitwerken. Geen enkele stad of winkelgebied is hetzelfde, dus maatwerk is belangrijk. Wat hieruit gaat voortkomen, lees je later op dit platform.

Werk jij aan vergelijkbare ideeën of concepten? Deel je kennis en tips voor de uitwerking van Daphnes concept via retail@mkblimburg.nl.

Bekijk het innovatieve concept van Daphne en haar 4 medefinalisten in het boekje van de Retail Challenge.

  • #Energie
  • #Innovatie
  • #Zakelijk